Mond-en-klauwzeer

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Mond-en-klauwzeer

MKZ is een aangifteplichtige ziekte, als de varkenshouder of de dierenarts verschijnselen ziet, die mogelijk bij MKZ kunnen passen, dan moet de overheid (NVWA) hierover geïnformeerd worden. MKZ wordt veroorzaakt door een RNA-virus (Picornaviridae genus Aphthovirus) dat gemakkelijk muteert. Van het virus bestaan zeven serotypen (O; A; C; Sat1; Sat2; Sat3; Asia1) en diverse subtypes. Binnen serotype A en SAT2 bestaat de meeste antigeenvariatie. Ook komen diersoortspecifieke stammen voor (in 1996 in Taiwan alleen bij het varken, niet bij het rund).

MKZ is een aangifteplichtige ziekte, als de varkenshouder of de dierenarts verschijnselen ziet, die mogelijk bij MKZ kunnen passen, dan moet de overheid (NVWA) hierover geïnformeerd worden.

De uitbraak in 2001 (Engeland, Nederland) werd veroorzaakt door type O (PanAsia-stam).
Tussen de diverse typen bestaat geen kruisimmuniteit.

Direct naar:

 

Stabiliteit van het virus

  • temperatuur: progressieve inactivatie boven 50°C. Het virus weerstaat bevriezing en kan weken overleven bij 4°C.
  • pH: geïnactiveerd onder pH 6 en boven pH 9
  • bij een relatieve vochtigheid boven de 60% blijft het virus vele uren stabiel
  • straling: snelle inactivering door zonlicht
  • desinfectantie logen en zuren (bijv. natronloog 2%; citroenzuur 0,2%) of virucide middelen zoals Virkon S. 

Transmissie

Het virus wordt uitgescheiden via:

  • ademhaling: door het varken wordt veel virus uitgescheiden (>108 deeltjes per dag). Virusuitscheiding vindt reeds plaats voordat klinische verschijnselen zichtbaar zijn)
  • Blaarwandmateriaal, blaarvloeistof en speeksel kunnen grote hoeveelheden virus bevatten

  • via melk, sperma, eicellen, mest, urine, beenmerg, tonsillen, via huid en kadavers

  • niet via vlees (inactivatie tijdens rigor mortis door vorming melkzuur), wel via beenmerg en lymfeknopen.

 

De verspreiding vindt vooral plaats via dieren en transport en in mindere mate via de lucht en via besmette materialen:

  • via dieren +++
  • door transport +++
  • via lucht (< 5 km ++ ; > 5 km +)
  • besmet materiaal (++)

Zoals hierboven vermeld, scheidt het varken in het acute stadium van de ziekte zeer veel virus uit (is een enorme besmettingsbron voor de omgeving!). Het varken is geen drager van het virus, dit in tegenstelling tot herkauwers (rundvee tot circa twee jaar en schapen tot negen maanden).  

Pathogenese

  • incubatietijd: 2 tot 8 dagen, kan oplopen tot 14 dagen bij aerogene transmissie.
  • geen leeftijdsresistentie
  • de natuurlijke infectieroute is via het ademhalingsapparaat. Ook kan besmetting via het maagdarmkanaal optreden. De minimaal infectieuze dosis is dan wel veel hoger dan bij respiratoire besmetting.

Terug naar het begin van dit artikel

Klinische verschijnselen


  • kreupelheid, plotseling optredend en snel verspreidend naar andere hokken. Dieren kruipen op elkaar;
  • kromme ruggen, verzet tegen bewegen, pijnlijk;
  • aangetaste varkens blijven liggen en weigeren op te staan;
  • witte blaren (0,5 - 1 cm doorsnee) op de tongpunt, op de snuit, op de uier, op de kroonrand in de tussenklauwspleet en op de bijklauwtjes;
  • de blaren barsten snel. Kleine zweren blijven over;
  • na openbreken oppervlakkige zweren; donkere strepen op de hoorn; ondermijning van de hoorn: dikwijls ontschoening;
  • koorts tot 41°C, vooral bij begin van de ziekte;
  • schuimig speekselen kan voorkomen;
  • aangetaste dieren zijn sloom, vreten niet en verliezen conditie;
  • abortus;
  • sterfte tot vijf procent; bij biggen plotselinge sterfte tot vijftig procent al voordat blaren bij zowel zeugen als biggen zichtbaar zijn.

De meest in het oog springende verschijnselen zijn kreupelheid en blaren in de tussenklauwspleet. Zie voor meer informatie bijlage 1.

Interpretatie van de leeftijd van blaren

Aard van de blaren

Ouderdom blaren

intact

1 à 2 dagen

open: helderrood, epitheel deels intact

1 à 3 dagen

Open: fibrine vorming (geel, elastisch)

3 – 5 dagen

open: korstvorming, granulatie

4 à 6 dagen

laesies met bindweefselvorming

> 7 dagen

herstel

> 17 dagen

 

 

Diagnostiek

  • klinisch: zie onder;
  • aantonen van agens:
    • Groepsspecifieke realtime RT-PCR (MKZ positief of negatief) eventueel gevolgd door lineage-specifieke PCRs
    • Specifieke ELISA op blaarwandmateriaal (uitslag binnen 4 à 5 uur); differentiatie tussen zeven MKZ-typen en SVD;
    • virusisolatie (twee celsystemen) van verschillende relevante virussen; differentieel onderzoek op MKZ en SVD;
  • serologie:
    • virusneutralisatietest (voor elk type afzonderlijke test; bewerkelijk; uitslag 3 à 5 dagen; geen onderscheid tussen vaccinatie en infectie mogelijk);
    • liquid phase blocking ELISA (type-specifieke test; uitslag 1 à 2 dagen; geen onderscheid tussen vaccinatie en infectie mogelijk);
    • solid phase competition of indirecte ELISA (type-specifieke test, diverse kits beschikbaar op de Europese markt); geen onderscheid tussen vaccinatie en infectie mogelijk);
    • ELISA op afweerstoffen tegen niet-structurele eiwitten (elk type; snel; onderscheid tussen typen niet mogelijk). Diverse kits beschikbaar op de Europese markt

 

Materiaal waarin virus of antilichamen
aangetoond kunnen worden
materiaal virus antilichamen
blaarwand ++ -
serum + ++
heparine bloed + +
sputum + +

Therapie

Geen.

Preventie

  • Algemeen hygiënische maatregelen
  • Geen swillvoedering
  • Vaccinatie (binnen EU niet toegestaan). Tijdens een epidemie kan tot een noodvaccinatie worden besloten.

Hiervoor is een water-olie-water (DOE) vaccin beschikbaar: éénmalige vaccinatie met een dosis van 1 cc biedt veertig weken bescherming tegen type A, O en C. Varkens na drie maanden opnieuw vaccineren, biggen (uit gevaccineerde zeugen) kunnen vanaf een leeftijd van 2 weken worden gevaccineerd.

Terug naar het begin van dit artikel

Zo herkent u Mond- en klauwzeer bij varkens


Mond- en klauwzeer kan optreden bij koeien, geiten, schapen en varkens. De ene diersoort kan de ziekte overdragen op de andere. Symptomen bij het varken zijn: plotselinge kreupelheid, niet eten, koorts, sloom. Blaren zijn zichtbaar aan: kroonranden, tussenklauwspleet, bijklauwtjes, bek, snuit, lippen, spenen. Het varken wil graag liggen (gillen bij opjagen). Sterfte zal vooral optreden bij biggen in het kraamhok (virale myocarditis). Met name varkens zorgen voor verspreiding van een grote hoeveelheid virusdeeltjes in de lucht. Vervolgens zullen met name runderen door besmette lucht worden geïnfecteerd. De blaarvorming treedt in hoofdzaak op rond de klauwen en zijn alleen zichtbaar bij nauwkeurige inspectie van schone klauwen. Let op: de symptomen van blaasjesziekte en mond- en klauwzeer zijn vrijwel identiek. Elke klinische verdenking dient onmiddellijk te worden gemeld! De foto's geven een beeld van:  Varken met 1 dag oude intacte blaren op de neus. Varken met 2 dagen oude blaren. Varkens met 3 dagen oude wonden op de kroonrand van klauwen en bijklauwen. Varkens met 8 dagen oude wonden met beginnende ontschoening, uitgebreide korstvorming en herstel.

     

Foto's van varkensklauwtjes geïnfecteerd met MKZ (bron CVI):

blaarvorming 2-3 dagen na infectie

blaarvorming 6 dagen na infectie

ondermijning kroonrand 10 dagen na infectie

Terug naar het begin van dit artikel

Diagnose van Mond- en klauwzeer


Meldingsplichtig

MKZ is een meldingsplichtige ziekte. Elk ziektebeeld waarbij MKZ niet kan worden uitgesloten is een klinische verdenking en dient gemeld te worden bij het Landelijk Meldpunt Dierziekten (045-5463188). Het is van groot belang dat de melding van een verdenking zo snel mogelijk plaatsvindt omdat al vóór het zichtbaar worden van klinische verschijnselen virus uitscheiding plaatsvindt en het van groot belang voor de sector is dat als de verdenking wordt bevestigd, verspreiding beperkende maatregelen kunnen worden genomen. De afhandeling van verdenkingen en bestrijding gaan volgens de geldende regelgeving en de instructie van NVWA.
Een klinische verdenking van MKZ waarbij de eerste maatregelen door NVWA al worden ingesteld vóór de diagnose met laboratoriumonderzoek is bevestigd:
  • Runderen: als ten minste één rund boven op de tong een blaar van de grootte van één euro heeft (de grootte wordt bepaald nadat het epitheel ter plekke van de blaar is verwijderd) en tevens bij één of meer andere runderen een temperatuur is vastgesteld >40,0°C of laesies aan tong of klauwen
    N.B.: waterbuffels hebben vaak geen laesies op de tong ( zie onder klinische verschijnselen)
  • Varkens: als blaren op de kroonrand en de bal van de klauwen van ten minste twee poten zitten bij één dier en bij meer dan twee varkens een temperatuur > 40,5°C en / of andere MKZ-verschijnselen
  • Schapen, geiten en overige evenhoevige dieren: klinische diagnose moeilijk, soms blaarvorming op tandeloze rand, binnenkant lippen, tong.

Terug naar het begin van dit artikel

Risicofactoren voor Mond- en klauwzeer bij varkens


MKZ kan via invoer van besmette dieren en dierlijke producten uit niet-MKZ-vrije gebieden ons land binnenkomen. Een strenge controle op de invoer van dierlijke producten aan de landsgrenzen, op vliegvelden en havens is vanwege de ernst van de ziekte dus zeer belangrijk.

Bedrijfsvoering

Normaal gesproken komt MKZ in West-Europa niet voor. Daarom speelt de bedrijfsvoering in normale situaties geen rol als risicofactor. De veehouder heeft wel een zeer verantwoordelijke rol in het melden van eventuele verdachte verschijnselen die op MKZ kunnen duiden. Op alle bedrijven die aan IKB deelnemen vindt elke vier weken een klinische inspectie op de aanwezigheid van aangifteplichtige ziekten plaats, door de praktiserend dierenarts. Controle op MKZ is hiervan een onderdeel. Het risico bestaat dat een eerste uitbraak van MKZ (te) laat wordt ontdekt. Dit kan het gevolg zijn van onduidelijke verschijnselen of van onbekendheid met de verschijnselen. Angst voor de gevolgen van een uitbraak kan ook een rol spelen, omdat de veehouder zich mogelijk niet aan de bepaalde regels heeft gehouden of bang is voor de consequenties. Dat leidt tot extra verspreiding van het virus, omdat nog geen bestrijdingsmaatregelen worden genomen.  

Aanvoer dieren

Besmette tweehoevige dieren kunnen het virus overbrengen. Een genezen rund kan tot twee jaar lang drager zijn van het virus en een genezen schaap tot negen maanden lang. Bij schapen zullen de verschijnselen bovendien zeer minimaal zijn, waardoor ontdekking nog verder vertraagd kan worden. Genezen varkens zijn geen drager van het virus. De overheid heeft een aantal maatregelen afgekondigd die verspreiding van besmettelijke dierziekten via vervoer van dieren moeten tegengaan. Wilde zwijnen kunnen echter ook het virus overdragen op gedomesticeerde varkens en andere evenhoevigen. In begin 2011 speelden wilde zwijnen een rol bij de introductie van MKZ in Bulgarije.   

Overige risicofactoren

  • Via dierlijke producten kan het virus ook worden overgebracht. In vlees dat is ontdaan van botten en lymfeklierweefsel kan het virus niet overleven. Het virus kan wel overleven in vleesproducten, melk, kaas, beenmerg, keelamandelen en in de huid. Deze producten vormen grote risico’s indien ze worden meegenomen uit landen waar MKZ inheems is (bijvoorbeeld Turkije). Daarnaast kan het virus overleven in sperma, eicellen en mest. De overheid heeft een aantal maatregelen afgekondigd die verspreiding van besmettelijke dierziekten via dieren moet tegengaan.
  • Overdracht via mensen is mogelijk. In ons land wordt op luchthavens (nog) niet gecontroleerd of personen uit een niet-MKZ-vrij gebied, het MKZ virus mogelijk bij zich dragen. Dit in tegenstelling tot landen als Amerika en Australië.

Tijdens een uitbraak dient het aantal bezoekers zoveel mogelijk te worden beperkt. Noodzakelijke bezoekers dienen zich te onderwerpen aan strenge hygiënemaatregelen, zoals:

  • Niet met het vervoermiddel op het bedrijfsterrein komen.
  • Voor betreden van het bedrijfsterrein het aangepaste schoeisel desinfecteren.
  • Bedrijfsterrein betreden met MKZ-vrije kleding. In de praktijk zijn dat wegwerpoveralls.
  • Voor betreden van de stallen de hygiëne procedure van het bedrijf volgen: Douchen en gebruik maken van bedrijfskleding en bedrijfsschoeisel.
  • Bij het verlaten van de stal en het bedrijfsterrein de omgekeerde volgorde aanhouden.

Terug naar het begin van dit artikel

Aanpak van Mond- en klauwzeer


Meldingsplicht

MKZ is een meldingsplichtige ziekte ingevolge artikel 15 van de Gezondheids- en Welzijnsziekte voor Dieren. Bij afhandeling van verdenkingen en bij de bestrijding zijn de betreffende draaiboeken uitgangspunt en zijn de dan geldende regelgeving en de instructie van NVWA leidend.

Bewaking

De bewaking is gebaseerd op controle aan de buitengrenzen van de EU en op de aangifteplicht. Dat wil zeggen: het zo spoedig mogelijk melden van klinisch verdachte dieren bij het centrale meldpunt van de Nederlandse Voedsel en Waren autoriteit (NVWA). Bij enige verdenking op MKZ moet dit zo spoedig mogelijk worden gemeld. Dit is van zeer groot belang voor de gehele nationale veehouderij. Een practicus die een MKZ-verdenking heeft of een besmetting vaststelt, verlaat het betreffende bedrijf niet en slaat alarm bij het landelijke meldpunt besmettelijke dierziekten van de NVWA (045-5463188)). Een dierziekte-bestrijdingsteam (NVWA-dierenarts, GD-dierenarts + practicus) bezoekt het bedrijf om de klinische verschijnselen te beoordelen. 

Terug naar het begin van dit artikel

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.