Bij de jongste kalveren (tot circa 2 weken) zijn E coli, rota- en coronavirus en cryptosporidiose de belangrijkste veroorzakers van diarree. Bij een kalf vanaf een maand oud met diarree denkt men al snel aan de mogelijkheid dat
coccidiose een rol speelt. Cryptosporidiose kan hier ook nog spelen, maar ook giardia kan de boosdoener zijn. Giardia wordt het meest gezien bij kalveren op een leeftijd van circa 1 tot 3 maanden.
Cyclus
De parasiet giardia kent een zogenaamde directe levenscyclus. Een kalf neemt cysten (de inactieve vorm) van giardia op vanuit de omgeving. In de darm van het kalf ontwikkelen zich hieruit de actieve giardia-parasieten die de darm beschadigen en zo zorgen voor diarree. Er worden in de darm opnieuw infectieuze cysten gevormd die weer worden uitgescheiden in de mest en opnieuw het voer kunnen besmetten.
Direct naar:
Een infectie met giardia leidt tot beschadiging van de dunne darm en verminderde opname van voedingsstoffen en water. Het typische beeld van giardia is chronische diarree met tussenpozen, het kalf heeft minder eetlust, een doffe vacht en er treedt groeivertraging op.
Giardia kan worden vastgesteld door middel van mestonderzoek.
De uitscheiding van cysten via de mest kan met tussenpozen plaatsvinden. Bij een klinisch ziek dier is de kans groot dat er wel cysten worden gevonden, maar als er geen cysten zijn gevonden kan het zinvol zijn om meerdere dagen op rij mest van hetzelfde dier te laten onderzoeken of meerdere dieren te bemonsteren die samen gehuisvest zijn. Mestonderzoek kan individueel of gepoold (mest van 5 dieren) plaatsvinden. Overleg met uw dierenarts wat in uw situatie gewenst is.
Er zijn geen middelen geregistreerd tegen giardia. Via de cascade regeling is in overleg met uw eigen dierenarts een behandeling te kiezen.
Aangezien de cysten vrij resistent zijn in de omgeving is naast behandeling van aangetaste dieren het reinigen en desinfecteren van de omgeving ook een belangrijke stap in de aanpak. Desinfectie met ammoniakhoudende producten is een goede keuze.
Verder is een goede algemene weerstand van het kalf een goede basis waardoor dieren minder vatbaar zijn voor infecties. Daarom zijn de algemene adviezen rondom de eerste weken van het kalf hier ook zinvol: een goede biestvoorziening, twee weken individueel huisvesten in een schone omgeving, een warm ligbed, voldoende kunstmelk en er moet op tijd gestart worden met bijvoeren van krachtvoer en water. Werk bij voorkeur van jong naar oud en verzorg zieke dieren als laatste.
Terug naar het begin van dit artikel