- Home
- Diergezondheid
- Dierziekten
- Babesia
Babesia
Babesiose bij runderen wordt meestal veroorzaakt door een besmetting met Babesia divergens, een protozo die via besmette (ixodes)teken kan worden overgedragen. Deze parasiet kan niet alleen rundvee, maar ook mensen infecteren. Na de besmetting dringt de parasiet de rode bloedcellen van de gastheer binnen. Hierna ontstaan onderstaande verschijnselen.
Dierziekte-informatie babesia
Verschijnselen
- hoge koorts
- snelle pols en ademhaling
- bloedarmoede
- geelzucht
- bloedwateren
- lusteloosheid
- gebrekkige eetlust
- sterfte
De periode tussen introductie in het ‘tekenweiland’ en ‘bloedwateren’ is circa 8-15 dagen.
Verschijnselen door babesiosis treden vooral op bij dieren die op latere leeftijd voor het eerst in aanraking komen met de infectie. Kalveren zijn minder gevoelig voor deze parasiet (omgekeerde leeftijdsresistentie).
Diagnose
Laboratoriumdiagnostiek voor babesiosis kan worden uitgevoerd door middel van microscopisch onderzoek van een bloeduitstrijkje (EDTA). Parasieten zijn zichtbaar twee tot vier weken na de tekenbeet. Daarnaast is diagnostiek met PCR-diagnostiek mogelijk. Beide onderzoeken worden niet uitgevoerd door het GD-laboratorium.
Risicofactoren
Babesia wordt overgebracht door de schapenteek (Ixodes ricinus). Deze komt in het hele land voor in bossen, duinen, heidegebieden, beschutte weilanden, parken en tuinen. Teken zijn actief vanaf een temperatuur van ongeveer 8 graden. Ze stappen van grassen en struiken over naar dieren (en mensen). Eenmaal op een gastheer, zoeken ze een geschikte plek om zich vast te bijten in de huid. Na een bloedmaaltijd leeft de teek op de bodem tussen grassen en bladeren. Ze zijn slecht bestand tegen felle zon. ‘Teekvriendelijke gebieden’ zijn gebieden met hoge begroeiing en bosjes.
Aanpak
In Nederland zijn geen geregistreerde diergeneesmiddelen voor babesiose. Hoewel Imidocarb dipropionaat (Carbesia®) niet geregistreerd is in Nederland, kan het besteld worden in 100 milliliter flesjes bij apotheek FD en off-label worden ingezet. Eventueel kan een bloedtransfusie nodig zijn.
Ter preventie is het van belang om contact met teken zoveel mogelijk te voorkomen. Dit kan door het mijden van bepaalde weidepercelen in de risicomaanden (periode mei-september) en het extra aandacht schenken aan de aanwezigheid van teken op het dier. Er zijn middelen op de markt die de besmetting met teken verminderen maar voor melkkoeien zijn geen afdoende werkzame geregistreerde middelen beschikbaar voor de behandeling tegen teken.