Flexibel kunnen bijsturen

De samenstelling van een kuil kan gedurende de tijd veranderen, niet elke koe neemt hetzelfde op en ook de kwaliteit van het gras verschilt. Ze maaien niet op vaste momenten, maar houden daar wat flexibiliteit in. Hans: “Tot het gras wat langer is, dan weten we zeker dat we een goede eerste snede hebben. Daarom maaien we die soms wat later. Na de eerste snede maaien we, als het kan, om de vier weken. ”

“We gebruiken organisch gebonden mineralen, wat neemt de koe daarvan op? Uit de uitslag van de Mineralencheck komt soms dat er te weinig koper wordt opgenomen. Dan passen we de maatmineralen aan in overleg met de voeradviseur. Door de steeds lagere bemestingsnorm komt de gezondheid van dieren onder druk. Je mag minder kunstmest gebruiken en het gras heeft dus een hele andere samenstelling dan voorheen. Vooral minder eiwit, wat je dan weer extra moet bijvoeren. Ook gebruiken we broeiremmers in de kuilen, voeren we extra soja bij als het nodig is of passen we het ruwvoerrantsoen aan. In warme periodes in de stal proberen we het voer ook smakelijk te houden voor de koeien, door een extra broeiremmer te voeren. We willen bewust niet te veel koeien hebben, omdat we het erg belangrijk vinden dat we elke koe individueel zien. Als er dan wat aan de hand is, dan grijpen we meteen in. Goede voeding is de basis van gezonde dieren, vandaar dat wij ervoor kiezen om daar veel geld in te investeren”, besluiten Hans en Madelon.