- Home
- Producten-en-diensten
- Producten
- Rundvee
- Uiergezondheids-aanpak
- Uiergezondheid-Tankmelk
- Veelgestelde-vragen-uiergezondheid-tankmelk
Veelgestelde vragen over Mastitis Tankmelk
Mastitis Tankmelk is onderzoek naar mastitisverwekkers via uw tankmelk. De 7 belangrijkste (groepen) mastitisverwekkers worden regelmatig en volledig automatisch in beeld gebracht. Het gaat om de volgende veroorzakers van klinische mastitis of een verhoogd celgetal:
- Streptococcus agalactiae
- Staphylococcus aureus
- Omgevingsstreptokokken
- Streptococcus uberis
- Streptococcus dysgalactiae
- Coliformen
- Klebsiella spp.
Het tankmelkmonster dat door uw RMO-chauffeur standaard wordt genomen wordt automatisch onderzocht in het laboratorium van GD. U hoeft hier dus zelf niets voor te doen.
Met dit tankmelkonderzoek heeft u op een eenvoudige manier in één oogopslag het overzicht van uw hele koppel. U houdt automatisch een vinger aan de pols. En als een bacterie piekt bent u er op tijd. Het bijbehorende advies helpt u in de te nemen maatregelen om zo een mogelijke toename van mastitis te voorkómen. Het effect van de genomen maatregelen (een afname van het aantal mastitiskiemen) is door middel van een volgende tankmelkuitslag te controleren.
Mastitis Tankmelk geeft u daarnaast informatie over uw bedrijfshygiëne en melktechniek en vergelijkt uw resultaten met die van collega melkveehouders.
Mastitis Tankmelk Standaard
“Voor veehouders die de uiergezondheid op koppelniveau het jaar rond willen bewaken”
Hierbij wordt 10 maal per jaar uw tankmelk op de 7 meest voorkomende mastitisverwekkers onderzocht. Elke 5 weken ontvangt u een uitslag.
Mastitis Tankmelk Basis
“Voor veehouders die inzicht in uiergezondheid willen op koppelniveau, in de meest risicovolle perioden van het jaar”
Zes keer per jaar wordt uw tankmelk onderzocht op de 7 meest voorkomende mastitisverwekkers. De onderzoeken vinden alleen plaats in de meest risicovolle perioden en geven een beeld van de aanwezige verwekkers in de stalperiode (3x) en het zomerseizoen (3x).
Mastitis Tankmelk is geschikt om op alle melkveebedrijven toe te passen. Zeker op groter wordende bedrijven kan het praktisch zijn om inzicht te hebben op koppelniveau.
De uitslagen geven u inzicht in het verloop van bestaande en nieuwe mastitisverwekkers binnen uw koppel. Door dit te monitoren signaleert u mogelijke problemen vroegtijdig waardoor u ook tijdig actie kunt ondernemen. Elke mastitisverwekker kent zijn eigen specifieke aanpak. Met behulp van het gegeven advies dat u voor uw situatie ontvangt weet u wat voor uw bedrijf de meest effectieve maatregelen zijn. Zo kunt u effectief mastitisinfecties voorkomen. De tankmelk geeft u tevens informatie over uw bedrijfshygiëne en melktechniek.
Extra service
Deelnemers aan Mastitis Tankmelk kunnen vanaf nu ook extra service van de GD verwachten. Nieuwe deelnemers ontvangen na de eerste uitslag een telefoontje van een van de leden van het UGA-team om samen de uitslag te bespreken. Voor alle deelnemers geldt dat het UGA-team contact opneemt zodra de uitslag afwijkend is en directe actie van belang is.
Mocht u vragen hebben, dan kunt u zelf ook altijd contact opnemen met het UGA-team via 09001770
Een uiergezondheidsspecialist van GD neemt contact met u op om uw eerste uitslag te bespreken. Hoewel het meest betrouwbaar uitspraken kunnen worden gedaan over 3 achtereenvolgende tankmelkuitslagen kan een eerste uitslag u al veel inzicht geven. Daarnaast beantwoorden we graag eventuele vragen.
Uierontsteking (zowel klinisch als een verhoogd celgetal) is een multifactoriële aandoening. Dit betekend dat vaak meerdere factoren (samen) voor het ontstaan van een uierinfectie zorgen.
Al deze factoren hebben te maken met óf de infectiedruk in de omgeving van de koe óf de weerstand van het dier zelf. U kunt beginnen door te analyseren wanneer de problemen precies zijn ontstaan. Bekijk, eventueel in overleg met uw dierenarts, de uiergezondheidsdata (ook registratie van klinische uierinfecties) nauwkeurig. Vervolgens probeert u te achterhalen of en zo ja welke, factoren er voorafgaand aan deze periode zijn veranderd. Denk bij weerstand bijvoorbeeld aan; Hoe is het rantsoen?, Speelt er BVD in de koppel?, Hoe is de speenconditie (lokale weerstand)? Is er een stressmoment geweest bij de koeien? Bij infectiedruk moet u bijvoorbeeld denken aan: Hoe is de ligboxhygiëne/hygiëne afkalfruimte, Hoe is de bezettingsgraad?, maar ook; Hoeveel dieren waren er al aanwezig in de koppel met een klinische uierontsteking of een hoog celgetal?, Welke maatregelen worden tijdens het melken genomen om infectieoverdracht tegen te gaan?
Dit zijn slechte aan aantal factoren die een rol kunnen spelen. De meeste factoren kunnen door het management van de veehouder worden beïnvloed.
Toch zijn bepaalde managementmaatregelen effectiever dan andere als u de uiergezondheid weer wilt verbeteren, afhankelijk van de mastitisverwekker. Zo wordt Staphylococcus aureus voornamelijk tijdens het melken (via melkstellen, handen van de melker of doeken) overgedragen van een geïnfecteerde naar een gezonde koe, terwijl Streptococcus uberis- infecties voor een groot deel vanuit de omgeving (denk aan boxen, afkalfhok) in de uier terecht komen. Het achterhalen van de belangrijkste mastitisverwekker(s) op een bedrijf kan dus heel nuttig zijn voor het bepalen van de meest effectieve preventieve maatregelen. Daarnaast bepaald ook het type mastitisverwekker, samen met verschillende koefactoren, zoals de leeftijd van een koe en het aantal celgetalverhogingen, de kans op genezing en dus het plan van aanpak voor een specifieke koe.
- Het achterhalen van de mastitisverwekker kan door middel van individueel bacteriologisch onderzoek. In dat geval worden melkmonsters genomen van kwartieren met een klinische uierontsteking of een verhoogd celgetal.
- Een andere optie is bacteriologisch onderzoek van de tankmelk (Mastitis Tankmelk). Hierbij wordt volledig automatisch 6 of 10 keer per jaar onderzocht in welke mate specifieke mastitisverwekkers aanwezig zijn binnen de melkgevende koppel. De uitslag bevat tevens een advies afhankelijk van de gevonden mastitisverwekker(s). Bovendien kunt u vervolgens het effect van de genomen maatregelen blijven monitoren in de tijd en zo een volgende keer problemen makkelijker voorkómen.
- Indien u bij problemen graag snel zo snel mogelijk maar op toch relatief eenvoudige wijze wilt weten welke mastitisverwekker(s) een rol spelen in de koppel is een QuickScan Uiergezondheid (link website) een goede optie. Hierbij neemt u zelf 3 tankmelkmonsters van 3 achtereenvolgende te leveren tanks, met behulp van het toegestuurde monsternamemateriaal. Een koerier transporteert vervolgens deze monsters gekoeld naar GD waar ze worden onderzocht. De uitslag kunt uw bespreken met uw dierenarts of met een uiergezondheidsdeskundige van GD waarna u gericht aan de slag kunt.
Ja, dat kan. U kunt na ieder kwartaal het abonnement beëindigen. Bij overstap van 10 naar 6x of omgekeerd vindt er geen bijbetaling of restitutie op basis van het “oude” abonnement plaats. Bij beëindiging van het abonnement wordt zoveel mogelijk de laatste datum van het kwartaal genomen zodat u alle uitslagen binnen betreffend kwartaal nog ontvangt.
Uw dierenarts ontvangt uw uitslagen van Uiergezondheid Tankmelk ook. Uw dierenarts kent tevens uw bedrijfsspecifieke situatie. Hierdoor kan hij of zij uw goed helpen bij het kiezen van de eventuele maatregelen. Samen met uw dierenarts kunt u het effect van de maatregelen met behulp van de tankmelkuitslagen evalueren.
Het uitgangspunt is dat in geen van de tankmelkuitslagen Streptococcus agalactiae mag worden aangetoond. Is deze melk overdraagbare bacterie wel aanwezig dan veroorzaakt deze vaak grote problemen. Deze kiem komt uit geïnfecteerde kwartieren (en niet uit de omgeving) en is zeer besmettelijk. Het snel opstellen en uitvoeren van een plan van aanpak is gewenst.