17-10-2023:
Het Nederlandse WNV-RT (westnijlvirus responseteam) heeft een bevestiging gekregen dat een paard dat gestald is in het aan Nederland grenzende district Grafschaft Bentheim positief is getest op westnijlvirus (WNV). De besmetting is via de Nederlandse monitoring opgespoord. Het paard staat namelijk onder behandeling van een Nederlandse dierenartspraktijk die op 12 september jl. gebeld werden vanwege ziektesymptomen bij een paard (koorts, ataxie en spiertrillingen) en die ten behoeve van uitsluitingsdiagnostiek op WNV een serummonster opgestuurd hebben naar Royal GD. De uitslag van de WNV serologie bleek positief en werd vervolgens bevestigd door WBVR, waarbij IgM werd aangetoond als bewijs van recente infectie, ook werden virus neutraliserende antistoffen aangetoond. Na contact bleek dat het paard gehuisvest staat in Duitsland, daarom is de zaak aan de Duitse autoriteiten overgedragen, die inmiddels dus de positieve uitslag bevestigd hebben. Het is niet duidelijk waar het paard de besmetting heeft opgelopen, in de weken voordat de klachten optraden was het paard vooral in Grafschaft Bentheim, maar ook deels in Nederland.
Het WNV wordt verspreid door (trek)vogels, waarin vermeerdering plaats kan vinden, waarna het virus vervolgens door muggen kan worden overgebracht op paarden maar ook op mensen. Een paard is (net als een mens) een zogenoemde eindgastheer en kan het virus niet (via muggen) weer verder verspreiden. Mensen kunnen dus ook niet besmet raken via een paard.
Veelal verloopt een infectie met WNV bij paarden subklinisch, als er wel verschijnselen optreden zijn die vaak aspecifiek, bijvoorbeeld koorts, anorexie en sloomheid. In 10% van de geïnfecteerde paarden treden echter neurologische verschijnselen op, denk hierbij aan bijvoorbeeld ataxie, spiertrillingen aan hoofd, schouders en/of flanken en paralyse.
Een infectie met WNV is een zoönose die meldingsplichtig is, maar niet bestrijdingsplichtig. Het vaststellen van een besmetting bij een paard heeft dus verder geen gevolgen voor het bewuste paard of de locatie waar het verblijft.
Verspreiding WNV in Europa
Het WNV komt al geruime tijd voor in het zuidoosten van Europa en in het Middellandse zeegebied. De afgelopen jaren breidde de verspreiding van infecties zich uit richting Centraal-Europa, waaronder het centrale deel van Duitsland in 2018. Verdere verspreiding naar het noord-westen van Europa lag in de lijn der verwachting. Omdat ook in Nederland serieus rekening werd gehouden met het vaststellen van de eerste infecties in mensen of in dieren (muggen, vogels en paarden) werd in november 2018 tijdens een afstemmingsoverleg besloten om een multidisciplinaire werkgroep te starten om aanbevelingen te doen voor surveillance en verdere voorbereiding op een dergelijke situatie. Dit was niet voor niets: in 2020 is WNV voor het eerst in Nederland aangetoond in zowel wilde vogels, muggen als een beperkt aantal mensen. In 2022 is WNV in Nederland bij een wilde vogel aangetoond. Tot nu toe zijn er in 2023 voor zover bekend geen humane gevallen of besmette paarden geweest in Nederland.
Vanaf 2021 loopt er een actieve monitoring van WNV bij paarden in Nederland. De doelstelling van deze monitoring, gefinancierd middels een ministeriële subsidie, is om door middel van syndroomsurveillance bij paarden met neurologische verschijnselen bij te dragen aan een zo vroeg mogelijke detectie van WNV-introductie en -circulatie in Nederland. In Duitsland zijn dit seizoen tot op heden enkele autochtone WNV-gevallen bekend, maar deze bevonden zich op een geval in de buurt van Hamburg na allemaal in de endemische regio (of aangrenzende districten) in Oost-Midden-Duitsland, waar de afgelopen jaren meerdere casussen zijn gevonden. Dit bekende endemische gebied ligt op ruim 300 km afstand van het WNV-positieve paard dat nu in Nedersaksen is geïdentificeerd.
Meer informatie