Kenmerken plant:

• Afwisselende groep planten, variërend van grote heesters tot kleine éénjarigen en vaste planten. In de zomer krijgen ze allemaal dezelfde opvallende, felgele bloemen met in het hart een toef goudgele meeldraden. Sommige krijgen in het najaar ook nog bessen.
• Geelbloeiende plant.
• Komt voor in voedselarme bermen, droge graslanden en tegenwoordig ook veel in tuinen.
• Bevat sintjansbloed (= hypericine).

Gevolgen voor dieren:

• Sintjansbloed zorgt voor zonnebrand: onder invloed van zonlicht ontstaat er overgevoeligheid van de huid. Het gevolg is verdikking van de onbedekte witte huid.
• Bij runderen kan het oogslijmvlies ontstoken raken en vallen soms grote delen van de huid af.
• Bij schapen kan naast de huidproblemen ook afsterven van de oorpunten optreden.
• St Janskruid is giftig voor paarden, en kan zonnebrand veroorzaken waar goede pigment bescherming in de huid ontbreekt (zoals bij een witte bles of witte benen).

Bijzonderheden:

• De giftigheid van hypericine neemt af als de plant gedroogd wordt (in hooi).