Neospora

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Neospora

Neospora caninum is een ééncellige parasiet die in 1984 voor het eerst bij honden werd onderkend. Dit verklaart de toevoeging 'caninum' (Latijn voor 'hond'). Runderen en honden zijn betrokken bij de levenscyclus van de parasiet.

Verschijnselen

Neospora is een van de belangrijkste besmettelijke oorzaken van verwerpen bij koeien. Een infectie met neospora leidt niet tot ziekteverschijnselen bij de koeien. Wel kan de parasiet door weefselbeschadiging de dood van de ongeboren vrucht veroorzaken. In een vroeg stadium van de dracht kan dit onopgemerkt blijven. Vooral bij pinken komen deze vruchtbaarheidsproblemen voor. Als de vrucht op een leeftijd van drie tot vier maanden sterft, kan deze verdrogen of mummificeren en vaak pas maanden later worden afgezet. Als de vrucht na de vierde maand van de dracht sterft, treedt vrijwel altijd binnen 48 uur abortus op. Een enkele keer worden kalveren geboren met hersenafwijkingen ten gevolge van neospora. Niet elk geïnfecteerd dier verwerpt, maar kan de infectie wel overdragen.

Direct naar:

Besmettingsroute

Besmetting vindt op twee manieren plaats:

  • Van moeder op kalf
    Overdracht van koe op kalf is de belangrijkste besmettingsbron. Meer dan tachtig procent van de kalveren geboren uit besmette koeien is eveneens besmet. Op deze manier kan een Neospora-besmetting zich vele generaties lang in het koppel handhaven. Waarschijnlijk blijft een eenmaal besmet rund levenslang besmet. De meeste tijdens de dracht geïnfecteerde kalveren worden op het oog gezond geboren. Een enkele keer worden kalveren geboren met hersenafwijkingen ten gevolge van neospora.

  • Via een eindgastheer, de hond 
    Een rund kan op elke leeftijd worden besmet via een eindgastheer. De hond is eindgastheer. De hond neemt besmet materiaal van het rund op, bijvoorbeeld een verworpen vrucht, nageboorte of vruchtwater. Een tijdje later scheidt de hond met de ontlasting besmettelijke oöcysten (eitjes) van de parasiet weer uit. Het rund kan deze oöcysten vervolgens via het voer of het drinkwater opnemen. De besmetting wordt door het rund niet met de mest uitgescheiden. Meer over Neospora en de rol van de hond
  •  

     

    Terug naar het begin van dit artikel

    Aanpak besmette bedrijven


    Er zijn verschillende mogelijkheden om neospora op een bedrijf aan te pakken. De mogelijkheden zijn afhankelijk van de besmettingsroute. In onderstaande tabel en in het schema wordt de situatie vanuit vier uitgangspunten (situatie A, B, C en D) belicht, met vervolgacties. A, B en C gaan over bedrijven die deelnemen aan Neospora Tankmelk. Situatie D beschrijft de acties voor een bedrijf zonder dit tankmelkabonnement waar neospora wordt aangetoond bij een individuele verwerper. De vier uitgangssituaties vormen een leidraad voor de aanpak van het neosporaprobleem. Als laatste stap wordt een Plan van Aanpak opgesteld, om daarmee de infectie uit te bannen. De termijn waarop het bedrijf vrij wordt, is afhankelijk van de mate van besmetting, de verspreiding over het bedrijf en de gekozen aanpak.

     

    Neospora Tankmelk en advisering 

    Tankmelktest Verwerpers
    Bloedonderzoek
    verwerper 
    Advies
    Geen antistoffen Nee N.v.t. Bij aankoop bloedonderzoek op neospora bij aangekochte dieren
    Geen antistoffen Ja Antistoffen  Neospora-onderzoek familielijn van de verwerpers; zie schema: scenario C
    Antistoffen Nee N.v.t. Plan van aanpak opstellen nadat er verwerpers zijn opgetreden. Of direct besmettingsgraad vast stellen door onderzoek van 20 dieren; zie schema: scenario A
    Antistoffen Ja Antistoffen  Bloedonderzoek op neospora van vijf dieren met eerdere vruchtbaarheidsproblemen; zie schema: schenario B

    neospora schema

    • Tankmelkonderzoek ongunstig, minder dan 5 verwerpers
      Een representatief steekproefbloedonderzoek geeft een beeld van neospora op het bedrijf. Dit is een goed vervolg voor deelnemers aan Neospora Tankmelk met een ongunstige tankmelkuitslag, waar geen sprake is van vruchtbaarheidsproblemen. Het is namelijk belangrijk de omvang van de besmetting te bepalen, evenals de besmettingsroute. Zijn er veel besmette dieren in een bepaalde leeftijdsgroep en veel besmette dieren met niet-besmette moeders of nakomelingen, dan is er sprake van een horizontale besmetting. Zijn er duidelijke moeder-dochterrelaties, dan is er sprake van verticale besmetting. Voor vervolgacties zie Plan van Aanpak.

    • Tankmelkonderzoek ongunstig, meer dan 5 verwerpers
      In situatie B is neospora aanwezig, maar is nog niet duidelijk of deze parasiet ook de oorzaak is van de vruchtbaarheidsproblemen. Om dit te achterhalen, wordt bloedonderzoek uitgevoerd van vijf (of meer) dieren met vruchtbaarheidsproblemen (abortus, embryonale sterfte). Hebben één of twee dieren uit deze steekproef antistoffen tegen neospora, dan hebben de problemen waarschijnlijk een andere oorzaak. Wanneer drie of meer dieren antistoffen tegen neospora hebben, dan is neospora de oorzaak van de vruchtbaarheidsproblemen. Om de mate van besmetting op het bedrijf te bepalen, wordt een bedrijfsonderzoek (individueel melk- en bloedonderzoek) ingezet. Indien de kalveren uitsluitend biest van de eigen moeder hebben gekregen, betreft het onderzoek alle runderen, ook al het jongvee. Hebben kalveren mengbiest gekregen, dan worden alleen de dieren ouder dan zes maanden onderzocht. Aan de hand van de uitslag van het bedrijfsonderzoek wordt de besmettingsgraad bepaald. Door een koppeling te maken tussen bloeduitslag en de leeftijd van de besmette dieren wordt bepaald in hoeverre sprake is van verticale overdracht dan wel horizontale overdracht. Voor verdere maatregelen zie Plan van Aanpak.

    • Tankmelkonderzoek gunstig, onderzoek individuele verwerper toont neospora aan
      De besmettingsroute via de familielijn is een belangrijke transmissieweg. Wanneer bij een individuele verwerper een besmetting met Neospora wordt aangetoond, wordt daarom geadviseerd de familielijn van het betreffende dier te onderzoeken (Neospora-ELISA). Worden in de familielijn besmette dieren aangetroffen, dan worden de maatregelen voor de aanpak van een verticale besmetting uit het ‘Plan van Aanpak’ geadviseerd.
      Worden geen besmettingen in de familielijn gevonden, dan is met GD Tankmelk Neospora de mate van besmetting van het koppel te monitoren.

    • Geen tankmelkabonnement, bij onderzoek individuele verwerper wordt Neospora aangetoond
      Bedrijven die niet deelnemen aan Neospora Tankmelk, maar waar bij onderzoek op een individuele verwerper neospora wordt aangetoond, kunnen kiezen uit twee wegen. De veehouder kan alsnog starten met het tankmelkabonnement. Afhankelijk van de uitslag van het tankmelkonderzoek, het al dan niet aanwezig zijn van een verwerpersprobleem en de uitslag van een eventueel verwerpersonderzoek, komt het bedrijf in situatie B of C.
      Een andere benadering is een direct onderzoek van de betreffende familielijn. Dit onderzoek geeft echter geen informatie over een eventuele besmetting van andere dieren in het koppel.
      Een gunstig tankmelkonderzoek geeft aan dat de besmetting niet erg omvangrijk is (gemiddeld < 15 procent besmet). Zijn familieleden van de verwerper besmet, dan zijn de mogelijkheden voor de aanpak van verticale besmetting uit het Plan van Aanpak’ aan te raden. Met behulp van Neospora Tankmelk is de mate van besmetting in de gehele veestapel te monitoren.

    Neospora en embryotransplantatie

    Op bedrijven met een neospora-besmetting is het wel mogelijk onbesmette nakomelingen te verkrijgen van besmette dieren. Hiervoor gebruikt men embryotransplantatie naar niet-besmette draagmoeders. Dit wordt vooral toegepast bij waardevolle fokdieren.

     

    Plan van aanpak

    Het plan van aanpak is afhankelijk van de besmettingsroute. Is er sprake van een horizontale besmetting, dan wordt uitgezocht welke gemeenschappelijke factoren de besmette groep heeft. Eventueel worden hiervoor de opfok en de huisvesting gereconstrueerd. Dit zijn hulpmiddelen bij het inschatten van het moment van introductie en de factoren die hiermee hebben samengehangen. Is er sprake van een verticale besmetting, dan wordt een plan van aanpak opgesteld, bestaande uit (een combinatie van) de volgende opties:
    • kalveren uit besmette familielijnen afvoeren
    • alle besmette familielijnen op termijn afvoeren
    • ET van genetisch hoogwaardige dieren (onbesmette ontvangsters)
    • insemineren met vleesrassen
    • gehele veestapel vervangen
    De mogelijkheid besmette dieren af te voeren, hangt af van het percentage besmette dieren en de prevalentie per leeftijdsgroep. Het afvoeren van dieren, zeker bij een meer uitgebreide besmetting, vraagt een zorgvuldig opgesteld plan voor vervanging.

     

    Bewaking

    De neospora-situatie op een bedrijf wordt in beeld gebracht via deelname aan Neospora Tankmelk. Dit abonnement combineert drie maal per jaar een tankmelkonderzoek (zie Diagnose koppel) met gratis bloedonderzoek van verwerpers.
    De tankmelkmonsters worden automatisch genomen via de RMO. Deelnemers ontvangen de tankmelkuitslagen. Bij een ongunstige tankmelkuitslag wordt na een maand opnieuw een tankmelkonderzoek uitgevoerd. Deze laatste uitslag is bepalend voor het plan van aanpak.
    Neospora Tankmelk is niet gekoppeld aan een certificaat, maar deelname wordt wel vermeld op het bedrijfscertificaat: ‘deelnemer Neospora Tankmelk’. 

    Terug naar het begin van dit artikel

    Preventie van neospora


    Preventieve maatregelen worden aanbevolen om de schade die neosporose veroorzaakt, zoveel mogelijk te beperken.

    • geen besmette dieren aankopen. Door aan te kopen dieren vooraf te onderzoeken wordt aankoop van besmette dieren voorkomen.
    • voorkómen dat het voer van het rundvee verontreinigd wordt met hondenfaeces (hond aanleren op een bepaalde plaats zijn ontlasting te doen);
    • voorkómen dat honden zich besmetten door het eten van infectieus materiaal van de
      koeien (nageboorte, vruchtwater, verworpen vruchten, rauw vlees);
    • de hond niet in de afkalfstal of op de roosters in de ligboxenstal toe te laten.
    Deze maatregelen gelden voor alle honden (jong of oud) op het bedrijf, dus ook voor een nieuwe hond en puppies die op het bedrijf worden geboren.

    Er bestaat geen therapie voor neosporose bij het rund. Wel is de parasiet gevoelig voor diverse anti-coccidiosepreparaten. Deze worden toegepast bij acute (zichtbare) infecties bij de hond met wisselend resultaat. Wanneer de ziekte bij het rund zich manifesteert (abortus) is behandelen van de hond echter te laat. Er is geen vaccin in Nederland toepasbaar.

    Terug naar het begin van dit artikel

    Informatie over neospora bij zoogkoeien

    Oude browser

    We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

    GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.