Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Parvo

Parvovirussen komen zeer algemeen voor bij varkens over de hele wereld. Porcine Parvovirus type 1 is het meest bekende parvovirus bij het varken en veroorzaakt bij varkens sterfte van vruchten in de baarmoeder. Recent is een variant van het parvovirus aangetroffen in varkens die niet eerder bij het varken beschreven is en in verband wordt gebracht met afwijkende ogen en soms ook een afwijkende huid.  

Dierziekte informatie Porcine Parvovirus type 1

Verschijnselen

Afhankelijk van het infectiemoment resulteert een Parvo-infectie in kleine tomen (infectie vroeg in de dracht), mummies (infectie na de 5e drachtweek) of in doodgeboren biggen (infectie kort voor het werpen). Een heel typisch beeld is mummies van verschillende grootte. Een Parvo-infectie veroorzaakt zelden terugkomers en vrijwel nooit verwerpers. Volgens sommige onderzoekers speelt Parvo een rol bij wegkwijnziekte. Circo-virus (PCV2) speelt een hoofdrol bij wegkwijnziekte, maar vaak zijn andere infecties in het spel die symptomen verergeren. Naast het PRRS-virus wordt in dit verband Parvo-virus genoemd. Bewijs hiervoor is zeer moeilijk te leveren. 

Oorzaak

Parvo is een klein virus dat onder andere in de mest van varkens voorkomt.  

Besmettingsroute

Het virus komt binnen op een bedrijf via aangekochte (fok)varkens of via aangekocht sperma. Het virus is aanwezig op alle varkensbedrijven. De verspreiding binnen een bedrijf gaat vrij traag en vindt vaak golfsgewijs plaats.

De verspreiding in de baarmoeder na een infectie gaat langzaam. Vandaar dat de mummies vaak verschillend van grootte zijn. Ze zijn namelijk niet gelijktijdig gestorven. Zelfs als de vruchten na een zware Parvo-infectie in een gevoelige, niet geënte zeug vrijwel tegelijkertijd zijn gestorven, zal de zeug zelden verwerpen en worden de gemummificeerde vruchten toch op de normale tijd 'geboren'.  

Schade

Een Parvo-infectie zorgt voor saldoverlies door minder levend geboren biggen per zeug als gevolg van kleine tomen, mummies en doodgeboren vruchten. Als Parvo daadwerkelijk een rol speelt bij de ernst van wegkwijnziekte, dan resulteert het ook in verhoogde uitval van gespeende biggen.

Gevolgen voor de mens

Het Parvo-virus van het varken is niet besmettelijk voor de mens. Bij honden en katten komen wel soortgelijke virussen voor.


Diagnose van Parvo

Verschijnselen

Als op een bedrijf veel mummies worden geboren (gemiddeld meer dan 0,5 per toom) en als verschillende zeugen veel mummies van uiteenlopende grootte hebben, dan is Parvo een waarschijnlijke oorzaak. Vaak betreft het jonge zeugen.

Beoordelen mummies

Het stadium van de dracht waarin een mummie is gestorven is als volgt uit te rekenen:

Aantal dagen dracht = 21 + 3 x de lengte van de vrucht in centimeters, van kruin tot staartinplant, over de rug. Dus een vrucht/mummie van 10 cm is gestorven op ongeveer de 51e dag van de dracht (21 + 3 x 10 = 51).

Laboratoriumonderzoek

In mummies en doodgeboren vruchten is met een PCR-test aan te tonen of zich daarin Parvo-virus bevindt. Als dat zo is, dan is Parvo als oorzaak zeer waarschijnlijk. Afweerstoffen tegen Parvo kunnen worden aangetoond in het bloed van zeugen. Omdat Parvo-virus zó algemeen voorkomt, hebben de meeste zeugen (>85%) in Nederland afweerstoffen. Die blijven bovendien lang aanwezig en daarom zegt bloedonderzoek op antistoffen weinig. Na een vaccinatie worden ook antistoffen gevormd. De concentratie daarvan in het bloed is echter laag, maar geënte varkens zijn wel voldoende beschermd tegen de gevolgen van een infectie.


Risiciofactoren voor Parvo

Als zeugen (gelten) niet zijn gevaccineerd tegen Parvo, lopen ze het risico op mummies en doodgeboorte bij een besmetting.


Aanpak van Parvo

Preventie

Omdat Parvo zéér algemeen voorkomt, is enten noodzakelijk. Als gelten (te) jong worden geënt, bestaat de kans dat het effect van de enting onvoldoende is. Dat komt doordat gelten relatief lang (tot 6 maanden leeftijd) afweerstoffen van hun moeder in het bloed hebben. Die afweerstoffen maken de entstof onwerkzaam. In de praktijk worden gelten geënt vanaf een leeftijd van 6 à 7 maanden, maar wel minstens 3 weken voor de eerste dekking.

Het is verstandig om ook de 1e worps zeugen te enten, en wel in de kraamperiode. Door de algemene aanwezigheid van het virus, wordt de afweer bij de oudere zeugen vervolgens goed onderhouden. Toch enten veel varkenshouders ook de oudere zeugen in het kraamhok. Met bloedonderzoek kan men vaststellen of het mogelijk is te stoppen met enten bij die oudere zeugen.

Bestrijding

Omdat Parvo een virus is, heeft behandelen met antibioticum geen zin.

Het is niet mogelijk om Parvo-virus op een bedrijf uit te roeien. Het Parvo-virus is alleen gevoelig voor sterke ontsmettingsmiddelen en kan in droge omgeving temperaturen tot 90 graden celcius overleven.

Actuele informatie en handige links
Op zoek naar actuele informatie over het parvovirus? Bekijk dan ons actuele Dossier Parvovirus of bel met de Veekijker Varken. 

Dierziekte informatie parvovariant

Sinds najaar 2024 komen bij de Veekijker-meldingen binnen over biggen met vergrootte ogen, scheelzien en een rode huid, soms gepaard met kaalheid. Er is geen sprake van merkbaar verhoogde sterfte en de meeste biggen lijken na enkele weken te herstellen. Er zijn evenwel soms varkens die restverschijnselen houden en niet als jong vleesvarken verkocht kunnen worden. Er zijn enkele meldingen bekend van milde oogverschijnselen bij oudere gelten en vleesvarkens. Begin juli zijn ruim vijftig bedrijven met dergelijke verschijnselen gemeld bij de Veekijker.

Er is, in samenwerking met diverse dierenartsenpraktijken, voerleveranciers en experts intensief gezocht naar een mogelijke verklaring voor deze verschijnselen en er is ook uitvoerig pathologisch en aanvullend onderzoek uitgevoerd.

Recent heeft GD een mogelijke oorzaak gevonden: een nieuwe variant van parvovirus dat niet eerder bij varkens is gevonden. Dit parvovirus lijkt genetisch in hoge mate op, maar is niet identiek aan, een parvovirus dat meer dan tien jaar geleden in ontlasting van Nederlandse vossen is gevonden. Bij biggen met verschijnselen bleken grote hoeveelheden gehele genetische sequenties van het virus in organen aanwezig. Dit virus is niet eerder in andere diagnostische procedures naar voren gekomen. Dit wijst op zichzelf nog niet op een oorzakelijk verband, maar is wel richtinggevend. Het is ook nog niet duidelijk of dit virus verantwoordelijk is voor alle gevonden verschijnselen.

Parvovirus is bekend in de varkenshouderij; het porcine parvovirus-1 is bekend als verwekker van vruchtbaarheidsproblemen bij zeugen. Op de bedrijven met gemelde oog- en huidklachten is géén melding van problemen bij de vruchtbaarheid van de zeugen. Voor porcine parvovirus-1 worden de meeste zeugen in de opfokperiode gevaccineerd en de meeste bedrijven herhalen deze vaccinatie bij oudere zeugen. Het recent gevonden virus bij de biggen heeft een ‘aanzienlijke genetische afstand’ tot het porcine parvovirus-1, waardoor de kans op kruisimmuniteit laag lijkt. Feitelijk is dit nog onbekend. Het is, meer vanuit een voorzorgsprincipe, raadzaam om de parvovirus vaccinatiestatus op de bedrijven te evalueren.

De verspreidingsroute van dit virus binnen bedrijven is nog onbekend, al lijkt het aannemelijk dat sommige biggen ook al in de baarmoeder besmet kunnen raken. Het is onbekend hoe het virus wordt uitgescheiden door geïnfecteerde biggen. Andere parvovirussen worden uitgescheiden via diverse se- en excreta, zoals mest, nageboortes, of via druppels uit de mond/neus. Uit de onderzoeken bleek daarnaast dat bij geïnfecteerde biggen een grote hoeveelheid virus aanwezig was in de ogen, lever, nier en hersenen. 

Parvovirussen zijn heel resistent in de omgeving. Mechanische reiniging en ontsmetting verdienen extra aandacht om de horizontale verspreiding in een varkensbedrijf tegen te gaan. Aandacht moet zich focussen op voorkomen van verspreiding tussen afdelingen en tussen leeftijdsgroepen. Daarnaast is het te adviseren om infectie van dragende zeugen te voorkomen. Van uitbraken met parvovirussen bij honden en katten in dierenasiels is bekend dat het virus heel moeilijk uit de omgeving is te verwijderen, maar ook dat het niet onmogelijk is.

Er is nog veel onbekend over dit virus. Er is enig risico voor de varkensgezondheid. Er zijn echter geen signalen bekend van ziekte bij mensen of andere dieren die in verband worden gebracht met dit virus. Daarnaast is in een overleg tussen humane en veterinaire experts betrokken bij de zoönosenstructuur vastgesteld dat, met de kennis van nu, het zeer onwaarschijnlijk is dat dit virus een risico voor mensen is. Nu een mogelijke verwekker is gevonden kan dit nader worden geëvalueerd. GD doet eerst nader onderzoek naar het oorzakelijk verband tussen dit virus en de verschijnselen, want het verband is nog niet 100 procent zeker.

Er is op dit moment nog geen eenvoudige diagnostiek beschikbaar, waardoor aanvullende diagnostiek nog niet mogelijk is. Het belang van de ontwikkeling van dergelijke testen wordt onderkend. Het onderzoek en opvolging van de casuïstiek gaat in afstemming met en in opdracht van diverse belanghebbende organisaties en overheden. We proberen u tijdig te informeren over relevante ontwikkelingen. 

De rol van GD bij Parvo

Laboratoriumonderzoek

De GD verricht sectieonderzoek op doodgeboren en/of gemummificeerde vruchten. Met de PCR-test wordt onderzocht of zich in deze vruchten Parvo-virus bevindt. Antistoffen tegen Parvo kunnen worden aangetoond in bloed van varkens.

Bedrijfsanalyse

In geval van vruchtbaarheidsproblemen op een zeugenbedrijf kan de GD een uitgebreide analyse uitvoeren van de technische cijfers, eventueel gecombineerd met een bedrijfsbezoek, met daaraan gekoppeld concrete adviezen.

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.