Algemeen: Maagdarmwormen

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

In het maagdarmkanaal van schapen en lammeren kunnen verschillende wormsoorten voorkomen. Klik hier voor een opsomming van de verschillende wormsoorten

De verschillende wormsoorten die maagdarmwormziekte kunnen veroorzaken, vertonen veel overeenkomsten. De volwassen wormen van deze soorten komen vooral voor in de lebmaag en de dunne darm. Volwassen vrouwtjes produceren eieren die met de mest op het land komen. Uit de eieren komen, bij voldoend hoge vochtigheid en temperatuur, larven van het eerste stadium (L1-larven), die zich na twee vervellingen via L2-larven tot infectieuze larven van het derde stadium (L3-larven) ontwikkelen. De ontwikkeling van ei tot L3 duurt meestal enkele weken. Deze L3-larven hechten zich aan het gras, kruipen omhoog en worden bij het grazen opgenomen. In het dier ontwikkelen deze larven zich in ongeveer drie weken, via het vierde (L4) en vijfde (L5) larvale stadium, tot volwassen wormen (zie Figuur 1). Infectieuze larven die in de nazomer en herfst worden opgenomen, kunnen in het slijmvlies van lebmaag of dunne darm als L4 (soms als L3) in rust gaan (inhibitie). Deze ontwikkeling gaat in het voorjaar verder en zorgt dan voor de verhoogde ei-uitscheiding rond de lammertijd. Deze wordt periparturient- of springrise genoemd.


Figuur 1. Ontwikkelingscyclys maagdarmwormen bij het schaap.

De wormsoorten verschillen onderling in de wijze waarop en de mate waarin weerstand wordt opgebouwd, de wijze waarop ze overwinteren en de tijd van het jaar waarin ze voorkomen. Nematodirose komt vooral vroeg in het voorjaar voor en haemonchose vooral in de zomer. Haemonchus contortus overwintert bijna uitsluitend als geïnhibeerde larve in de lebmaagmucosa en de verschillende Nematodirus soorten overwinteren bijna uitsluitend als L3, voor een deel in het ei, op het land.

Symptomen. Opname van een groot aantal infectieuze larven van vooral Nematodirus battus kan diarree veroorzaken bij lammeren van enkele weken oud. Bij de Trichostrongylus-soorten die in de dunne darm voorkomen, veroorzaken de volwassen wormen diarree.

Niet bij alle worminfecties treedt er diarree op. Haemonchus contortus bijvoorbeeld zuigt bloed in de lebmaag, met bloedarmoede en sterfte als mogelijk gevolg. Als naast Haemonchus contortus ook andere wormsoorten aanwezig zijn, kan echter wel diarree voorkomen. Naast genoemde verschijnselen zijn maagdarmwormen ook verantwoordelijk voor minder duidelijke schade, zoals verminderde groei, minder lammeren, minder melk, minder wol, slechtere voerbenutting en extra kosten aan medicijnen en arbeid.

Diagnose. De diagnose maagdarmwormziekte wordt gesteld op een combinatie van informatie over beweiding en ontworming, faecesonderzoek, klinisch beeld en eventueel onderzoek bij sectie.

Ontwormen. Wormen bedreigen de gezondheid en de groei van lammeren. Daarom moet u bij een ernstige infectie een behandeling instellen met een goed middel in de juiste dosering. Veel belangrijker is het om preventief te werk te gaan op basis van een in het najaar opgesteld ontwormplan. Zo’n plan vindt u verderop in deze tekst.

Preventie. Met het oog op de ontwikkeling van resistentie van de belangrijkste soorten maagdarmwormen bij het schaap in Nederland voor de voorhanden zijnde middelen zal de schapenhouder van de toekomst over moeten stappen van een therapeutische naar een preventieve benadering. 

Terug naar wormbestrijding bij schapen

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.