Harm van Schooten van melkveebedrijf De Brits
Meer werkplezier met gezondere koeien

Op melkveebedrijf De Brits in Bathmen wordt dagelijks vier uur lang gemolken, langer als er koeien behandeld moeten worden. Mastitis Tankmelk helpt melkveehouder Harm van Schooten om problemen tijdig te signaleren en aan te pakken. “Zo blijven de koeien gezond en houden wij plezier in het melken.”
De koeien van melkveebedrijf De Brits lopen tevreden in de wei. Op de achtergrond zoeft verkeer over de snelweg A1. In Bathmen houden Harm van Schooten en zijn ouders 145 melkkoeien en 70 stuks jongvee op 65 ha grond. Harm werkt drie dagen buiten de deur, als agrarisch financieringsspecialist bij een bank. In 2009 is een nieuwe stal gebouwd. “We hebben toen wel nagedacht over melkrobots, maar ik was destijds niet helemaal overtuigd, dus het werd een 2x12 zij-aan-zij melkstal. Een goede keuze, want de melkstal bevalt prima en we hebben nog altijd plezier in het melken.”
‘We melken graag, maar dan moet het wel mooi vlot gaan’

Focus op uiergezondheid
Een vereiste om dat werkplezier te behouden, is wel dat alles vlot verloopt. “Als er koeien zijn met uiergezondheidsproblemen, moet je de melk aftappen en de koeien behandelen. Dat kost veel extra tijd en moeite. Dan gaat de lol er wel wat vanaf”, stelt Harm. Daarom is hij enorm alert op de gezondheid van zijn melkveestapel. Mastitis Tankmelk helpt daarbij. “We doen eigenlijk altijd al mee, ik weet niet beter. Maar de laatste jaren ligt de focus er wel meer op. Dat kwam ook omdat de dierdagdosering en het celgetal een paar jaar terug wat opliepen. Dat was voor ons wel een signaal om er meer bovenop te zitten.”
Maatregelen
Hoewel er geen echte problemen waren, werden er wel maatregelen genomen. “Ander kalk in de boxen, dat beter vocht opneemt. We melken consequent met handschoentjes aan en zijn secuurder gaan voorbehandelen: één papieren doekje voor één of twee koeien, eerder waren dat er nog wel eens drie of vier. Met elke melkcontrole wordt het celgetal bemonstert, sinds twee jaar behandelen we koeien met een verhoging meteen met een bolus. We zijn dus meer preventief bezig, in plaats van af te wachten met behandelen tot een koe uierontsteking heeft.” Streng selecteren hoort er ook bij. “We nemen afscheid van koeien die vaker verhoging hebben. Daardoor hebben we een gezondere veestapel.”
‘Er is veel data, maar het gaat erom wat je ermee doet’

Goede cijfers
Het werkt, ziet Harm terug in de data. “De dierdagdosering op ons bedrijf is gehalveerd ten opzichte van een paar jaar geleden. Het celgetal schommelt tussen de 50 en 70, dat is voor ons hartstikke goed. Nu moeten we proberen op dit niveau te blijven.” Soms is er wel eens een piek in de uitslag, zoals de omgevingsstreptokokken afgelopen april. De melkveehouder probeert dan te achterhalen hoe dat komt. “Het was die week heel slecht weer, terwijl de koeien dag en nacht buiten stonden omdat de stal werd verbouwd. In de uitslag daarna waren de cijfers gelukkig weer goed.”

Voordelen
Het is soms best lastig, beaamt Harm, omdat uiergezondheid van zoveel factoren afhankelijk is. “Daarom is het zo belangrijk om er bovenop te blijven zitten en consequent te blijven werken. De data uit het tankmelkonderzoek helpen daarbij, maar het is vooral belangrijk wat je met die gegevens doet. Wij zijn in elk geval heel tevreden met het programma, omdat het ons echt wat oplevert: gezondere koeien, minder behandelkosten, geen tijdsverlies in de melkstal en dus meer werkplezier voor ons.”