- Home
- Diergezondheid
- Onderzoek
- Onderzoeken-pluimvee
- Minderborstbeenafwijkingen-bij-later-in-productie-komen
Minder borstbeenafwijkingen bij later in productie komen?

Borstbeenafwijkingen bij pluimvee lijken door meerdere factoren beïnvloed te worden. In wetenschappelijke literatuur worden huisvestingsfactoren als risicofactor genoemd, maar ook bijvoorbeeld het lichaamsgewicht en de leeftijd van in productie komen van een hen.
Borstbeenafwijkingen komen in relatief hoge aantallen voor. In 2022 zijn er door logistieke beperkingen vanwege vogelgriep meermaals koppels verlaat in productie gekomen. Dit gaf onderzoekers de kans om het effect van leeftijd van in productie komen op borstbeenafwijkingen te onderzoeken. Vijf ‘late’ koppels zijn vergeleken met koppels met zoveel mogelijk dezelfde kenmerken, maar wel met de gebruikelijke leeftijd bij het in productie komen. Aan het einde van de productieperiode werden de borstbenen van de hennen beoordeeld op breuken en andere afwijkingen. Het bleek dat hennen die later in productie kwamen, een vijf keer lagere kans hadden op een breuk en een 3,7 keer lagere kans op een ernstige breuk. Bij de witte hennen was dit effect nog sterker, voor de bruine hennen was de steekproef in dit onderzoek te klein. Verdere studies zijn nodig om deze bevindingen te bevestigen en de onderliggende mechanismen beter te begrijpen.
Dit onderzoek is door GD uitgevoerd in opdracht van AVINED en maakt onderdeel uit van het jaarlijkse AVINED-onderzoeksprogramma dat door pluimveehouders wordt gefinancierd.