Kiemgetal tankmelk

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Is uw tankmelk kiemgetal verhoogt dan zou u met behulp van de volgende stappen kunnen inzoomen op het probleem.

Stap 1: BO Tankmelk Uiergezondheid (10547)
Stap 2: Screening BO op basis van celgetel (11938)
Stap 3: BO individueel melk incl. celgetal

Stap 1: BO Tankmelk Uiergezondheid (10547)

De melk die in de melktank zit, bevat vele soorten bacteriën. Deze melk is in aanraking geweest met de buitenkant van de speenpunt, de tepelvoering, melkklauw, melkslangen, etcetera. Bacteriologisch onderzoek (BO) van tankmelk levert dus heel veel verschillende soorten bacteriën op. Met speciale technieken en aangepaste voedingsbodems is het mogelijk om uit deze veelheid bacteriën de uierontstekingsverwekkers te isoleren. Bovendien kunnen ze zodanig zichtbaar gemaakt worden, dat een inschatting kan worden gegeven over de globale aantallen. Men telt het aantal kolonievormende eenheden (kve) als maat voor het aantal specifieke uierontsteking bacteriën in een bepaalde hoeveelheid melk. Uw tankmelk wordt onderzocht op de zeven belangrijkste uierontstekingsverwekkers: Streptococcus uberis, Klebsiella, coliformen, Staphylococcus aureus, Streptococcus agalactiae, Streptococcus dysgalactiae en omgevingsstreptokokken.
Bacteriologisch onderzoek van de tankmelk, evt. in combinatie met eerdere of andere uitslagen geven een redelijk indicatie van de uiergezondheid van het koppel, en van de mastitisverwekkers die daarbij een rol spelen. Bovendien geeft de uitslag een indruk over de hygiëne tijdens het melken. Daarnaast geeft het een aanwijzing in welke richting verder onderzoek plaats zou kunnen vinden als er problemen zijn.

Dit onderzoek kan plaatsvinden op koppelniveau maar kan natuurlijk ook per stal, groep of pot uitgevoerd worden. Hiertoe kan er tijdens het melken (bij start met een lege tank) telkens bij het wisselen van pot een tankmelkmonster genomen worden. Hierbij vindt er verdunning plaats. Beter is om na elke lege tank met een andere stal, groep of pot te beginnen met melken en dan een monster te nemen.

Terug naar het begin van dit artikel

Stap 2: Screening BO op basis van celgetel (11938)

Bij een celgetal van > 500.000 wordt er automatisch BO individueel melk ingezet (11939)

Om de infectiedruk vanuit besmette herkauwers te beheersen is het nodig om te weten welke dieren besmet zijn en een (sub)klinische of chronische uierontsteking hebben. Dit zijn immers de dieren die andere met (vooral diergebonden) uierontstekingsverwekkers besmetten. 
De diagnostiek van klinische uierontsteking is in principe duidelijk, de aangetaste helft is zichtbaar en soms voelbaar afwijkend. Welke kiem de uieronsteking veroorzaakt is aan de hand van de verschijnselen en de melk niet vast te stellen, zelfs zeer ervaren uiergezondheidsdeskundigen lukt dat niet. Daar is nader (laboratorium)onderzoek voor nodig.
De diagnostiek van subklinische uierontsteking berust volledig op diagnostisch onderzoek omdat aan de melk noch aan uier iets is te zien. Dit diagnostisch onderzoek gebeurt aan de hand van testen direct naast het dier (zoals de CMT test) of in een laboratorium zoals celgetal bepaling en bacteriologisch onderzoek. 

De celgetalbepaling geeft een indicatie bij welke dieren een bacteriologisch onderzoek geïndiceerd zou kunnen zijn. Bij een celgetal groter dat 500.000 cellen per milliliter spelen vaak zogenaamde “major” uierontsteking bacteriën een rol. Dit zijn bacteriën waarvan bekend is dat ze (een stevige) uierontsteking kunnen veroorzaken. Coagulase negatieve staphylococcen (CNS’en) blijven hier grotendeels uit beeld omdat deze CNS’en in de regel geen celgetalverhoging van meer dan 500.000 cellen per milliliter veroorzaken.

Somatic cell count (SCC) ofwel celgetal is een maat voor het totaal aantal cellen per milliliter melk. Deze cellen bestaan voor het merendeel uit afweercellen (witte bloedcellen/leukocyten) en een gering percentage afgestorven oppervlaktecellen van het uierweefsel (epitheelcellen). Wanneer bacteriën de uier binnendringen, zetten eerst de leukocyten in de uier de aanval in. Meteen daarna komen grote aantallen leukocyten (neutrofielen) vanuit het bloed naar het uier. Bij geiten bepalen neutrofielen voor 50-70% het SCC, terwijl dit bij koeien 5-20% is. Het celgetal is daarmee een belangrijke indicator voor de uiergezondheid bij herkauwers. Na een ontstekingsreactie in de melkklier zal het celgetal namelijk stijgen door die influx van deze witte bloedcellen. Een hoge SCC bij geiten is in tegenstelling tot bij koeien niet altijd sterk geassocieerd met uierontsteking. Geitenmelk heeft van nature een hoger celgetal dan rundermelk vanwege de apocriene secretie. (Melkkliercellen scheiden melk uit waarbij een deel van de inhoud van de cel meekomt.)
Somatic Cell Counts (SCC) bij (melk)geiten variëren op basis van ras, lactatiestadium (days in milk = DIM), immuun competentie, melkgift, pariteit, seizoen, leeftijd en management. De seizoens variëteit wordt beïnvloed door DIM, melkgift en oestrus cyclus. Aangezien geiten “seasonal breeders” zijn vertoond het tankcelgetal een seizoensgebonden variatie. In april is dat het laagst (tevens grootste verdunningsfactor aangezien de meeste dan op de top van de productie zitten) en in september-oktober het hoogst. Het celgetal begint ongeveer vier maanden na het aflammeren te stijgen en stijgt door als de geiten weer cyclisch worden met het korten der dagen. Het celgetal stijgt per lactatie. Ook bij een infectie met caprine arthritis encephalitis virus (CAE) stijgt het celgetal. Melkmethode heeft i.t.t. bij het rund geen invloed op het SCC. 

Let op: monster dienen zo schoon mogelijk afgenomen te worden (zie monsternameprotocol). 

Terug naar het begin van dit artikel

Stap 3: BO individueel melk incl. celgetal

Hier worden alle ingestuurde monsters op kweek gezet. Hierbij is de optie om de antibioticagevoeligheidsbepaling mastitis te laten bepalen (10780)

Indien is ingezoomd op de verdachte dieren, bijvoorbeeld door BO Tankmelk uiergezondheid (het onderzoek onder stap 1) op stal, koppel of pot niveau, kan de stap naar individuele dieren genomen worden. Bij dit onderzoek worden alle ingezonden monster ingezet voor bacteriologisch onderzoek (onafhankelijk van het mede bepaalde celgetal). Met name als er de verdenking is dat coagulase negatieve staphylococcen (CNS’en) een rol spelen is dit onderzoek gepast. CNS’en geven in de regel geen celgetalverhoging van meer dan 500.000 cellen per milliliter. 
De optie voor het laten uitvoeren van een antibioticagevoeligheidsbepaling kan helpen indien men voornemens is een therapie in te zetten. 

Terug naar het begin van dit artikel

Daarnaast is individuele celgetalbepaling (melk) is ook mogelijk via GD (10598)

Opsturen (tank)melkmonster

Neem een monster in een melkmonsterbuis zonder conserveringsmiddel. Verzamel het monster zo schoon mogelijk (niet de eerste melk uit de tank) in een steriel melkmonsterbuisje. Vul de algemene gegevens in op de voorkant van het inzendformulier en vink op de achterkant het juiste onderzoek aan. Verzenden kan net als andere monsters (buisje, absorptiemateriaal, sealbag en dan in een bubbeltjesenvelop) of via de dierenartspraktijk (gratis ophaalservice GD). Het monster bij voorkeur gekoeld insturen. 

Terug naar het begin van dit artikel

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.