Kreupelheid bij melkkoeien is een storende bedrijfsgebonden aandoening. Het is pijnlijk en resulteert in een lagere productie, verminderde vruchtbaarheid en vermagering van de dieren met vaak ook vervroegde afvoer.

Kreupelheid is op veel melkveebedrijven niet te voorkomen. Wat de veehouder samen met de bedrijfsgebonden dierenarts wél kan doen, is de tijd dat koeien kreupel zijn zo kort mogelijk houden en hiermee langdurige, vaak ernstige, kreupelheid voorkomen. Dit doet men het beste door eens per twee tot vier weken een mobiliteitsscore van alle melkgevende dieren uit te voeren en vervolgens de melkkoeien gescoord met verminderde mobiliteit zo snel mogelijk te onderzoeken en behandelen in de klauwverzorgingsbox. De mobiliteitsscore kan ook dagelijks gebeuren door een camerasysteem zoals CattleEye. De mobiliteitsscore beoordeelt de beweging van koeien op een gestandaardiseerde manier, variërend van score 0 (goede mobiliteit) tot score 3 (ernstig verminderde mobiliteit).

Mobiliteitsscore:

Het doel van deze score is om koeien met de allereerste tekenen van verminderde mobiliteit te vinden en al bij milde klauwaandoeningen, zoals een loslating van de witte lijn of zoolbloedingen, te behandelen. Het streven hierbij is het voorkomen dat koeien ernstige klauwaandoeningen ontwikkelen, zoals wand- en zoolzweren.

De rol van de dierenarts is tweeledig:

1. Monitoren van de verschillende klauwaandoeningen en samen met de veehouder het effect van de toegepaste interventies evalueren
2. Bij een toename van kreupelheid gericht kijken naar bekende risicofactoren voor de meest voorkomende klauwaandoening en met de veehouder een klauwgezondheidsplan opstellen.