PPID

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

PPID

PPID staat voor Pituitary Pars Intermedia Dysfunction. De ziekte werd vroeger ‘Ziekte van Cushing’ genoemd. Kortweg is PPID een storing in de hormoonafgifte in het middendeel van het hersenaanhangsel (hypofyse) van een paard. De aandoening komt vooral bij oudere paarden voor.

Uit onderzoek in Groot Brittannië en Australië is gebleken dat 20 tot 30% van de paarden, ouder dan vijftien jaar, PPID heeft. PPID gaat overigens in ongeveer 1/3 van de gevallen gepaard met insulinedysregulatie (ID), waardoor deze paarden een hoger risico hebben op hoefbevangenheid. Het wordt daarom aangeraden paarden met PPID hierop aanvullend te testen

Direct naar:

Diagnose


Klinische diagnose
Bij paarden met PPID geeft het pars intermedia van de hypofyse (hersenaanhangsel) te veel hormonen af. Dit teveel aan hormonen kan verschillende symptomen geven. Het meest bekend is de lange, krullerige vacht en het slechte verharen. Dit symptoom maakt, in het gevorderde stadium van de ziekte, een snelle herkenning mogelijk.

In de fase daarvoor, waarin de ziekte zich langzaam ontwikkelt, kunnen ook andere, minder specifieke symptomen voorkomen. Een voorbeeld daarvan is dat bij paarden met PPID hoefbevangenheid kan optreden. Verder kunnen vermindering van de prestaties en/of slomer gedrag kan ook één van de eerste symptomen van PPID zijn. Andere symptomen die gezien kunnen worden zijn o.a.: veel drinken en veel plassen, gevoeliger voor infecties, onvruchtbaarheid, verlies van spieren en een buikig model en abnormaal zweten, heksenmelk en soms blindheid.

Laboratorium diagnostiek

Er is de laatste jaren veel onderzoek naar PPID (pituitary pars intermedia dysfunction) gedaan. Hierdoor is de kennis over en ervaring met het testen van paarden met deze aandoening en de behandeling ervan enorm toegenomen. Dit heeft ertoe geleid dat er vanuit de ‘Equine Endocrinology Group’, een groep internationale experts, aangepaste aanbevelingen zijn verschenen ten aanzien van de diagnostiek en de interpretatie van testuitslagen. De aanpak hangt hierbij onder andere af van de symptomen en de anamnese van het te testen paard. Deze aanbevelingen zijn te vinden in onderstaande link.

Download de meest recente adviezen van de EEG over de diagnostiek en behandeling van PPID 

Aanpak


PPID is nog niet te genezen, maar met medicatie is de ziekte wel te behandelen. De negatieve gevolgen kunnen zo langdurig en effectief worden voorkomen. De medicatie remt de hormoonproductie in het hersenaanhangsel. Daardoor heeft het paard minder risico op complicaties van PPID, zoals hoefbevangenheid en verminderd presteren.

Ook met het aanpassen van het management kan het paard geholpen worden. Denk hierbij aan het aanpassen van de voeding (niet te suikerrijk) en de weidegang. Door een verstoorde insulinehuishouding kunnen paarden met PPID namelijk extra gevoelig zijn voor suikers (dus ook fructaan uit het gras) en raken zij sneller hoefbevangen. Voer speciaal voor oudere paarden kan ondersteuning bieden. Hier zit namelijk weinig zetmeel en suiker in, maar anderzijds bevat het juist meer aminozuren, olie en vitamine E. Hieraan heeft een paard op leeftijd extra behoefte. Naast voeraanpassingen is het belangrijk om bijvoorbeeld wondjes snel te behandelen en gebitsbehandelingen en de hoefverzorging op tijd te verrichtten.

Download de meest recente adviezen van de EEG over de diagnostiek en behandeling van PPID

Terug naar het begin van dit artikel

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.