Schmallenbergvirus

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer
DAP Contact. Voor dierenartsen

Schmallenbergvirus

Schmallenberg disease of schmallenbergziekte is een door een teratogeen virus veroorzaakte aandoening bij herkauwers die voor het eerst problemen veroorzaakte in het grensgebied van Duitsland en Nederland in de zomer en herfst van 2011 en aanvankelijk gepaard ging met koorts, verminderde melkproductie en diarree bij melkkoeien en later in het jaar met de geboorte van misvormde lammeren en kalveren bij schapen, geiten en runderen. De ziekte is genoemd naar de Duitse plaats Schmallenberg. Bij koeien op een boerderij bij die plaats werd het virus voor het eerst aangetoond als oorzaak van diarree en verminderde melkproductie. De oorsprong van dit virus is niet bekend. Overdracht van virus vindt plaats door verschillende Culicoides soorten. Er zijn geen aanwijzingen dat dit virus besmettelijk is voor mensen (Lack of evidence for zoonotic transmission of Schmallenberg virus. Chantal Reusken, Cees van den Wijngaard, Paul van Beek, Martin Beer, Ruth Bouwstra, Gert-Jan Godeke, Leslie Isken, Hans van den Kerkhof, Wilfrid van Pelt, Wim van der Poel, Johan Reimerink, Peter Schielen, Jonas Schmidt-Chanasit, Piet Vellema, Ankje de Vries, Inge Wouters, and Marion Koopmans. Emerg. Infect. Dis. 2012;18:1746–1754. doi: 10.3201/eid1811.120650.). 

 
Direct naar:

Opnieuw circulatie schmallenbergvirus
Vanuit het grensgebied van Duitsland en Nederland heeft het schmallenbergvirus zich in 2011 heel snel verspreid over Europa, eerst naar België, Frankrijk, Luxemburg, Italië, Spanje en Zuid-Engeland, en in 2012 naar Schotland, Ierland, Scandinavië, Oost-Europa en over de Alpen richting de Middellandse Zee. In 2012 kwam het virus ook terug in de landen waar het in 2011 had gecirculeerd, ondanks een hoge seroprevalentie. Het virus is endemisch in Europa en circuleert regelmatig maar niet elk jaar in dezelfde mate (Kerstin Wernike, Martin Beer. Schmallenberg Virus: To Vaccinate, or Not to Vaccinate? Vaccines (Basel) 2020 Jun; 8(2): 287. Published online 2020 Jun 8. doi: 10.3390/vaccines8020287).

Uit onderzoek bij rundvee uitgevoerd door GD in de winter van 2013-2014, bleek dat circa 80 procent van de volwassen koeien antistoffen had tegen het virus. Bij jongvee geboren in 2013 werden geen antistoffen aangetoond. Dit wijst erop dat in 2013 weinig tot geen spreiding van het virus heeft plaatsgevonden. In 2015 was de bedrijfsprevalentie bij melkvee 6% en bij zoogkoeien 13% en in 2017 was dit respectievelijk 18% en 43%. Op basis van onderzoek bij jongvee kon worden geconcludeerd dat in 2017 in Nederland viruscirculatie heeft plaatsgevonden. Opvallend was dat bedrijven uit het noorden en oosten van het land vaker antistoffen hadden dan gemiddeld. De achterliggende oorzaak van deze regionale verschillen is onbekend. Ook in de jaren daarna heeft viruscirculatie bij herkauwers in Nederland plaatsgevonden.

 

Terug naar het begin van dit artikel

Diagnose van SBV


Oorzakelijk virus
De oorzaak van deze aandoening is het schmallenbergvirus, een tot 2011 onbekend teratogeen orthobunyavirus uit de Simbu serogroup behorend tot de familie Peribunyaviridae binnen de orde Bunyavirales. Het schmallenbergbirus vertoont overeenkomsten met het akabanevirus en ainovirus. Overdracht vindt plaats door verschillende Culicoides species.  

Klinische verschijnselen
De klinische verschijnselen van een infectie met het schmallenbergvirus zijn koorts, diarree en melkproductiedaling bij rundvee, en de geboorte van misvormde lammeren en kalveren bij schapen, geiten en runderen die tijdens de dracht worden geïnfecteerd. Lammeren met aangeboren afwijkingen komen zowel levend als dood ter wereld. De misvormingen bestaan uit kromme poten (arthrogrypose), gewrichtsstijfheid (ankylose), draainekken (torticollis), zijdelingse en achterwaardse kromming van de rug (scoliose en kyfose), verkorte onderkaak (brachygnatia inferior) en verschillende afwijkingen van het centraal zenuwstelsel, met name onderontwikkeling van de kleine en grote hersenen en ruggenmerg. Naast aangeboren afwijkingen veroorzaakt een infectie ook abortus, doodgeboorten en de geboorte van zwakke lammeren die meestal kort na de geboorte sterven. Ook is soms sprake van verlengde draagtijden bij schapen, oplopend tot soms 200 dagen terwijl een normale draagtijd gemiddeld 147 dagen bedraagt. 

Diagnose

De beschreven aangeboren afwijkingen zijn niet specifiek voor een bepaalde oorzaak maar vormen een indicatie van het stadium van de dracht waarin het drachtige dier is geïnfecteerd met het schmallenbergvirus. Bij schapen en geiten betreft het vooral de periode tussen dag 30 en 60 van de dracht. 

Bewijzend voor een infectie is het aantonen van het schmallenbergvirus in de hersenen van lammeren en kalveren. Daarvoor wordt een PCR gebruikt, een test die het RNA van het virus aantoont. Hetzelfde geldt voor het aantonen van antistoffen tegen dit virus in hartebloed van een lam of kalf dat nog geen biest heeft gehad. 

Direct na infectie kan het virus in bloed worden aangetoond met een PCR, en vanaf 8 dagen na het optreden van klinische verschijnselen kunnen met een ELISA antistoffen tegen het virus worden aangetoond.

 
Terug naar het begin van dit artikel

Aanpak van SBV


Een behandeling is niet mogelijk. Na een doorgemaakte infectie zijn herkauwers waarschijnlijk levenslang beschermd. Bij een nieuwe viruscirculatie treden problemen op bij dieren die niet eerder een infectie hebben doorgemaakt; vaak betreft dit vooral jongere dieren. De kans op aangeboren afwijkingen is groter bij lammeren geboren uit schapen die in de periode juni tot augustus zijn gedekt en niet eerder een infectie hebben doorgemaakt. Omdat virusoverdracht afhankelijk is van verschillende Culicoides soorten is uitstellen van het dekseizoen voor serologisch negatieve dieren een goede preventieve maatregel om de geboorte van misvormde lammeren te beperken. Vaccinatie van de gevoelige dieren is een andere preventieve maatregel maar vaccin is lang niet altijd beschikbaar. 
 

Veel gestelde vragen over SBV


Wat is er bekend over het Schmallenbergvirus?

Tot op heden is het Schmallenbergvirus niet in zijn geheel geïsoleerd. Op basis van de fragmenten die nu bekend zijn lijkt het virus (voor 70%) op Akabanevirus, waarvan in diverse werelddelen uitbraken beschreven zijn.

Is het Schmallenbergvirus een nieuw virus?

Een identiek virus is nooit eerder aangetoond.

Bij welke diersoorten komt dit voor?

Tot op heden is het Schmallenbergvirus gevonden in monstermateriaal van zieke volwassen runderen en van misvormd geboren kalveren en schapen- en geitenlammeren.

Waar komt het Akabanevirus/Schmallenbergvirus eigenlijk vandaan en hoe komt het dan in Nederland?

Het is onbekend waar het Schmallenbergvirus vandaan komt. Dit virus was tot nu toe onbekend in de EU. Akabanevirus is een bekende ziekteverwekker bij herkauwers in Azië en Australië.

Zijn er testen om het Schmallenbergvirus op te sporen?

Er is een PCR-test voor het Schmallenbergvirus. De GD biedt deze test aan voor bloed- en spermamonsters. We adviseren dierenartsen om voor het aanvragen van de PCR-test eerst te overleggen met de GD Veekijker.

Wat gebeurt er met eventuele ongunstige uitslagen?

Deze worden ter confirmatie doorgestuurd naar het CVI.

Spelen insecten een rol?

Dat is waarschijnlijk. Van soortgelijke virussen is bekend dat insecten (knutten) het virus overdragen. In hoeverre het Schmallenbergvirus daarin overeenkomst vertoont is nog niet zeker. Het is wel zeer aannemelijk.

Welke symptomen hebben de ooien en lammeren?

De lammeren vertonen ernstige neuromusculaire afwijkingen zoals arthrogrypose (kromme poten), ankylose (vastzittende gewrichten, scoliose en kyfose (kromme ruggen), torticollis (gedraaide nekken), verkorte onderkaken en afwijkingen aan de hersenen. De geboorte van deze misvormde lammeren gaat soms moeizaam. De ooien zelf vertonen geen ziekteverschijnselen.

Welke symptomen hebben koeien?

Op dit moment zien we geen verschijnselen bij koeien. De verschijnselen die we in augustus/september bij de koeien zagen waren diarree, melkproductiedaling en soms koorts.

Is er nu overdracht van het Schmallenbergvirus?

Dat verwachten we niet. Het virus wordt door vectoren overgebracht en die zijn nu niet actief. We zien nu geen zieke runderen of schapen en we verwachten nu ook geen runderen of schapen met virus in het bloed.

Gaat het alleen om lammeren en kalveren of ook om koeien, paarden, kippen en varkens?

Op dit moment worden in Nederland problemen gemeld over lammeren en kalveren met neuromusculaire (spier-zenuw) afwijkingen. Bij koeien worden op dit moment geen problemen gemeld. Over andere diersoorten zijn geen meldingen bekend.

Waar moeten veehouders op letten?

Op problemen zoals die tot nu toe zijn gezien: diarree, productiedaling en zieke koeien, en op misvormingen bij pasgeboren kalveren en lammeren. Bij moeilijke geboorten is het goed extra alert te zijn op eventuele misvormingen.

Wat moeten veehouders doen als lammeren en kalveren misvormd geboren worden?

Ze moeten deze melden bij de VWA. De dierenarts kan helpen bij verlossingen en niet levensvatbare dieren euthanaseren.

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.