4-8-2015:
Het toevoegen van hoogdrachtige pinken aan de melkveekoppel heeft voor- en nadelen. Voordelen zijn dat ze kunnen wennen aan het rantsoen van de melkgevende groep en, indien aanwezig, het verstrekken van krachtvoer met een krachtvoerbox. Ze kunnen bovendien wennen aan hun toekomstige koppelgenoten.
Weidegang
Maar er zijn ook nadelen. Als het melkvee geweid wordt en de hoogdrachtige pinken niet eerder weidegang hebben gehad, moeten deze pinken eerst wennen aan het vreten van vers gras. Dit kost tijd en kan ervoor zorgen dat pinken onvoldoende droge stof opnemen. Hierdoor gaan ze hun eigen vet verbranden, waardoor al voor afkalven een negatieve energiebalans ontstaat.
In de stal
Voor hoogdrachtige dieren is de bezettingsgraad een belangrijke factor. Als er overbezetting is, dan vermindert de voeropname van de pinken. Als ze bij de groep melkkoeien gevoegd worden zijn zij vaak laagste in rang zijn en komen minder bij het voerhek. Met name de laatste weken voor afkalven is het essentieel dat ze voldoende vers voer binnen krijgen en dat er voldoende plaats is voor alle dieren om tegelijk te vreten.
Hoogdrachtige dieren hebben bovendien een andere behoefte aan mineralen en vitaminen dan de melkgevende dieren. Als de pinken vier tot zes weken voor afkalven al worden toegevoegd, is het energieniveau van het melkveerantsoen vaak te hoog voor ze.
Doen of niet doen?
De voordelen van het toevoegen van hoogdrachtige pinken aan de melkveekoppel wegen vaak niet op tegen de nadelen. Het advies is meestal dan ook om dit niet te doen.
Krijgen de melkgevende koeien weidegang, dan is het aan te raden om het jongvee al tijdens de eerste maanden van de dracht te weiden, of al eerder.