12-10-2023: 

Het einde van het weideseizoen is aangebroken, maar hoe weet je of kalveren een goede weerstand tegen maagdarmwormen hebben opgebouwd, of dat ze nog behandeld moeten worden? De weerstand zelf is niet te meten, maar je kunt wel bloedonderzoek doen om het pepsinogeengehalte te bepalen.

Pepsinogeen is een enzym dat wordt gemaakt in de lebmaag en vrijkomt in het bloed als de lebmaag beschadigd raakt. Daarom kun je met bloedonderzoek op pepsinogeen onderzoeken of de dieren op dit moment lebmaagschade hebben door besmetting met maagdarmwormlarven.

Komt uit het onderzoek dat er geen of nauwelijks lebmaagschade is, dan kan dat drie dingen betekenen:

1. Het jongvee heeft al een heel goede weerstand en ondervindt daardoor nauwelijks schade van de huidige besmetting;
2. De dieren zijn weinig blootgesteld aan maagdarmwormlarven, bijvoorbeeld door een korte weideperiode of ongunstige omstandigheden voor de wormen op de weide;
3. De dieren hebben eerder een wormbehandeling gehad, waardoor ze de infectie niet volledig hebben doorgemaakt.

Is er wel sprake van lebmaagschade, maar is deze niet ernstig, dan kunnen de kalveren de besmetting zelf aan. Er is geen ontworming nodig en de kans is groot dat ze een goede weerstand opbouwen.

Is de lebmaagschade ernstig, dan kan het aan te raden zijn om de dieren te ontwormen om de schade te beperken. Overleg een behandeling altijd met uw dierenarts.

Meer over maagdarmworminfecties