Het bekendste verschijnsel van klauwaandoeningen is kreupelheid. Vaak zijn de eerste verschijnselen echter minder duidelijk en ontstaat de kreupelheid met minder makkelijk bewegen en het achterblijven van de dieren in het koppel. 

Door te letten op de volgende signalen kunt u koeien met slechte klauwen eerder herkennen:

• De koeien gaan minder graag liggen, maar als deze dieren eenmaal liggen blijven ze langer liggen.
• De koeien komen vaak als laatste naar het voerhek/melkstal/melkrobot en laten zich makkelijk aan de kant zetten (ze vermijden drukte).
• De koeien vertonen minder duidelijk symptomen van tochtigheid (minder springgedrag).
• De koeien hebben vaak een afwijkende gang en belasten de benen afwisselend (trippelen). Ook laten deze dieren een afwijkende stand van de klauwen (koehakkige of bodemnauwe stand, op de punt staan) zien. 

Soms komen klauwaandoeningen echter pas bij het bekappen aan het licht. Direct ingrijpen op het moment van klauwproblemen is dan belangrijk. Vanuit dierwelzijn, maar ook om verdere schade aan de klauw te voorkomen en daarmee economische schade door minder melkproductie.

In zeven stappen naar betere klauwen

Alleen met een consequente en gestructureerde aanpak krijgt u grip op klauwen op het melkveebedrijf. Hierbij zijn deze zeven punten van belang.

Naar het 7-puntenplan