Listeriose

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer
DAP Contact. Voor dierenartsen

Listeriose

Listeriose is een sporadisch voorkomende bacteriële infectie bij mensen en dieren (inclusief vogels). Na infectie kunnen dragers van de bacterie ontstaan. Bij herkauwers zijn de belangrijkste verschijnselen hersenverschijnselen (encephalitis) en verwerpen (abortus). Listeriose is een zoönose. Bij mensen met een normale afweer kan de infectie asymptomatisch verlopen of als een mild ziektebeeld met griepachtige verschijnselen (koorts, spierpijn, maagdarmklachten zoals misselijkheid en diarree). Bij immuno-incompetente personen verloopt de infectie ernstiger.
Listeriose is een meldingsplichtige ziekte volgens artikel 100 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. Een aangetoonde infectie dient te worden gemeld bij de NVWA.

Direct naar:

De kiem

De verantwoordelijke kiem, Listeria monocytogenes, komt wijdverbreid in de omgeving voor. Van het genus Listeria zijn 6 species bekend, waarvan alleen Listeria monocytogenes en Listeria ivanovii pathogeen zijn voor landbouwhuisdieren. Listeria monocytogenes is verreweg de belangrijkste en zal verder in dit dossier als enige aan de orde komen.

Listeria monocytogenes kan zich handhaven en vermenigvuldigen bij een grote variatie van temperatuur (4 tot 45 ºC) en pH (4,5 tot 9,6). Het betreft een klein, beweeglijk, grampositief en vrij resistent staafje dat zowel aeroob als anaeroob op de gebruikelijke voedingsbodems kan groeien.
Listeria monocytogenes kan onderverdeeld worden in 16 serovars. Serovars 4b, 1/2a, 1/2b en 3 worden het meest bij dieren geïsoleerd. Serovar 4b is bij runderen vaak betrokken bij meningo-encephalitis. Serovar 4a/b is bij varkens betrokken bij klinische ziekte (nerveuze verschijnselen en abortus). Virulente serovars kunnen zich vermenigvuldigen in macrofagen en monocyten en produceren een haemosine waarvan wordt aangenomen dat het de belangrijkste virulentiefactor betreft.
In de huidige intensieve varkenshouderij komt deze infectie niet of nauwelijks voor (1,4). Het voorkomen van de infectie in varkens die vrije uitloop hebben, zoals in de biologische varkenshouderij, is niet uitgesloten (2,3).

Gevoelige diersoorten

Listeria monocytogenes is geïsoleerd uit 42 verschillende soorten zoogdieren, 22 verschillende soorten vogels, vissen, insecten en bij de mens. De kiem komt ubiquitair voor en wordt daarom regelmatig geïsoleerd uit mest, afval, grond, water en planten. Listeriose is echter vooral een ziekte van herkauwers, vooral schapen. Minder frequent wordt Listeriose bij varkens vastgesteld.

Volksgezondheid

Humane infecties ontstaan door het eten van besmet voedsel.
Risicoproducten zijn: onvoldoende verhit vlees, zachte kazen zoals brie en camembert die met ongepasteuriseerde melk zijn bereid, paté en andere vleeswaren, gerookte of gemarineerde vis, gerookte mosselen, ongepasteuriseerde melk, kant-en-klare pannenkoeken en softijs. Besmetting kan ook ontstaan door direct contact met besmet materiaal (ontlasting).
Verder is verticale transmissie mogelijk.

Overleving

Listeria monocytogenes kan zich handhaven en vermenigvuldigen bij een temperatuur van 4 tot 45 ºC en pH 4,5 tot 9,6. De bacterie groeit zowel aeroob als anaeroob op de gebruikelijke voedingsbodems.

Desinfectie

Listeria monocytogenes is een vrij resistent staafje. Listeria monocytogenes is gevoelig voor 1% sodium hypochlorite, 70% ethanol of glutaraldehyde. De kiem wordt ook gedood door vochtige hitte (15 minuten bij 121 °C) of droge hitte (1 uur bij 160 tot 170 °C). Er bestaan verschillende middelen of combinaties van middelen om de hoeveelheid kiemen in humaan voedsel te reduceren.

Klinische verschijnselen van Listeriose


Klinische verschijnselen bij varkens
Listeria monocytogenes is een gebruikelijke darmbewoner bij varkens. De kiem is zelden de oorzaak van sterfte bij biggen door sepsis en hoge koorts (>42°C) en van  nerveuze verschijnselen in alle leeftijdsgroepen door meningo-encephalitis. Abortus, opbreken en de geboorte van slappe biggen wordt gezien bij zeugen.

De incubatietijd is 24 tot 48 uur bij pasgeboren biggen. Klinisch zieke biggen gaan binnen 4 dagen dood, zeker wanneer nerveuze verschijnselen worden gezien.
De ziekte komt zelden voor bij varkens en de symptomen passen bij meerdere aandoeningen, waardoor de diagnose vaak gemist wordt.
Voor de klinische verschijnselen bij runderen en kleine herkauwers wordt verwezen naar het dossier Listeriose bij herkauwers.

Klinische verschijnselen bij de mens
Bij personen met een normale afweer kan de infectie asymptomatisch verlopen of als een mild ziektebeeld met griepachtige verschijnselen (koorts, spierpijn, maagdarmklachten zoals misselijkheid en diarree). Bij immuno-incompetente personen verloopt de infectie ernstiger, meestal als een gegeneraliseerde infectie met bacteriemie, meningo-encefalitis of endocarditis en soms met pukkelige/ puistachtige huidlaesies. Cerebritis is een bijzondere vorm van infectie, die waarschijnlijk regelmatig voorkomt, maar bij ouderen moeilijk herkend wordt. Patiënten klagen over hoofdpijn en koorts en hebben tekenen van paralyse die kunnen lijken op een cerebrovasculair accident. Voorbijgaande bewustzijnsdalingen met cerebellaire symptomen kunnen het ziektebeeld compliceren.

Infectie bij zwangeren, vooral in de tweede helft van de zwangerschap, kan leiden tot intra-uteriene vruchtdood en vroeggeboorte. Bij pasgeborenen kan het sepsis veroorzaken (‘early onset’, besmetting waarschijnlijk in utero) en meningo-encefalitis (‘late onset’, besmetting waarschijnlijk tijdens of na de geboorte). 

Morbiditeit / mortaliteit

www.thepigsite.com vermeldt dat blootstelling tot infectie leidt, maar dat ziekteverschijnselen zelden gezien worden bij varkens. De letaliteit bij varkens is hoog wanneer eenmaal nerveuze verschijnselen gezien worden. Euthanasie is dan sterk aan te raden.
De letaliteit bij de mens van klinische gevallen is hoog.
  • Algemeen: 19 tot 35 procent (hoe hoger de leeftijd, hoe groter de letaliteit).
  • Pasgeborenen (0 tot 4 dagen): tot 50 procent. De letaliteit hangt sterk af van de termijn van de pasgeborenen: zeer hoog bij prematuren, veel lager na 37 weken zwangerschap.
  • Overige zuigelingen: tot 30 procent.
  • Ouderen (>70 jaar): 60 procent.
  • Immuno-competenten die toch ziek worden: 11 procent.
Bij mensen varieert het dragerschap van 5 tot 10 procent. Dit is onder meer afhankelijk van het contact met landbouw, veeteelt en daarvan afgeleide industrieën.
Bekende potentieel besmette voedingsmiddelen zijn zowel zachte rauwmelkse kazen, kool-, tonijn- en maïssalades, visproducten zoals garnalen en (gerookte) zalm, als allerlei kant-en-klaar bereide voedselproducten, zoals pannenkoeken die onvoldoende verhit worden voor consumptie.

Uitscheiding van de kiem

Uitscheiding van de kiem verloopt via excreta (mest, urine, melk) en in verworpen vruchten/ placenta’s.

Differentiaaldiagnose

Gespeende biggen:
Aandoeningen met neurologische verschijnselen zoals:
  • Streptococcus suis-infectie
  • E. coli-enterotoxaemie
  • zoutintoxicatie
  • Ziekte van Aujeszky
  • PTV1 (Talfan)

Diagnose van Listeriose


Pathologie

Indien septicaemie optreedt bij biggen, worden bij sectie gestuwde lymfeknopen, geel vocht in de diverse lichaamsholten en een rode lever met necrosehaardjes gezien.
Bij sectie van gevallen van encephalitis wordt histologisch onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van perivasculaire cuffing en microabcesjes van het verlengde merg (bij aantasting van het ruggenmerg zijn deze ook aanwezig in het cervicale en lumbale deel van het ruggenmerg).
In de sectiezaal van de GD is de laatste jaren echter nooit de diagnose Listeriose gesteld bij varkens/biggen (persoonlijke mededeling GD-patholoog Klaas Peperkamp, Kwartaalrapportage Varken, eerste helft 2008).
Sectie geaborteerde vrucht / septicaemie:
  • multiple necrosehaardjes in lever, milt en myocardium
  • immunohistochemie  

Isolatie van de kiem

Tot 2 weken na een abortus is een kweek mogelijk uit vaginale uitvloeiing.
Bij dieren kan de kiem gekweekt worden vanuit sectiemateriaal. De bacterie groeit rechtstreeks vanaf het monstermateriaal en geeft typische haemolytische kolonies op bloedagarplaten.

Zowel bij overnacht incuberen in een verrijkingsmedium bij 4°C van besmet materiaal, tonsillen, coecuminhoud, mest, omgevingsmateriaal en voedsel als bij overnacht incuberen bij 4°C in een verrijkingsmedium waaraan antibiotica als amfothericine B is toegevoegd en vervolgens een kweek  op een selectief medium met esculine geeft goede resultaten. PCR-technieken waarbij primers worden gebruikt voor het hly-gen, zijn ontwikkeld voor de conventionele kwalitatieve gel-gebaseerde PCR maar ook voor de PCR voor kwantitatieve bepaling.
Bij mensen kan Listeria monocytogenes gekweekt worden uit bloed, liquor, amnionvocht en meconium. Een grampreparaat van de liquor kan een aanwijzing geven (grampositieve staafjes). Bij zwangere vrouwen met koorts is een bloedkweek de beste manier om de diagnose te stellen. Serologie is klinisch weinig bruikbaar vanwege het hoge percentage asymptomatische infecties.

Serologie

Van een agglutinatietest en de Listeria CBR is de voorspellende waarde van een positieve uitslag laag. Daarom wordt die test vrijwel niet uitgevoerd.
 

Prevalentie van Listeriose


Europa

Kliniek bij dieren, vooral schapen, komt regelmatig voor in de gematigde streken van het noordelijk en zuidelijk halfrond. De morbiditeit ligt in het algemeen laag (<2 procent).

Humaan: de incidentie van Listeriose bedroeg 15 jaar geleden 7 à 12 personen per miljoen inwoners. Tegenwoordig is de incidentie 2 à 3 personen per miljoen inwoners.
Praktijkcasus gemeld door een dierenarts in Venlo, december 2008:
Te vroeg geboren biggen met een klinisch beeld van PRRS, waarbij in de maag Listeria is aangetoond. Het was daarbij echter de vraag in hoeverre Listeria een rol speelde in de pathogenese.
Sindsdien zijn in Nederland geen klinische meldingen ontvangen en/of gedetecteerd.

Andere landen

Er zijn weinig gegevens beschikbaar van niet-westerse landen.

Aanpak besmette bedrijven


Maatregelen bij ernstige verdenking en besmetting

Listeriose is een meldingsplichtige ziekte volgens artikel 100 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. Een aangetoonde infectie dient te worden gemeld bij de NVWA.

Maatregelen bij dieren
  • Behandelen van zieke dieren
    Listeria monocytogenes is gevoelig voor penicilline (drug of choice), ceftiofur, erythromycine, trimetoprim/ sulfonamide en chloortetracycline. Het effect van de behandeling is sterk afhankelijk van de tijd dat het dier al geïnfecteerd is. Bij het varken is behandeling alleen zinvol als er nog geen zenuwverschijnselen zijn. Indien die er wel zijn, dan is euthanasie van het aangetaste dier de beste oplossing. Bij het rund is chloortetracycline intraveneus gedurende 5 dagen redelijk effectief. Bij schapen kan beter gedurende 1 tot 2 weken  penicilline 44.000 U/kg l.g. intramusculair worden gegeven. De prognose van ernstig aangetaste dieren is infaust. Het is belangrijk aangetaste dieren uit de koppel te verwijderen.
  • Controle
    Controle is lastig vanwege het wijdverbreid voorkomen van de kiem en het ontbreken van risicofactoren anders dan besmette snijmaïskuil en graskuil.
  • Zoönose
    De veehouder dient op de hoogte gebracht te worden van de mogelijkheid dat ook mensen een infectie met Listeria monocytogenes kunnen oplopen, bijvoorbeeld door het verlossen van dode biggen.
Maatregelen bij mensen
Na ziekte en na een asymptomatische infectie, kunnen mensen tot enkele maanden Listeria in de ontlasting blijven uitscheiden. Moeders blijven tot 7 à 10 dagen na de bevalling bovendien besmettelijk via urine en vaginale afscheiding.
Listeriose vereist een langdurige, intraveneuze behandeling. Bij een bewezen listeriose heeft behandeling met amoxicilline de voorkeur. Listeria is niet gevoelig voor cefalosporinen of gentamycine. Profylaxe is niet zinvol, maar behandeling kan wel zinvol zijn wanneer tijdens de bronopsporing blijkt dat zwangeren besmette producten hebben genuttigd.
Wanneer Listeria monocytogenes wordt gevonden in een bedrijf dat betrokken is bij levensmiddelenproductie (bijvoorbeeld een kaasfabriek), dienen in overleg met de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) speciale maatregelen te worden genomen om het organisme te elimineren. Het is belangrijk dat de apparatuur zodanig ontworpen is dat alle onderdelen goed te reinigen en te desinfecteren zijn.

Vaccinatie

Voor varkens is geen vaccin geregistreerd.

Antibiotica

Listeria is gevoelig voor penicilline, ceftiofur, erythromycine en trimetoprim/ sulfonamide en chloortetracycline. Listeria is niet gevoelig voor cefalosporinen of gentamycine
Humaan: Listeriose vereist een langdurige, intraveneuze behandeling, bij voorkeur met amoxicilline.

Overige maatregelen

Werkvoorschriften/ procedures bij verdenking (inclusief verloop van het bedrijfsbezoek. bedrijfsinventarisatie, monstername en beslissingsmogelijkheden).

Terug naar het begin van dit artikel

Preventie van Listeriose


Bedrijfshygiëne/ insleeppreventie

Controle is lastig vanwege het wijdverbreid voorkomen van de kiem. Een infectie komt tot stand door de opname van besmet voer of door rechtstreeks contact met (mest) van geïnfecteerde dieren. Varkens die met brijvoer worden gevoerd hebben een verhoogd risico op een besmetting met klinische gevolgen. Gebruik van droogvoer zou al een preventief effect hebben.

Vaccinatie

Voor rundvee zijn verschillende vaccins geregistreerd. Voor varkens is er geen geregistreerd vaccin verkrijgbaar.
NB: Listeriose bij varkens komt zelden voor.

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Voor persoonlijke bescherming is een goede (voedsel)hygiëne noodzakelijk, evenals het voldoende verhitten van dierlijke producten.

Regelgeving


Nederlands recht

Listeriose is een meldingsplichtige ziekte volgens artikel 100 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. Een aangetoonde infectie dient te worden gemeld bij de NVWA.

Europees recht

Listeriose is geen aangifteplichtige ziekte volgens de EU-regelgeving. Omdat het een zoönose betreft, dient wel (Beschikking 2000/96/EG) ‘epidemiologische surveillance door het communautaire netwerk via gestandaardiseerde verzameling en analyse van de gegevens plaats te hebben’.

Websites en literatuur


Websites

Center for Food Security and Public Health
http://www.cfsph.iastate.edu/

Literatuur

1. Diseases of Swine, 10th Edition, J. Zimmerman et al.  2011; 876-877.
2. The Merck Veterinary Manual, 6th Edition, 1996: 382 – 385.
3. Bacteriële ziekten en mycotische aandoeningen bij dieren, 1988, Wetenschappelijke Uitgeverij Bunge: 188-193.
4. Kwartaalrapportage Varken, eerste helft 2008, GD, oktober 2008.
6.   Studies on the occurrence of Listeria monocytogenes in fecal samples of domestic and companion animals Weber A et al: Zentralbl Hyg Umweltmed. 1995 Dec;198(2):117-23.

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.