Financiële informatie depop-repop

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Financiering depop-repop
Gezondheidskosten per zeug
Effect van een jonge zeugenstapel op de kwaliteit van de biggen
Effect van depop-repop op de marktwaarde van biggen

 

Financiering depop-repop

Depop-repop vergt doorgaans een investering van € 400-500 per zeug. Globaal de helft bestaat uit een investering in vervanging van de zeugenstapel, verkoop van de slachtzeugen en de aankoop van de opfokzeugen. De andere helft komt voort uit saldoverlies gedurende de periode van leegstand. De financierbaarheid is uiteraard afhankelijk van het huidige niveau aan resultaten: wat is er te winnen in resultaten en kosten? Het deel dat voortkomt uit de vervanging van de zeugenstapel moet ook bezien worden met de achtergronden dat in de periode in aanloop tot depop-repop de vervanging van de zeugenstapel verlaagd kan worden, en dat in de eerste periode na depop-repop de vervanging ook verminderd kan worden, gelet op de leeftijd van de zeugenstapel dan. De marktomstandigheden spelen bij het saldoverlies uiteraard een rol, in opbrengsten van slachtzeugen, aankoopkosten van opfokzeugen en gemiste bigopbrengsten, gedurende de leegstand. Uitgaande van gemiddelde marktomstandigheden met bijvoorbeeld een voerwinst van € 600 per zeug op jaarbasis, is de voerwinst € 50 per maand, na aftrek van toegerekende kosten resteert globaal een saldoverlies van € 30 per maand per zeug. Als de biggenprijs € 10 per stuk hoger is, neemt het saldoverlies globaal met € 25 per maand per zeug toe.

De totale investering in depop-repop moet per bedrijf in beeld gebracht worden, onderbouwd met een goed plan van aanpak. Dit om de verbeterpunten in beeld te hebben, vertaald naar financieringscapaciteit. Het plan van aanpak moet ook gericht zijn op het in beeld brengen van de risico’s op het bedrijf, uitrusting van het bedrijf, noodzakelijke aanpassingen aan hardware en bedrijfsvoering, om herintroductie van dierziekten te voorkomen. Wat betekent het voor de arbeidsinzet voor, tijdens en na de depop-repop, qua mindset, flexibiliteit, kwantitatief en kwalitatief? Dit moet met een plan van aanpak goed geborgd zijn. De terugverdientijd moet uit de investering en verbeterpotentieel blijken. De borging middels een plan van aanpak moet deze terugverdientijd binnen handbereik brengen. In de financiële uitwerking moeten ook risico’s benoemd worden: wat als een ziekte (uit meerdere die we wilden uitschakelen) toch weer de kop op steekt, welk effect heeft dit dan op de terugverdientijd? Zijn we dan terug bij af, of wordt de terugverdientijd dan verlengd tot nog steeds een acceptabele looptijd?

Ervaring leert dat met een gedegen doordacht en breed gedragen plan van aanpak, met een realistische terugverdientijd, de financiering van depop-repop op draagvlak moet kunnen rekenen van financiers.

Een terugverdientijd komt op praktijkbedrijven doorgaans uit op 3 tot 5 jaar, en is hiermee, met een goed gedegen doordacht en breed gedragen plan van aanpak, een goede investering, gericht op het versterken van de verdiencapaciteit van het bedrijf voor de toekomst.

In de presentatie is bij de terugverdientijd gerekend met een verbetering in gezondheidskosten, het aandeel slachtbiggen op het totaal van geleverde biggen en de marktwaarde van de biggen. Maar een verbetering in technische resultaten kan hierin ook een bijdrage leveren. Een verbetering van de productie met 1 big per zeug versterkt het rendement globaal met € 30 per zeug op jaarbasis.

Voor een gesloten bedrijf is er in de vleesvarkenstak geen sprake van kapitaalsverlies door het leegdraaien van de vleesvarkensstal. De dierfinanciering die vrij komt wordt bij herbevolking weer ingezet. Hier betreft het wel saldoverlies, bij gemiddelde marktomstandigheden globaal € 5 per aanwezig vleesvarken per maand. Belangrijker is of in het plan van aanpak en de tijdsplanning rond depop-repop gekozen wordt om biggen tijdelijk aan derden te verkopen als 25 kg-big of als speenbig, om het leegkomen van het bedrijf te bespoedigen en de repopulatie te versnellen en de leegstand ook in de zeugenhouderij te beperken. Afhankelijk van de bedrijfs- en marktsituatie en of de vleesvarkens op dezelfde locatie gehuisvest worden, kan er sprake zijn van een marktverlies bij deze biggen. Dit moet afgewogen worden tegen de voordelen of effecten van leegstand van het gehele bedrijf, en de mogelijkheden van herbevolking van het bedrijf. Hieronder wordt een rendementsverbetering per geleverd vleesvarken berekend van minimaal € 10, afhankelijk van de huidige en toekomstige gezondheidsstatus van het bedrijf. Het potentieel van verbetering van het rendement door depop-repop moet leidend zijn, en mag niet in het gedrang komen in de drang om leegstand op het bedrijf, met eventueel een vleesvarkenstak, te beperken.

Stel dat leegstand van het vleesvarkensbedrijf een investering vergt van € 70 per vleesvarkensplaats inclusief een verkoopverlies op de biggen, dan is de terugverdientijd met 2-3 jaren kort te noemen bij een potentiële rendementsverbetering van € 10 per geleverd vleesvarken, uiteraard afhankelijk van de huidige status en de potentie tot verbetering.

 

Gezondheidskosten per zeug 

De gezondheidskosten per zeug zijn inclusief entkosten van biggen. De gezondheidskosten bedragen gemiddeld globaal € 110 per zeug, deze zijn de laatste jaren gestegen door een groter aandeel entingen. Een variatie in gezondheidskosten is zichtbaar van € 75 per zeug tot uitschieters van € 200 per zeug. Vertaald naar voerwinst staat dit gelijk aan 13 % van de voerwinst tot wel 34 % van de voerwinst. Op veel bedrijven geeft de post gezondheidskosten dan ook een grote aanslag op de voerwinst vertaald naar het rendement op het bedrijf.

Daarmee geeft alleen voerwinst dus geen volledig beeld van het rendement van bedrijven, omdat gezondheidskosten vervolgens een grote impact kunnen hebben. Daarom werken we binnen ABAB met het kengetal productieresultaat. Het productieresultaat volgt na het saldo. Het saldo wordt berekend door de overige toegerekende kosten (KI, gezondheidskosten, overige veekosten, energiekosten en mestkosten) in mindering te brengen op de voerwinst. Op het saldo worden vervolgens de arbeidskosten (van medewerkers en een vergoeding voor de ondernemer) in mindering gebracht, dan resteert het productieresultaat. Het productieresultaat wordt vervolgens uitgedrukt per € 1.000 huisvesting, om het rendement op geïnvesteerd vermogen zichtbaar te maken. Hiermee is direct inzichtelijk dat gezondheidskosten of overige veekosten (producten en toebehoren die rechtstreeks bijdragen aan de productie) een deel van voerwinst teniet kunnen doen, vertaald naar het totale rendement van het bedrijf.

In praktijkgevallen vragen afnemers, ondanks een goede gezondheidsstatus, preventief enkele entingen voor afname van biggen. Locatie en omgeving van het vleesvarkensbedrijf kunnen hier aanleiding voor zijn. De gezondheidsstatus van de biggen, het argument voor de afnemer die deze preventieve maatregelen als verzekering wenst, zal bepalend zijn voor de vraag wie de verantwoordelijkheid voor deze investering neemt.

  

Effect van een jonge zeugenstapel op de kwaliteit van de biggen

Het is bekend dat een bedrijf met een relatief jonge zeugenstapel, na depop-repop of een forse uitbreiding, in de eerste periode gevoeliger is in biggenkwaliteit. Het toevoegen van een grote groep jonge zeugen aan een bestaand bedrijf kan hierbij wel een groter effect geven dan een opstart van een volledig nieuwe zeugenstapel. Maar deze gevoeligheid kan niet uitgesloten worden. Dit moet dan ook onderdeel van het plan van aanpak zijn in aanloop tot de depop-repop en de uitvoering hiervan. Welke risico’s worden hierop ingeschat, welke acties moeten hierop volgen en wie draagt hierin welke verantwoordelijkheid? Dit moet afgestemd worden met de afnemer van de biggen. Een depop-repop-traject wordt hiermee een gezamenlijk traject van zeugenhouder en vleesvarkenshouder, gericht op het verbeteren van de verdiencapaciteit van de som van beide bedrijven.

 

Effect van depop-repop op de marktwaarde van biggen

In onze overtuiging kan depop-repop de marktwaarde van biggen altijd verbeteren. Een groot deel van het voordeel van depop-repop wordt immers behaald in de vleesvarkenshouderij. Uiteraard is de mate afhankelijk van de huidige prijsstelling van biggen, maar deze zal mede bepaald zijn door de huidige gezondheidsstatus en kwaliteit van de biggen. Wat is te winnen hierin zal bepaald moeten worden. Effecten van 0.15 in voederconversie, 100-150 gram groei, 2-4 % in uitval en € 1-3 gezondheidskosten per varken, bij grotere variaties in de gezondheidsstatus op vleesvarkensbedrijven, geven een totaal potentieel in voerwinstverbetering van minimaal € 10 per geleverd vleesvarken. En dan is arbeidsvreugde en arbeidsefficiency nog niet gewaardeerd in deze. Tevens zal de gezondheidsstatus en -aanpak vaker een voorwaarde voor deelname aan marktconcepten worden/zijn. Maatschappelijk is diergezondheid en antibioticagebruik een onderdeel van licence te produce.

Ga naar de veterinaire informatie over depop-repop

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.