Of een koe daadwerkelijk een mineraal goed opneemt, kan worden beïnvloed door interacties met andere mineralen. Mineralen kunnen elkaar namelijk tegenwerken of afhankelijk zijn van elkaar. 

Een belangrijk voorbeeld zijn de interacties rondom koper. Zwavel, molybdeen en ijzer kunnen ervoor zorgen dat er minder koper wordt opgenomen in de darm. Het is dus belangrijk om in het rantsoen en de kuilen naar het totaalplaatje te kijken. Is er een mineraal dat sterk aanwezig is en mogelijk de opname van andere mineralen kan remmen? Kijk hierbij ook naar het drinkwater. In sloot- of bronwater kunnen hoge gehalten aan ijzer en sulfaat zitten wat voor verdringing van mineralen, zoals koper en selenium, kan zorgen. 

Een goede rantsoenberekening geeft inzicht in de gehaltes van de verschillende mineralen en mogelijke remmende factoren in het rantsoen. Een beoordeling van de actuele mineralenvoorziening van de koppel melkkoeien kan u daarbij helpen. 

Kies altijd een toevoeging die past bij het rantsoen, de watervoorziening en de mineralen die hierin aanwezig zijn. Of de toevoeging het gewenste effect heeft, kunt u meten met De Mineralencheck.