Slechte groei vleesvarkens: een bijzonder geval

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Slechte groei vleesvarkens: een bijzonder geval

Als een gezondheidsklacht niet heel specifiek is, dan is het vaak extra lastig om de oorzaak te achterhalen. Het is in zo’n geval belangrijk om eerst goed op een rij te zetten wat mogelijke oorzaken kunnen zijn, om vervolgens te proberen om de minst waarschijnlijke oorzaken weg te strepen. En de zoektocht niet te snel op te geven!

Op een vleesvarkensbedrijf was sprake van te veel varkens die terugvielen in groei en conditie en die bleek werden. Het probleem was niet buitengewoon groot, het betrof tussen de 5 en 10 procent van de varkens, maar het resulteerde wel in te veel ‘ondereind’. De uitval was niet verhoogd en duidelijke ziekteverschijnselen waren er niet: geen dieren met hoest, diarree, kreupelheid of hersenverschijnselen. De eerste gedachte is dan vaak dat een of andere chronische infectie de varkens parten speelt. Om daar een beeld van te krijgen is een vijf maanden oud varken met de typische verschijnselen naar ons ingezonden voor sectie-onderzoek.

Sectie-onderzoek
Op het eerste gezicht zagen onze pathologen aan het ingezonden varken geen afwijkingen. Gericht zoeken naar ziekteverwekkers leverde ook niet veel op: geen aanwijzingen voor een infectie met Circovirus, Lawsonia, Brachyspira of Mycoplasma hyopneumoniae. Wel werd het PRRS-virus aangetoond, maar in zeer kleine hoeveelheden. Omdat ook een chronische vergiftiging tot de mogelijkheden behoorde, is de lever onderzocht op (zware) metalen. Daaruit kwam alleen dat de concentratie van het sporenelement kobalt opvallend laag was. De dunne en dikke darm, hart en lever zijn ook microscopisch beoordeeld. De darmen vertoonden geen afwijking, het hartspierweefsel was enigszins gedegenereerd en in de lever was sprake van een reactie die past bij bloedarmoede.

Vervolgonderzoek
Omdat hartspierdegeneratie kan ontstaan bij gebrek aan vitamine E, en omdat de leververanderingen wezen op bloedarmoede, is op het bedrijf bloedonderzoek gedaan. Daaruit bleek dat de concentratie van vitamine E in het bloed weliswaar redelijk was, maar ook niet meer dan dat. Verder bleek dat de bloedwaarden van enkele bleke slijters sterker wezen op bloedarmoede dan die van gezonde dieren, maar het verschil was niet dramatisch. Ten slotte bleef het opvallend lage gehalte van kobalt in de lever over. Kobalt is onderdeel van vitamine B12 (cobalamine) en dat heeft diverse zeer essentiële functies. Een tekort aan vitamine B12 kan leiden tot verminderde aanmaak van snel delende cellen, zoals van de darm en het geslachtsapparaat, maar vooral van de rode bloedcellen. Verschijnselen zijn onder andere een verminderde groei, ruw haarkleed, gebrek aan eetlust, bleekheid, verhoogde prikkelbaarheid en incoördinatie van de achterhand. Dat lijkt behoorlijk op de verschijnselen die op het bedrijf waren gezien. De oorzaak Nader onderzoek van de gebruikte premix door een veevoerlaboratorium bracht uiteindelijk aan het licht dat het vitamine B12- gehalte daarin inderdaad te laag was. Extra vitaminering van de vleesvarkens resulteerde volgens de dierenarts en de varkenshouder in duidelijke verbetering van de conditie van de varkens.

Voer varken

Conclusie
Dit voorbeeld laat zien dat het bij ‘vage’ gezondheidsklachten zinvol is verder te zoeken dan de neus lang is. Als op het eerste gezicht geen afwijkingen te zien zijn bij een sectie, is vervolgonderzoek of aanvullend onderzoek noodzakelijk. Zo kunnen enerzijds veel voorkomende oorzaken worden afgestreept en anderzijds kunnen de meer zeldzame oorzaken worden opgespoord.

'Factorenziekte'
Bij het zoeken naar oorzaken van gezondheidsklachten, is het essentieel om niet alleen infectieuze oorzaken te onderzoeken. En zelfs als sprake is van een infectieziekte, dan is het in veel gevallen ook nog de vraag waarom een bepaalde infectie op een specifiek bedrijf problemen veroorzaakt. Bij varkens spreken we vaak over 'factorenziekten'. Daarmee wordt bedoeld dat allerlei factoren een rol spelen die maken of de aanwezigheid van een infectieuze ziekteverwekker ook daadwerkelijk voor problemen zorgt. Neem bijvoorbeeld PIA. De ziekteverwekkende bacterie Lawsonia komt op vrijwel alle varkensbedrijven voor, maar geeft lang niet overal klachten. Dat hangt er om te beginnen vanaf of dieren zijn gevaccineerd en daarnaast ook van de hoeveelheid aanwezige bacteriën en dus van de bacteriebalans in de darmen. Ten slotte kunnen bepaalde voersamenstellingen of voerwijzigingen een trigger zijn voor klachten.  

Verminderde weerstand
In het algemeen geldt: als sprake is van verminderde weerstand, kunnen allerlei ziekteverwekkers die doorgaans hun gemak houden, alsnog voor soms ernstige problemen zorgen. Verminderde weerstand kan om te beginnen het gevolg zijn van slechte biestopname. Dat heeft primair effect op de jonge biggen en een slechte levensstart van biggen kan langdurige effecten hebben. Sommige bijkomende infecties hebben een nadelig effect op de weerstand zoals infecties met PRRS- of Circovirus. Stress, vooral chronische stress, is eveneens ongunstig. Ten slotte kan sprake zijn van tekorten in de voeding, bijvoorbeeld van bepaalde mineralen, essentiële vetzuren of vitaminen. Vitaminen die een rol spelen bij de afweer tegen ziekteverwekkers zijn A, D3, E, B2, B5, B6, B12 en foliumzuur.

Dit artikel verscheen in de Varken van april 2022. Lees deze en eerdere edities online.

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.