Wilde vogel (blauwe reiger) in regio Noord-Holland-Noord besmet met westnijlvirus

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Diersoorten

Wilde vogel (blauwe reiger) in regio Noord-Holland-Noord besmet met westnijlvirus

1-11-2022: 

De aanwezigheid van westnijlvirus (WNV) is vastgesteld in een blauwe reiger, Ardea cinerea, in de regio Noord-Holland-Noord. Dit is de eerste detectie van WNV in Nederland sinds 2020. In september 2020 werd voor het eerst WNV aangetoond in een (wilde) vogel in Nederland en vervolgens in muggen. Later dat jaar werd bij 8 patiënten een autochtone infectie met WNV vastgesteld. Een aantal van deze patiënten is destijds retrospectief gediagnosticeerd, door verhoogde alertheid na het vaststellen van lokale circulatie van WNV onder vogels en muggen.
WNV is een flavivirus dat circuleert onder vogels en wordt overgedragen via muggen. Het gaat hierbij in Nederland vooral om de gewone huissteekmug, Culex pipiens
 
Door verschuivende epidemiologie en aanhoudende uitbraken met Aviaire Influenza (AI) werd besloten om de surveillance van arbovirussen dit jaar zoveel mogelijk te combineren met de AI monitoring. Via deze route heeft het Erasmus MC / One Health-PACT nu de eerste WNV detectie (RNA) van 2022 in een wilde vogel in Nederland gedaan. Eerder dit jaar werd al wel USUV gevonden bij diverse dode en levende wilde vogels. USUV is verder ook gevonden in muggen uit zowel structurele surveillance en onderzoeksprojecten. 
 
Erasmus MC / One Health-PACT zal een geïntensiveerde monitoring onder vogels (inclusief serologie) uitvoeren in de omgeving waar de reiger gevangen werd. De NVWA heeft ondertussen, samen met OH-PACT, geïntensiveerde muggenmonitoring in de omgeving van de WNV positieve reiger ingezet. 
 
Soms vindt ook overdracht plaats naar mensen en andere zoogdieren, zoals paarden. Zij kunnen daar ziek van worden, maar spelen bij de verdere verspreiding van het virus geen rol, omdat zij geen muggen kunnen infecteren door de lage (en zeer korte) viremie. Mensen en paarden zijn zogenaamde ‘dead end hosts’. Het transmissieseizoen loopt in Europa van medio mei tot eind november en de incubatieperiode is 2 tot 14 dagen. 
 
Sinds 2021 wordt de circulatie van WNV gemonitord via structurele surveillance gefinancierd door ministerie VWS en LNV, aangevuld met onderzoeksprojecten, in mensen, vogels, paarden en muggen. Heeft u tijdens het vectorseizoen, van mei tot en met eind november, een paard met neurologische verschijnselen? Stuur dan een serummonster met dit inzendformulier naar GD. 
 
Bronnen: Erasmus MC / One Health-PACT, RIVM, (CMV) NVWA

Meer informatie over westnijlvirus

 

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.