Jonge pup met fatale diarree

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Jonge pup met fatale diarree

Diersoort
Hond, pup

Leeftijd
17 dagen

Anamnese
Een 17 dagen oude pup ging dood na klachten van diarree en werd ter sectie aangeboden. De pup was afkomstig uit een groot nest waarvan enkele pups doodgeboren waren. Op 15 dagen leeftijd ontwikkelde het dier klachten van diarree en niet willen drinken; meerdere nestgenoten hadden last van diarree. 

Pathologisch onderzoek

Bij sectie was de darminhoud te vloeibaar (diarree). Verder vertoonden de weefsels en organen geen macroscopische afwijkingen. Om de aard van de darmstoornis te onderzoeken, werd er aanvullend histologisch onderzoek van het maagdarmkanaal gedaan in combinatie met een bacteriologisch en parasitair onderzoek van de darminhoud.

Bij microscopisch onderzoek van de verschillende darmdelen werd in het jejunum en ileum oppervlakkige epitheelschade aangetroffen met opvallende intranucleaire inclusies in het epitheel van de darmvlokken. Deze veranderingen gingen gepaard met relatief geringe ontsteking en oedeem in de darmwand. Verspreid waren er bacteriën aanwezig op het mucosale oppervlak van het duodenum tot aan het ileum; significante aantallen bacteriën worden normaliter niet gezien in de dunne darm. Bacteriekweek toonde aan dat dit een overmaat aan hemolytische Escherichia coli betrof. Het parasitologisch onderzoek was negatief.

Figuur 1. Links een microscopisch overzicht van het ileum. Rechts een vergroting van een darmvlok met talrijke intranucleaire inclusies (enkele aangegeven met pijlen) in het villusepitheel.

Het vervolgonderzoek van de dunne darm leverde een opvallende en typische bevinding op, namelijk de aanwezigheid van intranucleaire inclusies in combinatie met epitheelschade. Deze kenmerken zijn typisch voor een infectie met het Canine Bocavirus type 1. Hoewel er geen aanvullend PCR-onderzoek beschikbaar was om deze diagnose te bevestigen, is het beeld erg karakteristiek voor deze virale infectie. De gekweekte hemolytische E. coli vertegenwoordigen waarschijnlijk een opportunische infectie, secundair aan de verstoringen in de darm door de virale infectie.

Canine Bocavirus

Het Canine Bocavirus type 1 (CBoV-1), vroeger Canine minute virus of Canine parvovirus type 1 genoemd, verschilt genetisch van het meer bekende Canine parvovirus type 2 (CPV-2). CBoV-1 werd voor het eerst aangetoond in de ontlasting van asymptomatische honden. Hoewel de meeste CBoV-1 infecties asymptomatisch verlopen, kan een infectie voor problemen zorgen bij ongeboren en jonge pups en bij oude honden. Overdracht van CBoV-1 gebeurt via de fecale-orale route of transplacentaal. Indien transplacentale infectie vroeg in de dracht gebeurt (tot 30 dagen dracht) dan leidt dit tot embryonale sterfte en resorptie. Indien de pups laat in de dracht worden geïnfecteerd dan leidt dit tot doodgeboren pups en zwakke pups. Ziekteverschijnselen treden meestal op bij pups jonger dan drie weken. Deze pups vertonen klachten van braken, diarree en benauwdheid of vage symptomen (fading puppy). Het virus kan in deze pups enteritis, myocarditis, pneumonie en lymfodepletie veroorzaken en verzwakt het immuunsysteem (door aantasting van macrofagen functie). 

Door het genetische verschil tussen Canine Bocavirussen en Canine parvovirus type 2 is er geen immunologische kruisreactie tussen deze virussen. Dit betekent dat het vaccin voor Canine parvovirus type 2 geen bescherming biedt tegen Canine Bocavirussen en dat immunologische testen voor CPV-2 het Canine Bocavirus niet kunnen aantonen. Bovendien zijn deze virussen in staat om snel te evolueren. Recent zijn er nieuwe Canine Bocavirus type 2 stammen aangetoond waarvan één ernstigere darmlaesies veroorzaakt gekenmerkt door villusatrofie, cryptnecrose en atrofie van beenmerg en lymfoïd weefsel. 

Conclusie

Er zijn sterke aanwijzingen dat de maagdarmklachten van deze pup veroorzaakt zijn door een infectie met Canine Bocavirus in combinatie met een secundaire bacteriële infectie. Bij jonge pups met diarreeklachten en een negatieve parvotest kan Canine Bocavirus een rol spelen. Ook in geval van abortus, aangeboren afwijkingen, doodgeboorte en fading pups staat Canine Bocavirus in de lijst van differentiaal diagnoses. Behandeling van deze pups is symptomatisch, maar vaak met teleurstellend resultaat door snelle progressie. Omdat klinische symptomen als gevolg van een infectie met Canine Bocavirus slechts sporadisch optreden, is er geen vaccin beschikbaar. 

 

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.