Streptococcus uberis (SUB) leeft in de omgeving van de koe (stro, boxen, mest) maar ook wel op de huid en slijmvliezen van de koe. Vooral (vuil) stro kan veel SUB bevatten. Er zijn stammen die vooral een koegebonden karakter vertonen en hardnekkig te behandelen zijn. De besmetting kan zowel uit de stal als vanaf andere koeien komen. Ook is er verschil tussen stammen voor wat betreft hun ziekmakend vermogen (virulentie).
SUB kan zowel klinische als subklinische mastitis veroorzaken. Ongeveer de helft van alle met SUB besmette kwartieren wordt klinisch gedurende de lactatie. De stammen met een meer koegebonden karakter kunnen zich ook innestelen in het uierweefsel en zich afschermen van het afweersysteem van de koe. Deze zijn slecht bereikbaar voor antibiotica en leiden tot chronische recidiverende uierontstekingen.
De meeste SUB-mastitisgevallen die optreden in het begin van de lactatie, vinden hun oorsprong in de droogstand.
Behandeling
Klinische SUB-mastitis moet direct behandeld worden volgens het bedrijfsbehandelplan. Chronische infecties hebben een slechte genezingskans. Bij een eerste geval van SUB volstaat vaak een kortdurende behandeling (drie dagen), maar bij een recidiverende mastitis of een opflikkering dan kan het raadzaam zijn om langer te behandelen (acht en tien dagen). Raadpleeg hiervoor uw dierenarts. Het gemiddelde genezingspercentage na behandeling bedraagt 50 tot 70 procent. Vrijwel alle SUB-stammen zijn gevoelig voor penicilline.
Managementverbetering
Ventilatie, huisvesting, overbezetting, de hygiëne van de afkalfstal en de hygiëne van het ligbed zijn belangrijke factoren in relatie tot het ontstaan van SUB-mastitis. Voorkom dat koeien gaan liggen in vochtige, vieze plekken in de schaduw van bomen. Bestrijd vliegen en optimaliseer de weerstand van de koe. Behandeling tijdens de droogstand geneest meer dan 85 procent van infecties.
Terug naar specifieke mastitisverwekkers
Terug naar behandelen