Risico op zonnebrand door schimmel Pithomyces chartarum

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer
DAP Contact. Voor dierenartsen

Diersoorten

Risico op zonnebrand door schimmel Pithomyces chartarum

9-9-2021:  In Nieuw-Zeeland is zonnebrand (‘Facial Eczema’) door Pithomyces chartarum een jaarlijks terugkerend probleem. Regelmatig worden percelen preventief gemonitord op het aantal aanwezige sporen. Ook in Nederland komt deze schimmel voor en zorgt, vooral in het najaar, voor zonnebrandverschijnselen.

De schimmel groeit op dood plantenmateriaal aan de basis van gras onder warme omstandigheden: tien dagen een minimale temperatuur van 12 tot 15 graden Celsius en een hoge luchtvochtigheid. Het mycotoxine sporidesmin komt vrij na de opname van schimmelsporen. Dit is giftig voor lever en galgangen met als gevolg leverschade en zonnebrandverschijnselen, vooral op de onbehaarde huid, zoals de neus en spenen. 

Dieren die dag en nacht worden geweid zonder bijvoeding lopen het meeste risico op problemen. Met name in het najaar als het vochtig is. Ook overbegrazing vormt een risico. De mate waarin het probleem speelt is erg wisselend; van enkele tot meerdere meldingen in het najaar. Het is nog zeker niet zo veel voorkomend als in Nieuw-Zeeland. 

Wat doen bij zonnebrand? 

Merkt u zonnebrand op bij meerdere dieren die weidegang krijgen? Denk dan aan deze schimmel en vraag uw dierenarts onderzoek te doen. 
Stal dieren met zonnebrand op, geef pijnstilling en schotel ze een energierijk rantsoen voor om goed te herstellen. De lever heeft een groot herstelvermogen en afhankelijk van de mate van besmetting is volledig herstel mogelijk.

Om te ontdekken of de schimmel aanwezig is op het land, kunt u dit op de volgende manier onderzoeken:

  1. Loop diagonaal door het weiland en pluk op zes plaatsen een forse hand gras. Dit doet u tot op het niveau van de grond, zodat ook dood materiaal wordt meegenomen. 
  2. Knip 60 gram van het goed gemengde gras in kleine stukjes. 
  3. Voeg 600 milliliter water toe en schud drie minuten goed. 
  4. Zuig zo snel mogelijk na het schudden druppels op en vul een telkamer op een slide. 
  5. Tel de sporen in de vier hoekvakjes en het middelste vakjes. Som van twintig vakjes (0.1 millimeter diep) of tien vakjes als de vakjes 0.2 millimeter diep zijn.
  6. Vermenigvuldig het totaal met vijfduizend. Zo weet u het aantal sporen per gram gras (de sporen zien eruit als granaatjes). 

Aangezien in Nederland niet standaard gemonitord wordt, is het niet geheel duidelijk bij welk aantal sporen problemen te verwachten zijn. In Nieuw-Zeeland houden ze 50.000 sporen per gram vers gras aan als risico voor dieren die meerdere weken op hetzelfde perceel grazen; 200.00-300.00 sporen per gram vers gras kunnen al binnen enkele dagen problemen geven.

Sporen van Pithomyces chartarum
Sporen van Pithomyces chartarum

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.