Q-fever

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Q-fever

Q-fever, Q-koorts of Australische tekenbeetkoorts is een door de bacterie Coxiella burnetii veroorzaakte aandoening. Runderen, schapen en geiten zijn het belangrijkste reservoir van C. burnetii. De aandoening verloopt bij dieren meestal symptoomloos, maar kan vooral bij schapen en geiten abortus veroorzaken. Uitscheiding van de kiem vindt onder ander plaats met de nageboorte, het vruchtwater en via de melk. C. burnetii kan goed overleven buiten het dier en kan ook na indrogen via inademen infecties bij mensen veroorzaken. Ook teken kunnen een rol spelen bij de overdracht van Q-fever maar het belang van deze infectieroute is in Nederland niet van belang. 

In de periode 2005-2009 heeft GD C. burnetii meerdere keren vastgesteld als oorzaak van abortus bij melkgeiten en melkschapen. Zie voor uitgebreide informatie hierover het proefschrift van dr. R. van den Brom.

Q-fever is een zoönose. Een infectie kan bij de mens symptoomloos verlopen maar ook gepaard gaan met griepachtige verschijnselen of ernstiger klachten zoals longontsteking, leverontsteking en endocarditis (ontsteking van de binnenbekleding van het hart) waarbij voornamelijk de hartkleppen zijn aangedaan. Tussen 2007 en 2010 heeft zich in Nederland een grote humane uitbraak van Q-fever voorgedaan met meer dan vierduizend geregistreerde patiënten. Melkgeiten zijn hierbij de belangrijkste oorzaak van de besmetting geweest.

Een toegenomen aantal abortusgevallen bij kleine herkauwers is meldingsplichtig (www.NVWA.nl).

Terug naar het begin van dit artikel

Diagnose van Q-fever


Om C. burnetii vast te stellen als oorzaak van abortus is pathologisch onderzoek van verworpen vrucht én nageboorte nodig. Serologisch onderzoek kan afweerstoffen tegen C. burnetii aantonen. Met een PCR (polymerase chain reaction) is het mogelijk om DNA van de bacterie aan te tonen in onder andere melk, vruchtwater, vaginaal swabs en placentamateriaal. C. burnetii is een niet eenvoudig te kweken bacterie; kweek is bovendien, vanwege het zoönotische karakter van de kiem, alleen toegestaan in een BSL-3-laboratorium dat aan speciale veiligheidsvoorwaarden voldoet.

Risicofactoren voor Q-fever


De Q-fever uitbraak die van 2005 tot 2010 in Nederland plaatsvond heeft geleid tot heel veel kennis maar daarmee is nog niet op elke vraag een antwoord te geven. Herkauwers zijn het belangrijkste reservoir van C. burnetii en bij abortus komen grote aantallen bacteriën in de omgeving terecht. Infectie bij de mens treedt meestal op door inhalatie van de bacterie. 

Terug naar het begin van dit artikel

Aanpak van Q-fever


Behandeling

Hoewel C. burnetii gevoelig is voor tetracycline leidt een behandeling daarmee van drachtige dieren niet tot minder abortusgevallen of een verminderde uitscheiding van bacteriën.

Preventie

Sinds eind 2008 is in Nederland een vaccin tegen C. burnetii beschikbaar voor schapen en geiten. Dit vaccin, Coxevac®, is effectief in het terugdringen van het aantal abortussen en het verminderen van de uitscheiding van de bacterie. Hierdoor neemt de besmettingsdruk in de omgeving af en daardoor de blootstelling voor de mens. Sinds de verplichte vaccinatie die vanaf 2010 jaarlijks op alle melkgeiten- en melkschapenbedrijven in Nederland plaatsvindt is abortus ten gevolge van een infectie met C. burnetii niet meer aangetoond. Vanaf eind 2009 vindt monitoring op C. burnetii plaats van alle melkgeiten- en melkschapenbedrijven; minimaal elke maand vindt tankmelkonderzoek plaats middels een PCR en sinds juni 2016 zijn alle melkschapen- en melkgeitenbedrijven weer officieel C. burnetii vrij.

De Q-fever uitbraak bij mensen in Nederland is gestopt door een combinatie van maatregelen op bedrijven met kleine herkauwers zoals bijvoorbeeld een verplichte vaccinatie, ruimen van drachtige schapen en geiten op besmette melkleverende bedrijven en hygiënemaatregelen, in combinatie met een toename in de seroprevalentie van mensen.

Links:

Voor vragen over Q-fever kunt u GD bereiken via 088 20 25 500, optie 3.

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.