4-8-2025:
Nederland is sinds 1999 vrij van runderbrucellose. Deze status is belangrijk voor onbelemmerde export van dieren en producten. De dierziekten in de Europese Diergezondheidsverordening zijn ingedeeld in de vijf categorieën A, B, C, D en E. Brucella abortus valt onder categorie B+D+E. Brucellose is bovendien een zoönose.
Bij drachtige runderen zorgt een besmetting met Brucella abortus voor een ontsteking van de vruchtvliezen. De vrucht krijgt onvoldoende voeding en sterft af. Het gevolg is een abortus. Ook ontsteking van de geslachtsorganen komt voor. Andere symptomen van brucellose zijn kreupelheid en uierontsteking.
De bacterie wordt uitgescheiden via melk, urine en sperma en ook via de afgestoten vrucht(vliezen) en het vruchtwater van een besmet dier dat een abortus heeft. Runderen kunnen besmet raken via direct contact met een besmet dier. Meestal raken ze oraal besmet, bijvoorbeeld als ze in contact komen met de lichaamsvloeistoffen van een besmet dier. Een besmetting kan ook opgelopen worden via gecontamineerd water of voer. Besmetting is ook mogelijk via de handen of materiaal.
Nederland is vrij van Brucella abortus. Er gelden landelijke maatregelen om te voorkomen dat de ziekte terug kan keren in ons land. De bewaking van de vrijstatus gebeurt door bloedonderzoek van verwerpers. Veehouders zijn verplicht om van alle runderen die verwerpen tussen de 100 en 260 dagen dracht, binnen zeven dagen na het verwerpen een bloedmonster te laten nemen voor onderzoek op brucellose. Voor veehouders die deelnemen aan de GD-programma’s voor IBR, leptospirose, neosporose en salmonellose wordt het bloedmonster automatisch en zonder extra kosten onderzocht op de ziekte waarop het programma betrekking heeft. De kosten van de visite, het bloedtappen door de dierenarts en de kosten van het brucellose-onderzoek worden vergoed vanuit het Diergezondheidsfonds.