Hond met hardnekkige spoelworminfectie

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Hond met hardnekkige spoelworminfectie

In de zomer van 2020 ontvingen wij een inzending met maagdarmbiopten, afkomstig van een Australian Shepherd Dog van 8 maanden oud.

De hond kwam als pup vanuit Hongarije naar Nederland en vertoonde vanaf aankomst vrijwel dagelijks braken en in wisselende mate diarree. Hypoallergeen dieetvoer liet geen verbetering zien. Bloedonderzoek toonde een hypoproteïnemie aan, passend bij protein loosing enteropathie (TE 50, alb 25). Faecesonderzoek naar wormeieren leverde geen resultaat op, wel werden een matig aantal Isospora burrowsi/ohioensis-oöcysten gevonden.

Bij echoscopie bleek alleen het ileum prominent zichtbaar, de overige dunne darmen waren niet afwijkend; bij gastroscopisch onderzoek vertoonde de maag geen afwijkingen en leek het duodenum wat afgeplat en vlekkerig.

In de duodenum-biopten was histopathologisch sprake van een matige tot ernstige vlokverkorting en -verbreding met toename van het aantal eosinofielen, lymfocyten en plasmacellen in de lamina propria. Zowel in de lamina epithelialis als in de crypten werden parasitaire doorsneden aangetroffen, passend bij een nematode. Vermoedelijk was er sprake van een infectie met de spoelworm Toxocara canis.

De hond werd ontwormd en aanvullend behandeld met prednison, metrobac, omeprazol en cerenia. De voeding bleef strikt anallergeen. Nadat aanvankelijk duidelijk klinische verbetering optrad, viel  echter terugval te constateren bij het afbouwen van de prednison. Uiteindelijk deden de aanhoudende hardnekkige klachten de eigenaar besluiten tot euthanasie.      

 

De hond fungeert als eindgastheer voor deze spoelworm. Puppies verkrijgen deze infectie veelal via hun geïnfecteerde moeder, zowel door overdracht via de placenta als via de moedermelk, door reactivatie van rustende larvale cysten tijdens de dracht. Bij puppies kan de spoelworminfectie zich klinisch uiten als een dik buikje, gepaard gaande met een maagdarmstoornis,  evenals bij oudere honden, zoals hierboven omschreven. Subklinische infecties komen overigens ook veel voor. Honden kunnen daarnaast ook geïnfecteerd worden door opname van eitjes van de spoelworm uit de omgeving, daar terechtgekomen door ontlasting van besmette honden. Ca. 4 tot 5 weken na opname kunnen vervolgens weer eitjes, afkomstig van in de darm volwassen geworden spoelwormen, worden uitgescheiden in de ontlasting.

Behalve het veroorzaken van een parasitaire darmstoornis ligt het belang van het onderkennen van een Toxocara-besmetting in het zoönotische aspect. Met name kinderen kunnen op jonge leeftijd worden geïnfecteerd, waarbij migrerende larven schade kunnen veroorzaken in het centrale zenuwstelsel, ogen en andere organen. Vanaf een leeftijd van 2 weken dienen puppies regelmatig ontwormd te worden en ook bij oudere honden wordt regelmatig ontwormen aanbevolen om de uitscheiding van eitjes én het zoönotische risico te beperken.

 

Figuur 1. Darmepitheel, HE-kleuring. Twee parasitaire doorsneden in het celrijke epitheel, waarin een toename van eosinofielen, plasmacellen en lymfocyten.

Figuur 2. Darmepitheel, HE-kleuring. Close-up van parasitaire doorsnede in het  crypte-epitheel.

 

 

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.