H3N1

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer
DAP Contact. Voor dierenartsen

H3N1

Eerste resultaten onderzoek H3N1 besmetting bij leggende SPF-hennen

Samenvatting
De tussentijdse resultaten van het onderzoek naar H3N1 in leggende hennen van 35 weken laten zien dat deze laag pathogene H3N1- stam geen andere ziektekiemen nodig heeft om bij leggende dieren grote schade te veroorzaken. Het ziektebeeld, de sectiebeelden en de productiedaling bij deze leggende SPF hennen komen overeen met het beeld dat in het veld wordt gezien.

Inleiding
In België zijn inmiddels meer dan 70 bedrijven besmet geraakt met de aviaire influenza stam H3N1. In de officiële test voor het bepalen of een AI stam hoog of laag pathogeen is, wordt het virus in de bloedbaan van jonge kippen gespoten, de zogenaamde intraveneuze pathogeniciteit test (IVPI). Bij hoog pathogene stammen sterven vrijwel alle dieren in enkele dagen tijd in deze IVPI- test. Bij de H3N1 stam traden er nauwelijks verschijnselen op in de IVPI- test, de stam is officieel een laag pathogene AI stam, wat je bij een H3N1 ook zou verwachten. Hoewel deze stam in de officiële test in jonge dieren dus duidelijk laag pathogeen is, zijn de verschijnselen in het veld in veel gevallen ernstig. De grote meerderheid van de besmettingen in België betreft leghennen en vleesvermeerderingsdieren. De koppels vertonen productiedalingen tot 100% en de sterfte kan oplopen tot tientallen procenten (tot 60%). De grote vraag is wat het verschil verklaart tussen de laboratorium bevindingen en die in het veld, zijn er andere factoren bij betrokken? Bijvoorbeeld andere ziektekiemen als E.coli of IB. Het is bekend dat combinaties van laag pathogene AI stammen met andere ziekteverwekkers de schade sterk kan verhogen.

Met steun van Avined heeft GD in het onderzoekslaboratorium een groep van 36 leggende SPF hennen van 35 weken leeftijd besmet met de H3N1 stam dat geïsoleerd is uit een Belgisch koppel legdieren met een grote productiedaling en forse uitval. Er zijn SPF hennen gebruikt om zeker te weten dat er geen andere ziektekiemen meespelen. Het H3N1 virus is via een oogdruppel toegediend zodat het virus zich via de natuurlijke manier in het dier zal verspreiden. Om deze verspreiding binnen het dier te kunnen volgen (waar begint het, waar zit het vooral, welke uitscheiding mag je dus verwachten) zijn er op 2, 4 en 7 dagen na de besmetting dieren uit de studie genomen om de verschillende organen te kunnen onderzoeken. Op 3 weken na de besmetting wordt de studie beëindigd en wordt het bloed van de dieren verzameld.

Alhoewel de studie nog een week doorloopt en de testresultaten nog maar deels bekend zijn, zijn de tussenresultaten al zeer informatief. In de eerste 7 dagen na de besmetting was er niets te zien aan de dieren, ook de eiproductie bleef stabiel. In de tweede week werd een deel van de hennen ernstig ziek, 58% van de dieren is in deze week overleden of moesten geëuthanaseerd worden om onnodig lijden te voorkomen. Bij sectie bleek dat de zieke dieren veelal een ernstige buikvliesontsteking opgelopen hadden. De eiproductie bij de overlevenden die geen uiterlijke ziekteverschijnselen hebben vertoond, is gezakt tot 9%.

De tussenresultaten van deze studie laten zien dat deze laag pathogene H3N1 stam geen andere ziektekiemen nodig heeft om bij leggende dieren grote schade te veroorzaken. Het ziektebeeld, de sectiebeelden en de productiedaling bij deze leggende SPF hennen komen overeen met het beeld dat in het veld gezien wordt.

Officieel blijft deze stam een laag pathogene stam maar dat is voor dit virus een code die tot ernstige onderschatting van het ziekmakende vermogen leidt.

In dit filmpje vertelt Ruth Bouwstra meer over het H3N1 vogelgriep virus.

H3N1
Foto: ovarium met geringe stuwing, degeneratie en fibrineus excudaat

H3N1

H3N1
Foto: oviduct met afwijkende inhoud

H3N1
Foto: ovarium met geringe stuwing, degeneratie en fibrineus excudaat

H3N1
Foto: buikholte gevuld met veel serofibrineus vocht (geel, grijs, beige van kleur)

H3N1
Foto: Algemeen beeld van de buik

H3N1
Foto: Algemeen beeld van de buik

H3N1
Foto: vaatingroei en vaatinjectie in het mesenterium, naast de aanwezigheid van los fibrine materiaal

H3N1
Foto: darmkanaal met lokale ontstekingen op de buitenzijde, naast de aanwezigheid van los fibrine materiaal

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.