24-4-2023: 

In januari berichtten wij dat er in een klein gebied in Noord-Nederland acht IBR-vrije melkveebedrijven waren die binnen korte tijd te maken kregen met een IBR-besmetting. Sindsdien zijn er in het betreffende gebied geen nieuwe bedrijven met een infectie bijgekomen.

Bij het maandelijkse bewakingsonderzoek via tankmelk zijn ook in maart geen verdere tankmelkomslagen aangetoond op vrije melkveebedrijven. Daarnaast heeft ook de ‘wintersteekproef’ op vleesveebedrijven geen infecties in het gebied aangetoond. Daarmee kunnen we vaststellen dat geen verdere spreiding heeft plaatsgevonden. De snelle inzet van vaccinatie en extra aandacht voor hygiëneprotocollen zal hier zeker bij hebben geholpen.

DNA-isolatie en sequentieanalyse

Van drie van de acht bedrijven die het betrof was IBR-virus beschikbaar (omdat er neusswabs genomen waren). Dit stelde GD in staat verdere analyse te doen middels een nieuwe moleculaire epidemiologische techniek. Hiertoe werd DNA direct geïsoleerd uit de neusswab en werd sequentieanalyse uitgevoerd m.b.v. Oxford Nanopore Technologies sequencing. Fylogenetische analyse en vergelijking van de gevonden sequenties toonde aan dat het dezelfde stam betrof op de drie bedrijven. Deze stam verschilde duidelijk van andere virusisolaten die rond diezelfde tijd op andere plekken in Nederland verzameld zijn bij uitbraken. Dat de isolaten identiek waren bevestigt het vermoeden dat de uitbraak in Noord-Nederland vanuit een gemeenschappelijk bron heeft plaatsgevonden.

Neusswabs insturen bij geringste twijfel

Verspreid over de rest van Nederland zijn er ook dit jaar hier en daar enkele andere vrije bedrijven besmet geraakt, maar voor zover bekend is er daarbij geen relatie met het cluster van bedrijven in Noord-Nederland. Bij geringste twijfel bij klinische verschijnselen blijft het belangrijk dat dierenartsen neusswabs insturen naar GD voor snelle detectie en daarmee verkleining van de kans op verspreiding van virus.

drs. Frederik Waldeck, dierenarts rundvee