- Home
- Diergezondheid
- Management
- Jongvee en weidegang
Jongvee en weidegang

Weiden is voor veel melkveehouders ‘mooi werk’, bovendien kan het economisch aantrekkelijk zijn. Maar weidegang vraagt ook om echt vakmanschap, zeker als het gaat om het in de hand houden van worminfecties. Zo is een goede weerstandsopbouw tegen long- en maagdarmworm in het eerste weideseizoen bepalend voor het voorkomen van wormschade in het latere leven.
Voor longworm en maagdarmworm geldt dat het goed is als het jongvee tijdens de eerste weidegang een lichte besmetting oploopt; op deze manier wordt de weerstand tegen longwormen en maagdarmwormen gecontroleerd opgebouwd. (Bij leverbot geldt het tegenovergestelde: voorkom iedere besmetting.)
Het is belangrijk om je te realiseren dat de weides waarin je je jongvee weidt, verschillende histories kunnen hebben. Afhankelijk van de historie van de dieren en de weides zijn een aantal belangrijke aandachtspunten aan te wijzen voor jongvee met weidegang, specifiek voor longworm en maagdarmworm.
Aandachtspunten longworm
Als jongvee alleen op weides loopt waar nooit rundvee loopt dat een eerder weideseizoen heeft doorgemaakt, noch in de weide ernaast, is de kans groot dat ze geen weidebesmetting voor longwormen opdoen. Fijn natuurlijk dat ze geen hoestklachten krijgen, maar dit betekent wel extra risico op een longworminfectie als ze straks als vaars in de melkveekoppel mee naar buiten gaan. Een optie is om het jongvee (gedurende een korte periode) achter de koeien (die eerder geweid hebben) aan te weiden (eventueel tussentijds 1x maaien). Houd er wel rekening mee dat dit voor enkele andere infectieziekten (bijvoorbeeld Paratbc) mogelijk niet zo’n goed advies is (mede afhankelijk van de leeftijd van het jongvee). Hierin zullen dus bedrijfsspecifieke keuzes gemaakt moeten worden.
Zodra hoestklachten optreden, speelt mogelijk een longworminfectie. Je kunt via mestonderzoek bevestigen of de hoestklachten veroorzaakt worden door een longworminfectie. Toont de uitslag van het onderzoek een longworminfectie aan, dan is behandeling aan te raden. Enkele weken na het begin van de klachten kan de diagnose ook via bloedonderzoek bevestigd worden.
Aandachtspunten maagdarmworm
Schade door maagdarmwormen is niet altijd even eenvoudig te herkennen. Diarree treedt maar zelden op en voordat je op het oog de groeivertraging opmerkt is er al heel wat groei verloren gegaan. Neem daarom 6-10 weken na het uitscharen een mestmonster van vijf kalveren voor (gepoold) onderzoek op maagdarmwormeieren. Bij gepoold mestonderzoek mengt GD mest van vier tot zes dieren tot één poolmonster. Op basis van deze uitslag kan dan bepaald worden of ontworming nodig is. Ook bloedonderzoek op pepsinogeen kan bij kalveren tijdens het eerste weideseizoen worden uitgevoerd om te bepalen of behandeling nodig is. Te veel behandelen leidt, behalve tot extra kosten, tot onvoldoende weerstandsopbouw waardoor het probleem verplaatst wordt naar een latere levensfase.
Op bedrijven waar al jarenlang helemaal niet meer geweid is, kan het zijn dat jongvee naar buiten gaat op weides waar ook de infectiedruk van maagdarmwormen erg laag is geworden. Houd er dus rekening mee dat na dit eerste jaar weidegang de weerstand tegen maagdarmwormen mogelijk nog niet optimaal is.
Voorbeeldsituaties
GD heeft de aandachtspunten van longworm- en maagdarmworminfecties voor bedrijven die starten met weidegang verwerkt in vier specifieke voorbeeldsituaties.
Klik hier om deze casussen te lezen
Behandelen aan het einde van het weideseizoen is lang niet altijd nodig. Het advies is dus om altijd te controleren of en in welke mate er sprake is van een infectie (via bloed-, mest- of tankmelkonderzoek). Onnodig behandelen kost je twee keer geld en werkt resistentieontwikkeling tegen wormmiddelen in de hand. Heb je vragen, bespreek deze dan met je dierenarts. Hij of zij herkent risico’s, kan achtergrondinformatie geven en adviseren over beweiding en –indien van toepassing- over een verantwoorde behandeling van een longworm- of maagdarmworminfectie.
Beweidingsplan
Maagdarmwormen
Het is zinvol om voorafgaand aan het weideseizoen een beweidingsplan te maken. Besmettelijke maagdarmwormlarven kunnen overwinteren op het land en tot 1 juni van het daaropvolgende jaar gevoelige dieren infecteren. In verband met de cyclus van maagdarmworm is het advies om de dieren om de (maximaal) drie weken om te weiden. Op deze manier voorkom je dat de infectiedruk van maagdarmwormlarven erg hoog wordt en zorg je voor een geleidelijke infectie en bijbehorende weerstandsopbouw. Door vele cycli per jaar kan een oorspronkelijk lichte infectie op de weide opbouwen tot een zwaardere infectie. Overweeg om je jongvee pas na 1 juni uit te scharen. Een andere praktische maatregel om de infectiedruk voor maagdarmwormen te verlagen is om de weide twee keer te maaien voordat het jongvee ingeschaard wordt.
Longwormen
De cyclus van longworm is korter. Hiervoor werkt dit schema dus niet en zijn de mogelijkheden beperkt. Voor longwormlarven geldt dat ze overwinteren in de koe (dragers), maar niet op het land. Besmettelijke larven op de weide sterven na 7 weken af. Vaccineren voordat het jongvee naar buiten gaat is een mogelijkheid (maar er is daarna in de weide wel een veldinfectie nodig) of strikte controle en behandelen zodra hoestklachten optreden. Intensief behandelen tegen maagdarmwormen kan afbreuk doen aan een goede immuniteitsopbouw tegen longworm.
Behandelen tegen maagdarm- en longworm?
De wormsleutel geeft antwoord. Een goed ontwormingsbeleid is essentieel bij de aanpak van worminfecties. Met de wormsleutel, onze online beslisboom, weet je binnen een paar vragen of en welke diagnostiek bij het jongvee zinvol is.