Normaal gesproken vindt een besmetting met leverbot vooral plaats in herfst en winter, maar in 2016 heeft deze besmetting verrassenderwijs vooral in het eerste halfjaar plaatsgevonden. Een combinatie van hoge temperaturen in afgelopen winter en voldoende neerslag ten zuiden van de lijn Alkmaar-Assen heeft in dit gebied gezorgd voor een zodanige ontwikkeling van de leverbot dat een constante afzetting van besmettelijke cysten op het gras heeft plaatsgevonden. Dit laatste heeft, ondanks het feit dat het aantal en het percentage besmette slakken niet hoog was, op sommige plaatsen toch voor een matige leverbotbesmetting gezorgd. De maanden augustus, september en oktober waren droog en daalde het aantal leverbotslakken zeer sterk en is over het algemeen geen leverbotbesmetting meer op het gras afgezet.
Daarom verwacht de Werkgroep Leverbotprognose in herfst en winter nauwelijks nieuwe leverbotbesmettingen. Alleen op bedrijven met een verhoogde waterstand kan een ernstiger leverbotbesmetting aanwezig zijn.
Behandeling rundvee en schapen
De Werkgroep Leverbotprognose adviseert om te controleren of op bedrijven waar voorgaande jaren een leverbotbesmetting heeft plaatsgevonden rundvee of schapen een infectie hebben opgelopen. Dit is vanaf nu mogelijk via mest- of bloedonderzoek van minimaal vijf dieren. De werkgroep adviseert om alleen te behandelen als een diagnose is gesteld.
Om een leverbotbesmetting te voorkomen is het voor alle gevoelige diersoorten verstandig om de dieren te weiden op hooggelegen en goed ontwaterde percelen.
Voorkom resistentie
Om resistentie van de leverbot te voorkomen is bij behandelen een juiste dosering van het leverbotmiddel van het grootste belang. Daarvoor moeten schapen- en rundveehouders het juiste gewicht van de dieren goed schatten, maar liever meten of wegen. In geval van resistentie is behandeling met andere leverbotmiddelen nodig en die moeten op een andere manier worden toegepast. Overleg met uw dierenarts over de te volgen strategie van behandelen.
24 november 2016 Werkgroep Leverbotprognose
Achtergrond leverbot
De leverbotziekte, die voornamelijk voorkomt bij runderen, schapen en geiten, wordt veroorzaakt door een platworm die zich in de lever bevindt. In de levenscyclus van de leverbot fungeert de slak Galba truncatula, die voornamelijk leeft in het greppelmilieu, als tussengastheer. Leverboteieren komen met de mest op het land. Het larfje dat uit het leverbotei komt besmet de leverbotslak die na een ontwikkeling van twee tot drie maanden staartlarven loslaat die zich op het gewas vastzetten als besmettelijke cysten. Bij ernstige leverbotinfecties kan dat bij schapen en geiten de dood tot gevolg hebben, bij runderen leidt dit tot een verminderde melkgift en een slechtere groei. Lees meer over leverbot
De taak van de Werkgroep Leverbotprognose is het voorspellen van de kans op leverbotinfecties. De werkgroep bestaat uit experts van de faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht en GD. De werkgroep beoogt preventieve maatregelen en wil door het bevorderen van een strategische behandeling het geneesmiddelengebruik terugdringen. Het opstellen van de leverbotprognose is mogelijk gemaakt door financiering vanuit ZuivelNL.