Preventieve maatregelen

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Zomerfrezen

“Zomerfrezen” is een relatief eenvoudige en praktische maatregel om de leverbotslakkenpopulatie te laten afnemen. Het doel is het minimaliseren van de leverbotbesmetting van de slakken door het frezen van de greppels in de zomer. Door de greppels bij drogend weer (zomer) uit te frezen wordt de vegetatie en een flink deel van de slakkenpopulatie uit de greppel verwijderd. Vervolgens drogen de op het land geslingerde slakken uit en gaan dood. Het tweede doel van het uitfrezen van de greppels in de zomer is het creëren van droge greppels om de omstandigheden waaronder de slakken gedijen te verslechteren. Hiermee wordt de kans op afzetting van besmetting in het najaar verkleind. Het is vooral een kwestie van toepassen op het juiste moment: zo kort mogelijk na maaien of weiden én bij verwachte droge dagen.

Afhankelijk van het seizoen kan soms al in juni met zomerfrezen worden gestart. Hoe eerder in het weideseizoen men ermee begint, hoe kleiner de kans dat door natte zomers/vroege herfst percelen niet gefreesd kunnen worden voordat de herfst begint. 

Contact vermijden tussen de tussengastheer en de eindgastheer van leverbot

Ontwijkend beweiden door mogelijk besmet gras uit te rasteren lijkt een effectief toepasbare maatregel om het aantal besmette dieren aanzienlijk te verminderen. Ontwijkend beweiden kan door het uitrasteren van sloten, poelen of greppels die langdurig vol staan met water en drassige delen én door het ontwijken van leverbotgevoelige en besmette percelen (vastgesteld middels karteren). Hiermee wordt de opname van metacercariën door het vee voorkomen. Het ontwijkend beweiden door middel van uitrasteren lijkt een effectieve maatregel om het aantal besmette dieren in het koppel, en waarschijnlijk ook de mate van infectie met leverbot aanzienlijk te verminderen.

Ook stoppen met zomerstalvoedering van risicopercelen verkleint het risico op een leverbotbesmetting, als men dus mogelijk besmet gras niet vers voert maar inkuilt of hooit. 

Beweiding 

Verder dient er rekening mee te worden gehouden dat een leverbotbesmetting meestal vanaf augustus op het gras wordt afgezet (cercariën). Als bekend is dat een perceel in het verleden vaker besmet was met leverbot, kan het vee er een (voorjaars- of) najaarsbesmetting oplopen. Om dit te voorkomen dient daar dan geen (jong)vee geweid worden maar kunnen deze percelen beter gebruikt worden voor hooien. Het is dus belangrijk om vooral het melkvee (inclusief de droogstaande koeien en pinken die op korte termijn aan de melk komen) vanaf die periode niet meer te weiden op percelen waar de leverbotslak mogelijk aanwezig is. Jongvee dat in die periode wel op (mogelijk) besmette percelen heeft gelopen kan na het opstallen onderzocht en indien nodig behandeld worden. Behandelen in combinatie met ontwijkend beweiden en maaien versnelt de afname van de besmettingsdruk op het weiland. Uiteraard moet maaien wel mogelijk zijn onder de gegeven omstandigheden. 

Droge percelen

Ook drainage of actieve ontwatering en aangepast slootkantbeheer worden genoemd als gunstige factoren voor beheersing van leverbot. Dit heeft te maken met het minder geschikt maken van de leefomstandigheden voor de leverbotslak en niet zozeer met het voorkomen van contact tussen eind- en tussengastheer.

Lees meer over preventieve maatregelen tegen leverbot in de leidraad

 

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.