De rat is een natuurlijk reservoir voor de bacterie Streptobacillus moniliformis, die zonder schade te veroorzaken aanwezig is in de bovenste luchtwegen. Bij gezonde ratten is de bacterie aangetoond in kweken van de bovenste luchtwegen en het middenoor. Bij tien tot honderd procent van de gedomesticeerde en laboratoriumratten en bij vijftig tot honderd procent van de wilde ratten komt deze bacterie voor.
De meeste ratten vertonen geen ziekteverschijnselen. Ook bij muizen en hamsters kan de bacterie voorkomen, maar zij vertonen hierbij vaker ziekteverschijnselen variërend van opgezette lymfeknopen, gewrichtsontstekingen en microabcesvorming in de organen tot sterfte. Dragerschap kan echter ook voorkomen. 

Het komt sporadisch voor dat mensen besmet raken door een rattenbeet of blootstelling aan speeksel of neusuitvloeiing van ratten. Ziekteverschijnselen in het beginstadium zijn symptomen van een infectie van de voorste luchtwegen die gepaard gaat met koorts, hoofdpijn en andere griepachtige verschijnselen. In de helft van de gevallen wordt dit gevolgd door migrerende gewrichtspijnen met gewrichtsontstekingen. Vaak ontstaat er een gevoelige huiduitslag op handen en voeten. Als rattenbeetkoorts niet behandeld wordt kan dit in tien procent van de gevallen leiden tot sterfte door ontstekingen in vitale organen. 

Kijk hier voor meer informatie over zoönosen.