Veekijkernieuws rundvee

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Via het Veekijkernieuws houden wij u elk kwartaal op de hoogte van nieuws uit de monitoring van diergezondheid bij rundvee.

In deze editie:

Impact veranderende demografie melkveebedrijven op percentage rundersterfte

In het eerste kwartaal van 2020 steeg de sterfte van runderen ouder dan 1 jaar op melkveebedrijven naar 0,85 procent. Dit was hoger dan het eerste kwartaal van 2019 (0,72 procent) en dat van voorgaande jaren (figuur 1)

 

Figuur 1 Sterfte van runderen ouder dan 1 jaar per kwartaal op melkveebedrijven in de periode 1 april 2015 tot en met 31 maart 2020 (Bron: Data-analyse).
*De sterfte is uitgewerkt als ratio van het aantal gestorven dieren ten opzichte van het aantal aanwezige dieren en wordt in de figuur weergegeven als percentage.

De oorzaak voor de lichte stijging ligt in het feit dat het aandeel oudere dieren op bedrijven toeneemt. We weten namelijk dat de sterftekans toeneemt met het stijgen van de leeftijd. Dat blijkt ook uit een verdere analyse. Binnen de groep runderen van 1 jaar en ouder is de sterfte het hoogst bij runderen ouder dan 68 maanden (vierde lactatie en hoger, gemiddeld 1,7 procent per kwartaal) en het laagst bij het jongvee tussen 1 en 2 jaar (gemiddeld 0,4 procent per kwartaal) (figuur 2A). De leeftijdsopbouw van runderen ouder dan 1 jaar is de afgelopen vijf jaar op melkveebedrijven  behoorlijk veranderd. Het aandeel runderen ouder dan 68 maanden steeg van 19 procent naar 23 procent (van gemiddeld 23 naar 29 stuks), terwijl het aandeel jongvee van 1 tot 2 jaar juist daalde van 27 procent naar 21 procent (van gemiddeld 36 naar 28 stuks) (figuur 2B).

Figuur 2 A. Sterfte van runderen ouder dan 1 jaar per leeftijdscategorie en B. Aantal aanwezige runderen per leeftijdscategorie per kwartaal op melkveebedrijven in de periode 1 april 2015 tot en met 31 maart 2020 (Bron: Data-analyse). 
*De sterfte is uitgewerkt als ratio van het aantal gestorven dieren ten opzichte van het aantal aanwezige dieren en wordt in de figuur weergegeven als percentage.

Het aandeel oudere runderen op melkveebedrijven steeg en we zien binnen de specifieke leeftijdsgroepen geen duidelijke toename in sterfte. Daarom lijkt de toename in sterfte van runderen ouder dan 1 jaar een gevolg van de stijging van het aandeel ouder rundvee op melkveebedrijven.

TBE-uitbraak bij mensen in Frankrijk

Tick-borne encephalitis (TBE) is een virusinfectie en een zoönose. Herkauwers raken besmet door een beet van een besmette teek. Runderen vertonen meestal geen klinische symptomen, maar kunnen tijdens de viraemie, die een week duurt, het virus uitscheiden in melk. Rauwe melk kan daarmee een infectiebron zijn voor mensen.

Begin juni werd via Promed melding gedaan van een TBE-uitbraak bij mensen in Frankrijk na het eten van rauwmelkse kazen van geiten en runderen. Half juni waren 28 mensen besmet. Alle kazen kwamen van één bedrijf en die zijn uit de markt genomen. Eind juni liet Promed weten dat in totaal meer dan veertig mensen besmet waren en de kazen uitsluitend afkomstig bleken van rauwe geitenmelk.

In Nederland is in 2017 onderzoek gedaan naar de TBE-prevalentie bij reeën. Zowel op de Utrechtse als Sallandse Heuvelrug zijn reeën met TBE-antistoffen aangetroffen. Deze waarneming is door het Dutch Wildlife Health Centre gecommuniceerd naar artsen en dierenartsen.

 

Figuur 3. Prevalentie TBE-/FSME-virus in Nederland (bron: RIVM, DWHC, Erasmus MC, LabMicTA, GGD-en. WUR. Artemis One health).

Trends en ontwikkelingen in runderziekten: een verdieping van de pathologiedata

Eén van de onderdelen van de diergezondheidsmonitoring rund is het vastleggen en rapporteren van de bevindingen bij pathologisch onderzoek. Toe nu toe werd deze monitoring alleen op de gestelde hoofddiagnoses uitgevoerd. Hierdoor bestaat de kans dat trends van specifieke aandoeningen die vaak als nevendiagnose worden gesteld of niet vaak voorkomende ziektebeelden, onopgemerkt blijven of pas later in beeld komen.

Daarom is een bestaande methodiek toegepast bij de analyse van pathologiedata om per bedrijfstype en leeftijdsgroep bevindingen inzichtelijk te maken. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen melkveebedrijven (verworpen vruchten, fokkalveren <1 jaar, melkkoeien >1 jaar) en vleeskalverbedrijven.

Alle bevindingen aan orgaansystemen bij pathologisch onderzoek (zoals infectieuze longproblemen, infectieuze maagdarmproblemen en nieuwe ziektebeelden) zijn onderverdeeld in relevante ziekten per bedrijfstype. Per ziekte wordt de trend in de tijd ieder kwartaal visueel weergegeven (figuur 4 en 5).

Over de periode van 2015 tot en met 2019 vielen hierbij bijvoorbeeld infecties met Escherichia coli (uitgezonderd E. coli F5 (K99)) op. Een infectie met E. coli kwam voor bij gemiddeld 6 procent van de fokkalveren (melkvee <1 jaar). In 44,9 procent van deze gevallen was de E. coli-infectie geassocieerd met sepsis. Het percentage ingezonden fokkalveren waarbij een E. coli-infectie werd aangetoond steeg significant (figuur 4).


Figuur 4. Percentage ingezonden melkvee <1 jaar met aandoeningen veroorzaakt door E. coli-infecties in de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019.

Bij melkkoeien ouder dan 1 jaar werd een infectie met E. coli in 9,5 procent van de gevallen aangetoond. Over de hele geanalyseerde periode was dit percentage stabiel. Deze infecties waren vaak geassocieerd met het voorkomen van mastitis (39,6 procent) of sepsis (31,1 procent).

Bij vleeskalveren werd bij gemiddeld 7,2 procent van de pathologische onderzoeken een infectie met E. coli aangetoond. Hier veroorzaakte deze infectie vooral sepsis (35,5 procent) of polyserositis (18,9 procent). Ook het percentage vleeskalveren met E. coli-infecties nam significant toe in de tijd (figuur 5).

  

Figuur 5. Percentage ingezonden vleeskalveren met aandoeningen veroorzaakt door E. coli-infecties in de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019.

Door deze nieuwe analyses zijn we in staat trends en ontwikkelingen in pathologiebevindingen efficiënter te monitoren en detecteren we sneller significante afwijkingen op grond van zowel hoofd- als nevendiagnoses. Met deze signalen houden we zicht op nieuwe ontwikkelingen.

Zeven melkveebedrijven met een leptospirosebesmetting

Bij zeven melkveebedrijven is een leptospirosebesmetting vastgesteld (tweemaal antistoffen in de tankmelk aangetoond). Dit is een stijging ten opzichte van afgelopen jaren. Daarnaast is nog een verdenking bij een melkveebedrijf, maar daar kon geen tweede tankmelkonderzoek meer plaatsvinden, doordat  het vee al was afgevoerd. Wel heeft één van de zeven besmette bedrijven waarbij nu antistoffen zijn aangetoond runderen van dit bedrijf gekocht. Twee bedrijven hebben alle dieren met antibiotica behandeld en de status verdacht/behandeld gekregen. Drie van de zeven bedrijven hadden dieren uit Duitsland geïmporteerd. Twee andere bedrijven, waarbij nu antistoffen zijn aangetoond, hebben runderen van Nederlandse melkveebedrijven gekocht, waaronder buitenlandse runderen.

Het advies is dieren uit het buitenland altijd vooraf te screenen, één-op-één te transporteren naar  Nederland en de dieren eerst vier tot zes weken in quarantaine te plaatsen. Want ook tijdens transport kan een besmetting plaatsvinden. Als de dieren direct na aanvoer zijn onderzocht, onderzoek de dieren dan aan het einde van de quarantaineperiode nogmaals. Zorg daarnaast  bij voorscreening in het buitenland dat een gevoelige test wordt gebruikt. In het buitenland gebruikt men nog vaak de  MAT-test, deze test is veel minder gevoelig dan de ELISA die we in Nederland gebruiken. Een half jaar na infectie kan de MAT-test alweer negatief zijn, terwijl de dieren nog wel infectieus zijn. Bovenstaande adviezen gelden uiteraard ook voor dierverplaatsingen binnen Nederland als het herkomstbedrijf niet leptospirose-vrij is.

Diergezondheid van het rundvee in Nederland in het tweede kwartaal van 2020

De diergezondheidsbarometer geeft in één oogopslag de stand van zaken weer rondom de situatie in Nederland. Het geeft een beknopt overzicht van de waarnemingen uit de Diergezondheidsmonitoring Rundvee in het eerste kwartaal van 2020. Zie de tabel in de pdf-versie van het Veekijkernieuws.

Veekijkernieuws rundvee september 2020

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.