Veekijkernieuws rundvee

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Via het Veekijkernieuws houden wij u elk kwartaal op de hoogte van nieuws uit de monitoring van diergezondheid bij rundvee. Hieronder de artikelen uit het Veekijkernieuws van december. U kunt hier de pdf bekijkenIn deze editie:

Toename in infectieuze longvliesontstekingen bij vleeskalveren

Zoals in het VeekijkerNieuws van september geïntroduceerd, wordt vanaf herfst 2020 via Data-analyse gekeken naar trends en ontwikkelingen in gegevens uit de sectiezaal van GD. Per opvallende ziekte wordt de trend in de tijd visueel weergeven. Op basis van de recente analyse (2016 tot en met juni 2020) was een opvallende toename te zien in het aandeel dodelijke infectieuze longproblemen bij vleeskalveren binnen het totale aantal inzendingen uit de vleeskalverhouderij.

Bij de vleeskalveren zijn in de categorie infectieuze longproblemen ‘acute fibrineuze longontsteking’ en ‘acute longvliesontsteking' nader geanalyseerd (het aantal diagnoses ten opzichte van het aantal inzendingen met infectieuze longproblemen). Het percentage inzendingen met longvliesontsteking was, met 58,1 en 51,5 procent in respectievelijk het tweede en eerste kwartaal van 2020, hoger vergeleken met dezelfde kwartalen van eerdere jaren (zie figuur 1).

Figuur 1. Percentage inzendingen met een longvliesontsteking bij vleeskalveren per kwartaal in de periode 1 juli 2015 t/m 30 juni 2020 (bron: Data-analyse op basis van GD-pathologiegegevens)

Deze stijging in het percentage inzendingen met longvliesontsteking bleek niet alleen veroorzaakt door M. haemolytica, want het percentage inzendingen waarbij M. haemolytica werd aangetoond was lager. Het percentage veroorzaakt door E. coli bleek hoger. Indien deze trend de volgende ronde doorzet wordt eventueel verder gekeken naar mogelijke verklaringen. Uit de contactmomenten van de Veekijker met vleeskalverdierenartsen bleek dat het ging om bedrijven met kalveren die drie tot zeven maanden na opleg symptomen vertoonden van plotseling koorts, ademhalingsproblemen en verhoogde uitval door snelle sterfte. Differentieel diagnostisch dachten de practici aan uitbraken van mannheimia of salmonella. Het pathologisch onderzoek toonde E. coli als infectieuze oorzaak aan. In de sectiezaal is het beeld van acute longvliesontsteking te herkennen aan afzetting van het ontstekingsproduct fibrine op het longvlies en borstvlies (zie foto 1). 

Foto 1. Acute ontsteking van het longvlies en borstvlies door een infectie met E. coli. De ontsteking wordt gekenmerkt door afzetting van veel fibrine op deze vliezen

Deze ontsteking kan gepaard gaan met een acute ontsteking van het buikvlies. Op basis van de resultaten blijkt dat het via de Data-analyse kijken naar trends en ontwikkelingen van pathologisch onderzoek, meer inzicht geeft in veranderingen veroorzaakt door besmettelijke kiemen. Dit is belangrijk voor zowel de practicus om gerichter problemen te kunnen aanpakken als voor de monitoring.

Blauwtong serotype 8 nu ook in Luxemburg

Begin dit jaar werd melding gedaan van blauwtong serotype 8 (BTV-8) besmette runderen in Frankrijk en Zwitserland. Half augustus werd in Frankrijk opnieuw melding gedaan van een BTV-8 uitbraak bij schapen in de Pyreneeën. In de tweede week van september kwam via de Promed-berichtenservice een melding binnen van Luxemburgse runderen besmet met BTV-8. Deze besmetting werd na een confirmatietest gerapporteerd. Luxemburg was vrij sinds 2012. Naar aanleiding van deze bevinding zijn de maatregelen voor de export van dieren gevoelig voor het blauwtongvirus (herkauwers) aangescherpt. In figuur 2 is te zien dat bij de toezichtzones Luxemburg is toegevoegd.

Figuur 2. Blauwtongsituatie tot en met 22 september 2020

Twee acuut verlamde kalveren op een melkveebedrijf

Het eerste kalf van 4 maanden oud en gehuisvest in een strohok met drie andere kalveren kon plotseling niet opstaan, had ademhalingsproblemen, maar geen koorts. Het kalf herstelde niet en is na een week geëuthanaseerd. Een week later raakte een kalf van 6 maanden verlamd, met een vergelijkbaar beeld. Beide kalveren vertoonden geen symptomen van trauma. Met bloedonderzoek werd bij het tweede kalf bloedarmoede aangetoond. Helaas heeft het kalf het niet overleefd en is een week na het bloedonderzoek aangeboden voor pathologisch onderzoek bij GD. Uit microscopisch onderzoek van het zenuwstelsel bleek acute schade van zenuwcellen op specifieke plekken in het ruggenmerg, zonder aanwijzing voor ontsteking, trombose of trauma. Dit is een in de literatuur specifiek beschreven beeld bij een infectie met de schimmel Aspergillus clavatus. In deze casus is deze schimmel niet aangetoond. Echter bij navraag bleek dat de kalveren wel het onderste schimmelige restje brok uit de silo hadden gekregen, waardoor een schimmelintoxicatie zeker een rol gespeeld kan hebben. De bloedarmoede is hiermee echter niet verklaard. Wel is bekend dat mycotoxinen bloedafbraak kunnen veroorzaken. Mogelijk was in de schimmelige brok ook een dergelijk toxine gevormd, helaas was dit niet meer vast te stellen. De andere dertien koppelgenoten vertoonden geen symptomen. De belangrijkste factor bij het voorkomen van schimmelgroei in een krachtvoersilo is om het materiaal droog te houden. Binnendringen van vocht moet worden voorkomen.

Meerdere kalveren met aangeboren afwijkingen

Afgelopen kwartaal werden door meerdere dierenartsenpraktijken in totaal 25 kalveren gemeld met aangeboren afwijkingen (3 tot 13 bedrijven per praktijk). In meer dan de helft van de gevallen ging het om een afwijkende achterhand: geen staart, ontbreken van een anus/dikke darm (atresia ani/colon), afwijkende achterpoten of een combinatie van deze verschijnselen. Verder werden ook afwijkingen aan de kop, extra poten, niet gesloten buikwand, waterhoofd, waterbuik en meerdere gevallen van een ‘binnenstebuiten gekeerd’ kalf (schistosma reflexum) gemeld. De beschreven verschijnselen zijn niet nieuw, maar het grote aantal meldingen in korte tijd is opvallend. Het betrof meestal maar één kalf per bedrijf. Een deel van de afwijkingen kan bij een Schmallenbergvirusinfectie passen. Er zijn twee dieren opgestuurd voor sectie. Daarbij bleek een kalf positief op het Schmallenbergvirus, bij het andere kalf is het virus niet aangetoond. Van een ander kalf is voor de biestopname bloed negatief getest op antistoffen tegen het Schmallenbergvirus. Besloten is deze meldingen op te slaan en achtergrondgegevens op te vragen om te onderzoeken of er sprake is van een duidelijke toename en een gezamenlijke risicofactor.

Botulisme in waterbakken en bronwater met een ijzerovermaat

De Veekijker werd in juli gebeld door een dierenarts over een melkveebedrijf met in korte tijd drie plotseling dode koeien uit verschillende lactatiestadia. Bij één dier was na sectie bij GD door middel van PCR-onderzoek Clostridium botulinum type C aangetoond. Ondanks dat geen toxinen zijn aangetoond, kon botulisme niet worden uitgesloten. Bij een ander dier op sectie werd inwendige vervetting en een kopergebrek gevonden. Botulisme-onderzoek bij dit dier was negatief. Het bedrijf zat ongeveer anderhalf jaar op de huidige plek en kampte sinds die tijd met productieproblemen, een hoog celgetal en plots dode dieren. Met de dierenarts zijn de mogelijke risicofactoren voor botulisme op dit bedrijf besproken en daaruit bleek dat er sterke twijfels waren over de kwaliteit van het bronwater. Overgang naar leidingwater was helaas niet mogelijk. Het drinkwater uit de waterbakken bleek na onderzoek bij WBVR Clostridium botulinum PCR positief. Naar aanleiding van deze bevindingen is een Veekijkerdierenarts op bedrijfsbezoek geweest. Het leek onwaarschijnlijk dat het bronwater de initiële bron was voor Clostridium botulinum, aangezien sprake was van een gesloten drinksysteem, waar geen kadaver(resten) in terecht konden komen. Mogelijk dat Clostridium botulinum sporen via een andere bron in de drinkbak zijn gekomen. De kwaliteit van het water was wel zichtbaar onvoldoende. Wateronderzoek bij GD gaf een extreem hoog ijzer aan in het ‘ruwe’ water (10,38 mg/l), direct na het filtersysteem bleek het ijzergehalte ook nog veel te hoog (5,26 mg/l). De norm van GD voor ijzer in drinkwater is lager dan 0.5 milligram per liter. Het hoge ijzergehalte in het bronwater is zeer waarschijnlijk de oorzaak geweest van de langdurige problemen op dit bedrijf. Dit kan aanleiding geven tot ijzerstapeling en een verminderde leverfunctie. Tevens verdringt het spoorelementen als koper, selenium, mangaan en zink die allen van groot belang zijn voor een goed functionerende weerstand. Ook vinden de koeien water met dergelijk ijzergehalte niet smakelijk. GD adviseerde een nieuwe bron op grotere diepte te laten slaan door een erkend
grondboorbedrijf met daarnaast een goed aangelegd ontijzeringssysteem.

Mycoplasma bovis-uitbraak met luchtwegproblemen bij koeien

De koeien met de verdikte poten waren niet ernstig kreupel. Aangezien het beeld volgens de dierenarts niet paste bij een bekende infectieziekte werd de Veekijker gevraagd om een bedrijfsbezoek te komen doen. De waarschijnlijkheidsdiagnose van de Veekijkerdierenarts was een infectie met Mycoplasma bovis (M. bovis). Dit werd bevestigd door een positieve M. bovis PCR op gepoolde melkmonsters van koeien met mastitis en mycoplasma positieve kweken van individuele melkmonsters van andere verdachte dieren. Daarnaast is bij een koe, aangeboden op sectie, een catarrale longontsteking, een gewrichtsontsteking en mastitis aangetoond, waarbij zowel uit de longen, de bronchiaalboom als de uier mycoplasma is gekweekt. Aanvullend is met een PCR aangetoond dat het M. bovis betrof. Luchtwegproblematiek door M. bovis is vanuit de literatuur vooral bekend als koppelprobleem bij jongvee en wordt minder vaak waargenomen bij melkvee. Het bleek dat op dit bedrijf al enkele maanden vage klachten speelden. Er zijn adviezen gegeven over het inperken van verspreiding van M. bovis en de behandeling of afvoer van aangedane dieren. Daarnaast is aandacht besteed aan het verhogen van de algemene weerstand, zoals stressmomenten minimaliseren, voldoende vitamine E en een goede transitie.

Diergezondheid van het rundvee in Nederland in het derde kwartaal van 2020

De diergezondheidsbarometer geeft in één oogopslag de stand van zaken weer rondom de situatie in Nederland. Het geeft een beknopt overzicht van de waarnemingen uit de Diergezondheidsmonitoring Rundvee in het derde kwartaal van 2020. Bekijk hier de tabel

Veekijkernieuws rundvee september 2020

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.