Coagulase Negatieve Staphylokokken (CNS)

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Kenmerken

Coagulase-negatieve stafylokokken vormen een brede groep van bacteriën, met sterk verschillende kenmerken. Er bestaan meer dan 35 soorten CNS. De CNS-groep vertoont koegebonden eigenschappen, maar kan ook uit de omgeving van de koe komen. CNS komt vaak voor bij vaarzen in het begin van de lactatie, op het moment van kalven is 20 tot 40 procent van de kwartieren besmet. Dit percentage is het hoogst bij afkalven, daalt dan duidelijk gedurende de eerste maand van de lactatie en blijft daarna vrij constant. Kwartieren met CNS-infecties produceren gemiddeld minder melk dan BO-gunstige kwartieren, maar soms is de productie ook juist hoger, vermoedelijk doordat in de betreffende kwartieren andere mastitiskiemen een kleinere kans krijgen om aan te slaan. Er lijken belangrijke verschillen tussen CNS-soorten te bestaan ten aanzien van deze effecten.

Het celgetal in een CNS-geïnfecteerd kwartier is twee tot drie keer zo hoog als dat van een gezond kwartier. In ongeveer 10 procent van de CNS-geïnfecteerde kwartieren wordt het celgetal hoger dan 500.000. Van de klinische monsters met een bacteriologisch ongunstige uitslagis circa 10 procent geïnfecteerd met CNS, van de subklinische monsters (hoogcelgetal koeien) is dit 20 tot 40 procent.

Behandeling 

CNS-infecties kunnen spontaan genezen (circa 20 procent), maar veel infecties blijven verscheidene maanden of zelfs een hele lactatie aanwezig. Er bestaan veel penicillineongevoelige CNS-soorten en stammen. De genezingskansen voor penicillineongevoelige CNS-soorten zijn niet zo goed, ook al worden de juiste antibiotica gebruikt. De resultaten van behandeling zijn dan ook zeer wisselend.

Een behandeling is aan de orde als het celgetal hoger is dan 200.000 wordt en dient bij voorkeur uitgevoerd te worden aan de hand van een gevoeligheidsbepaling. Klinische mastitis veroorzaakt door CNS geneest soms moeilijk. Behandeling van subklinische mastitis tijdens de lactatie is in 50 tot 80 procent van gevallen effectief. Droogzetters met antibiotica genezen circa 85 procent van de CNS-infecties.

Managementverbetering

Ter voorkoming van CNS-infecties is het verbeteren van de uiergezondheid bij vaarzen een belangrijk aandachtspunt. Ook het goed dippen van de spenen, een juiste melktechniek en melkhygiëne en hygiëne in de stal spelen een belangrijke rol.

Terug naar specifieke mastitisverwekkers

Terug naar behandelen

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.