CAE

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

CAE

Caprine arthritis encefalitis (CAE) is een persisterende virusinfectie bij geiten. De aandoening is ook bekend onder de volgende namen: goat leucoencephalomyelitis (GLV), ‘big knee’ en CAEV. CAE vertoont veel overeenkomsten met zwoegerziekte (maedi-visna). Het veroorzakende virus wordt meestal het CAE-virus (CAEV) genoemd. CAE veroorzaakt belangrijke economische schade op bedrijfsniveau.
CAE is geen zoönose. CAE is een meldingsplichtige ziekte volgens artikel 100 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. Een aangetoonde infectie dient te worden gemeld bij de NVWA.

Retrovirus als veroorzaker

CAE wordt veroorzaakt door een retrovirus. Retrovirussen zijn RNA-virussen die, met behulp van viraal reverse transcriptase, een DNA-kopie van het virus (provirus) inbouwen in het DNA van de geïnfecteerde cel (vooral monocyten en macrofagen). Bij celdeling deelt ook dit provirus zich.
Bij de Retroviridae worden drie subfamilies onderscheiden; hiervan zijn de Oncovirinae (RNA-tumorvirussen) en de Lentivirinae (dier)geneeskundig van belang. Lentivirussen zijn niet-tumorverwekkende retrovirussen met vergelijkbare eigenschappen. Ze veroorzaken, ondanks de vorming van antistoffen, persisterende infecties die aanleiding kunnen geven tot een langzaam (lenti) verergerend ziektebeeld na een lange periode van latent aanwezig zijn. Behalve het caprine arthritis-encefalitis virus (CAEV) behoren ook het zwoegerziektevirus (MVV), het aidsvirus (human immunodeficiency virus, HIV) en het equine infectious anemia virus (EIAV) tot de Lentivirinae.
Ook het virus dat jaagziekte (longadenomatose, SPA) bij het schaap veroorzaakt, is mogelijk een lentivirus.

Besmetting

Lange tijd is aangenomen dat de belangrijkste besmettingsweg die van de moederdieren, via de melk of biest, naar de lammeren is. Andere besmettingswegen, onder andere via de uitademingslucht van geïnfecteerde dieren, zijn echter minstens zo belangrijk.
Na een infectie blijft het virus lange tijd latent in het dier aanwezig. Het duurt in de regel maanden tot soms jaren voordat een geïnfecteerde geit antistoffen tegen het CAE-virus aanmaakt. Dat is het geval wanneer onder invloed van weerstandsvermindering of stress, het virus vrijkomt en zich vermenigvuldigt. Op dat moment herkent het afweerapparaat van de geit het virus als lichaamsvreemd en maakt antistoffen aan. Deze antistoffen zijn aantoonbaar door bloedonderzoek. Ziekteverschijnselen worden nog weer later gezien.

Terug naar het begin van dit artikel

Verschijnselen van CAE

Symptomen

De virusaandoening wordt gekenmerkt door een langzaam voortschrijdende vermagering en sterfte. Dieren worden dor in de vacht. Daarnaast komen meestal ook verschijnselen voor aan:

  • gewrichten
  • longen
  • uier
  • centraal zenuwstelsel
Of alle geïnfecteerde dieren uiteindelijk ziekteverschijnselen vertonen is niet duidelijk. Mogelijk treden bij deze langzaam verlopende virusinfectie de verschijnselen bij een gedeelte van de dieren pas zo laat op, dat deze dieren al van ouderdom zijn gestorven.

Gewrichten

Zoals de naam CAE al zegt kunnen er verschijnselen optreden van gewrichtsontsteking (dikke gewrichten). Dit kunnen alle gewrichten of peesschedes van de geit zijn. Het meest opvallend zijn vaak de veranderingen aan de carpi (‘big knee’). Maar ook de tarsi kunnen dik en overvuld raken. Dergelijke geiten gaan steeds moeilijker en strammer lopen.

Centraal zenuwstelsel

CAE kan ook de hersenen aantasten (encefalomyelitis). Dit is met name opvallend bij jonge geiten tot de leeftijd van één jaar (‘kid encephalitis’). Deze jonge dieren kunnen verschijnselen vertonen van een voortschrijdende verlamming van de achterhand. Deze verlamming kan ondanks goede zorg steeds erger worden en uiteindelijk tot de dood leiden.

Uier

De uier kan ook worden aangetast door het virus (induratieve mastitis). De uier wordt echter niet dik of warm en er zijn ook geen veranderingen aan de melk te zien. Het uierweefsel droogt als het ware op, verhardt en de melkproductie loopt terug. Dit is een onherstelbaar proces.
In een eindstadium van een infectie met CAE zetten de geiten zich helemaal droog.

Terug naar het begin van dit artikel

Diagnose van CAE

Diagnose en behandeling

De waarschijnlijkheidsdiagnose wordt gesteld op de klinische verschijnselen. Histologisch en serologisch onderzoek kunnen de diagnose bevestigen. Een behandeling van CAE is niet mogelijk. Dieren met klinische verschijnselen sterven in de regel binnen een paar maanden. Preventie in de vorm van vaccinatie is niet mogelijk.

Testmethodieken

De waarschijnlijkheidsdiagnose wordt gesteld op de verschijnselen. Met bloedonderzoek (antistoffen) kan worden aangetoond of het dier met CAE is geïnfecteerd. Soms zijn bij zieke dieren geen antistoffen meer aantoonbaar. De bevindingen bij sectie vormen dan een extra aanwijzing. Er worden in Nederland voor serologisch onderzoek twee testen gebruikt:
  • een indirecte ELISA: alle ingezonden bloedmonsters worden met deze test onderzocht;
  • een AGIDT of nadere ELISA: deze testen worden gebruikt als confirmatietest voor alle monsters die in de indirecte ELISA een positieve uitslag geven. De confirmatietest is uiteindelijk bepalend.

Prevalentie van CAE

​Besmetting komt volgens een ruwe schatting voor op negentig procent van de bedrijven en bij veertig procent van de geiten in Nederland. Een beperkt aantal bedrijven is CAE-vrij gecertificeerd.
Het merendeel van de melkgeitenbedrijven is wel CAE-vrij gecertificeerd.

Andere landen 

CAE komt in veel landen voor. Over de mate van voorkomen zijn geen betrouwbare cijfers voorhanden.

Aanpak van CAE

​CAE wordt genoemd in artikel 6 van richtlijn 91/68/EU, de handelsrichtlijn voor kleine herkauwers. Voor het intracommunautaire handelsverkeer moeten fokgeiten afkomstig zijn van bedrijven waar tijdens de laatste drie jaar voorafgaand aan deelname aan het intraverkeer geen klinische verschijnselen van CAE zijn vastgesteld.

De NVWA hanteert deze bepaling zodanig dat voor het intraverkeer geiten afkomstig moeten zijn van bedrijven die CAE-vrij gecertificeerd zijn.

Georganiseerde bestrijding

Sinds 1989 bestaat in ons land een georganiseerde CAE-bestrijding.

Reglement

De bestrijding en bewaking van CAE zijn gebaseerd op het ‘Reglement bestrijding CAE 2004’. Deelnemers aan de georganiseerde bestrijding kunnen zich aanmelden bij de GD. Deelnemers aan de bestrijding van de in georganiseerd verband bestreden dierziekten zijn tevens lid van de ‘Georganiseerde Zorg Kleine Herkauwers’.

Certificeringsonderzoek

Het GD CAE certificeringprogramma is gebaseerd op een reglement van GD.  Bedrijven die de CAE status willen verwerven hebben hierbij de keuze uit de volgende mogelijkheden:

  1. Na een periode van leegstand, aanvoer van CAE vrije geiten, waarbij het mogelijk is om direct het CAE vrij certificaat te behalen;
  2. Tenminste één negatief bloedonderzoek van de geiten ouder dan zes maanden, volgens een steekproef. Het jaar voorafgaand mogen dan alleen CAE vrije geiten zijn aangevoerd.
Bedrijven met meer dan 300 geiten ouder dan een half jaar krijgen in beide gevallen eerst een bedrijfsbezoek van de GD; hierbij wordt o.a. vastgelegd van welke geiten bloedonderzoek moet plaatsvinden.

Bewakingsonderzoek

Vrije bedrijven moeten na één jaar opnieuw hun dieren laten onderzoeken en dit onderzoek vervolgens elke twee jaar herhalen (dieren ouder dan één jaar). Het aantal te onderzoeken geiten wordt bepaald volgens een steekproefmodel dat met 95 procent zekerheid twee procent positieven aantoont.

Belangrijke overige voorwaarden

Deelnemers aan het bestrijdingsprogramma CAE moeten voldoen aan een aantal voorwaarden.
  • Alle dieren op uw bedrijf dienen zowel in de landelijke I&R database als bij GD in SG-Online vastgelegd te worden. In de landelijke I&R database is het niet mogelijk om zogenaamde plus gegevens vast te leggen, zoals het geslacht, het ras en vader- en moederdier. Deze gegevens zijn wel van belang voor de diergezondheidsprogramma’s van GD.
  • Alleen het toevoegen van CAE-vrij gecertificeerde geiten aan het eigen koppel is toegestaan.
De exacte voorwaarden kunt u vinden in het reglement.

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.